Hoofdstuk 6 | Louis

Wat een concert was dat ! Wij moesten optreden in Nederland, o wat schreeuwden die meisjes ! Ik heb volgens mij nog steeds last van me oren. Maar gelukkig kregen we een week om even bij te komen. Liam, Harry en Zayn gingen gelijk naar Engeland, maar ik en Niall bleven nog even in Nederland. Je bent niet elke dag in Amsterdam! We deden onze petten om, 'vergaten' ons te scheren en deden hele andere kleren aan dan normaal. Om te hopen dat ze ons niet herkennen, al die meisjes. Maar slechts 2 meisjes herkenden ons toch wel, viel dus wel mee. Even mee op de foto, even een handtekening geven, en klaar ! Niall ging 2 dagen later naar huis, zijn neef ging trouwen. Dus zit ik hier alleen in een vliegtuig. Gelukkig zijn er veel ouderen, die herkennen mij vast toch niet. Dus probeer een beetje te slapen, maar dat kan ik toch niet. Maar dan zie ik een meisje, rond 17 jaar. Ze is mooi. Ik zie dat ze aan de binnenkant gaat zitten. Ik probeer ergens anders naar te kijken. Maar dat lukt niet, ze is te mooi. Ze zit naast een vieze dikke oude kerel, die de hele tijd naar haar kijkt. Maar ze praat er niet mee, dus ik denk dat ze hem niet kent. We stijgen op, ik zie dat ze haar ogen stuit en glimlacht. Ik begin ook automatisch ook te glimlachen, wat heeft ze een mooie glimlach. Ik sluit mijn ogen even dicht, maar dan word ik aangestoten. Ik kijk op, ik zie dat een stewardress naast me staat. 'Meneer, u moet uitstappen, we zijn geland' zegt ze zachtjes. Ben ik gewoon inslaap gevallen ? Heb ik mijn ogen niet meer open gedaan ? Heb ik haar niet meer gezien ? Ik zeg :'Is goed'. En ik geef de stewardress een vriendelijke glimlach, ik ren de vliegtuig uit. Ik zoek na mijn bagage, en zoek naar dat mooie meisje. Ik zie haar al van achteren. Zo mooi haar heb ik nog nooit gezien. Dus ik weet het gewoon zeker dat zei het is. Ik zie dat ze naar buiten loopt, ik loop hard achter haar aan. Het regent. Blijkbaar boeit haar de regen niet. Ze loopt langzaam de stoep op, ik blijf haar volgen. Ze neemt een taxi. Ze gaat bijna weg, maar dan komen mijn benen in beweging. Ze lopen naar de taxi. Als zij instapt, stap ik opeens ook de taxi in. Aan de andere kant. Dan realiseer ik me : Wat ben ik in hemelsnaam aan het doen ?