Foto bij *30: Not that bad at all.

de cavia zegt dat het leuk is om een cavia te zijn. Eten, slapen, eten, slapen en even naar de mooie vrouwtjescavia's te kijken aan de overkant.
De vrouwtjescavia's zeggen hetzelfde, maar dat de mannetjes moeten stoppen met gluren als ze eten. owwh.

Gelukkig nieuwjaar iedereen!

'Natasha?' De voetstappen die ik al een halfuur eerder had gehoord hadden zijn komst ergens wel voorspeld. Ik had moeten weten dat hij niet weg was gegaan. En zeker niet had ik mijn hoofd erover gebroken waarom hij gewoon achter me stond en niets had gezegd. Tot dat moment.
'Ik heb geen zin om te praten, Harry. Ga alsjeblieft weg.' Hij bleef staan waar hij was, wachtte even en kwam toen naast me zitten op de veel te grote zwerfkei.
'wat is er gebeurd?' Ik schudde mijn hoofd. Had ik de voorbije dagen nog niet genoeg mee gemaakt? Alsof er niets was gebeurd haalde ik mijn schouders op en veegde mijn tranen af.
'Hier, ik ben wat te eten gaan halen. Eerlijk gezegd heb ik het gewoon meegenomen van tafel. Shht.' Hij haalde zijn vinger naar zijn lippen en maakte een gebaar alsof ik erover moest zwijgen. Het was bedoeld als een grapje, maar eigenlijk schoot ik terug in tranen door wat hij deed. Ik had geen behoefte meer aan zwijgen, het maakte alleen alles maar erger. Toch nam ik dankbaar het broodje ham en kaas aan en knabbelde er een beetje aan. Het deed me vaag denken aan de lange tanden van mijn cavia tijd.
'Wat ben je, een rat ofzo?' Toen pas keek hij rond. 'W.. Waar ik je rat?' Het broodje viel uit mijn handen, op de harde aarde van het bos. Hope's oogjes kwamen me even voor de geest, en verdwenen toen in een zwart gat met tanden. Vragend keek Harry me aan.
'Natasha?' Zijn hand greep naar mijn schouder en ik deed niet eens de moeite om hem af te schudden. Het voelde ergens best wel goed aan. Troostend, het kon me niet schelen dat het van hem was. Die moment kon niets me schelen.
'Hope is dood. Iedereen is dood.' In mijn ogen was het de waarheid. Hope en mijn moeder waren op deze moment de enige om wie ik gaf. En die waren dood.
'Wie is iedereen? Wat is er gebeurd Natasha?' Een blik van mij in zijn ogen vertelde me genoeg. Het waren de ogen van iemand die alleen maar wilde helpen. en waren zijn ouders ook niet gedood door Voldemort? Voelde hij zich ook niet zo alleen als ik me nu voelde? Ik haalde diep adem. Wat maakte het nu nog uit als hij zou lachen?
'Mijn moeder. Hij kreeg haar te pakken.' Ik sprak het met zoveel minachting uit dat hij verdwaasd voor zich keek. Harry wist zo wel wie ik bedoelde.
'Bedoel je Voldemort?' Ik knikte. Zijn hand gleed van mijn schouder.
'Hope werd gewoon slangevoer.' Mijn stem brak bij mijn brute beschrijving, maar was dat niet waar ze op het einde voor gediend had?
Ik werd verrast door zijn beide armen die over mijn rug en buik gleden en me tegen hem aan trokken. Even deed ik geen moeite om los te komen, tot ik besloot hem nog meer waarheid te geven. Al bij al was hij niet zo slecht als iedereen me had wijsgemaakt. zijn armen gaven mee en vielen slap naast zijn lichaam terwijl ik me afwende van hem.
'Ik moet je nog meer vertellen, Harry.' Hij zweeg, nieuwsgierigheid? Of wist hij het al? Dat de plotse verliefdheid voor mij was uitgewerkt op dezelfde manier dat een roos verwelkt?
'Bedoel je dat van die liefdesdrank?' Hij zat er meteen op, wat het een stuk minder lastiger maakte voor mij. Ik knikte, draaide me weer om naar hem en peilde zijn gezicht. er was geen spoor van woede te bekennen. Las hij de opluchting op het mijne?
'Het spijt me zo, Harry.' En het speet me echt.

De stilte duurde nu al een halfuur. Harry had me weer tegen zich aan getrokken en gezegd dat hij het niet erg had gevonden. Dat er niets erg was gebeurd en het best leuk was geweest om van me te houden als een dronken puber. Ik had even gelachen, maar dat was even geweest,daarna had ik me schuldig gevoeld, mijn moeder zou nooit meer lachen. En met dat schuldgevoel zat ik hier nu nog steeds. Huilend om mijn moeder, Hope, om andere dingen die ik hem niet kon vertellen. Harry huilde niet mee, maar dat hoefde niet. Zelf toen het zo laat werd dat de duisternis viel op deze zomeravond bleef hij bij me. Me troostend alsof ik een klein kind was. pas veel later doorbrak hij de stilte.
'Hoe kwam het.. dat je mij die drank gaf?' Ik bewoog niet, hield mijn adem in. Het verlangen om dat laatste, duistere geheim te bewaren knaagde aan me. Zelf hij mocht niet weten waarom ik dàt had gedaan. Zeker hij niet. Ik was vijftien jaar lang de dochter van Voldemort geweest. Niet echt, achteraf gezien, maar het had echt gevoeld, dat was erg genoeg. Mijn hersens werkte op topsnelheid om een smoes te bedenken. Wat kon ik doen?

Reageer (1)

  • WildCharm

    kun jij met cavia's praten dan??
    haha 6e zintuig:D

    leuk stukje spannend(H)

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen