# prologue
Teddy Lillyan Horan
'Het was herfst en daar stond ik dan, voor de eikenhouten voordeur van zijn huis. Zijn huis, mijn vriendjes huis, op dat moment tenminste nog. Zijn moeder vertelde mij dat hij weg was, naar het park. Dat was ons parkje, het parkje waar ik voor het eerst zijn lippen had geproeft, die overigens damm goed proefte en het parkje waar hij mij een armbandje gaf, een simpel armbandje met een hartje eraan. Het was misschien een simpel ding, maar ik heb het nog steeds niet af gedaan, het heeft te veel herinneringen.
Het was dus herfst en ik was zoals gewoonlijk te koud gekleed, maar de gedachte dat in mijn Zayn weer zou zien, maakte mij weer warm. Iedereen zei altijd dat ik gek was, dat ik met hem iets wou, dat ik hem vertrouwde en ik zei dat hij helemaal niet zo was, maar misschien had ik beter naar hun kunnen luisteren, dan had ik dit nu niet gevoeld. Op mijn verkleumde voeten liep ik zo snel als ik kon richting het parkje.
Die dag zouden Zayn en ik het precies twee maanden iets hebben samen, maar hij was die dag en ik zou hem aan het eind van de middag even komen opzoeken, wat ik dus ook had gedaan.
De ijsklompjes die dus mijn voeten waren liepen door het natte en zompige gras, zo snel als ze konden. Ik wist waar Zayn zou zijn, op de plek waar hij altijd zat als hij hierheen ging. Naar het mooie heuveltje wat uit keek op een meertje. Als het aan het schemeren was, dus vroeg in de avond, was het er altijd het mooist. Het schemerde, dus het was er echt prachtig.
Ik snelde het heuveltje op, probeerde niet uit te glijden, en toen zag ik het. Onderaan de heuvel stonden twee gestaltes. De lichten van de lantaarns die rond het meertje stonden zagen er prachtig uit. De twee personages hielden elkaar intens vast, té intens voor gewoon vrienden. De jongen had een van zijn handen op haar heup liggen en de andere hand om haar middel en ze stonden dicht tegen elkaar aan, maar ze hadden geen contact via hun lippen, maar dat kwam nog wel. Ze draaide vrolijk een rondje, alsof ze aan het dansen waren en toen zag ik het. Het gezicht van de jongen werd verlicht door de weerkaatsing van de lantaarns en ik herkende hem, het was Zayn, mijn Zayn en het meisje, want het was écht overduidelijk een meisje, waarmee hij danste, stond met de rug naar mij toe. Maar ik wist genoeg. Ik had genoeg gezien, gehoord of wat dan ook. Iedereen had gelijk, Zayn bleef die hartenbreker die hij altijd was, die ik probeerde niet in hem te zien, maar wat mij niet was gelukt. En tot slot, toen ik dacht dat het niet meer erger kon, hoorde ik het meisje lachen, waarna ze in het licht draaide zodat ik haar gezicht kon zien.
Het was Annabeth, een van mijn eigen vriendinnen, gewoon verraden. De tranen begonnen te prikken achter mijn ogen, ik wou weg lopen, maar mijn voeten leken wel vast genageld te zitten aan de zompige grond van het heuveltje.
En alsof het nog niet genoeg was geweest, alsof God mij nog niet genoeg had gestraft, alsof de wereld mij compleet haatte en zich tegen mij keerde, zag ik hoe Zayn Annabeth zoende. Niet een simpele zoen, nee. Zoals ik al zei, God haatte mij en alles keerde zich tegen mij, op dat moment in ieder geval. Ik hoopte nog dat Annabeth zich los zou rukken, maar dat deed ze niet, ze liet het gewoon toe en ze zoende net zo vrolijk mee.
De tranen stroomden over mijn wangen en ik begon te rennen, zo hard als mijn natte, verkleumde voeten dat toestonden. Ik hoefde het niet meer te zien, ik hoefde niets meer te zien, ik wilde het ook niet meer zien. Huilend rende ik naar huis en onderweg begon het te regenen, steeds harder en harder, maar dat deerde mij niet. Ik wilde weg. Mezelf opsluiten op mijn kamer en er nooit meer af komen. Ik had Annabeth zoveel dingen verteld en ik vertrouwde haar, net zoals Zayn, maar ze hadden mijn vertrouwen beschaamd. Huilend en drijfnat kwam ik thuis aan, trok de voordeur open, hoorde mijn broer, Niall, nog wat roepen, maar ik weet niet meer wat en ik rende naar mijn kamer. Daar ben ik op mijn bed gaan liggen, huilend. Will someone comin' to rescue me out of my sea of tears, till then, I will lie there.'
Voor de zoveelste keer, vertelde ik het verhaal tegen mijzelf of tegen iemand die ik mij had voorgesteld, iemand aandachtig op mijn bureaustoel zou zitten en om weer te beginnen met huilen, zodat diegene op die bureaustoel mij zou gaan troosten, wat niet zou gebeuren.
It's just a bad habbit.
Het was dus herfst en ik was zoals gewoonlijk te koud gekleed, maar de gedachte dat in mijn Zayn weer zou zien, maakte mij weer warm. Iedereen zei altijd dat ik gek was, dat ik met hem iets wou, dat ik hem vertrouwde en ik zei dat hij helemaal niet zo was, maar misschien had ik beter naar hun kunnen luisteren, dan had ik dit nu niet gevoeld. Op mijn verkleumde voeten liep ik zo snel als ik kon richting het parkje.
Die dag zouden Zayn en ik het precies twee maanden iets hebben samen, maar hij was die dag en ik zou hem aan het eind van de middag even komen opzoeken, wat ik dus ook had gedaan.
De ijsklompjes die dus mijn voeten waren liepen door het natte en zompige gras, zo snel als ze konden. Ik wist waar Zayn zou zijn, op de plek waar hij altijd zat als hij hierheen ging. Naar het mooie heuveltje wat uit keek op een meertje. Als het aan het schemeren was, dus vroeg in de avond, was het er altijd het mooist. Het schemerde, dus het was er echt prachtig.
Ik snelde het heuveltje op, probeerde niet uit te glijden, en toen zag ik het. Onderaan de heuvel stonden twee gestaltes. De lichten van de lantaarns die rond het meertje stonden zagen er prachtig uit. De twee personages hielden elkaar intens vast, té intens voor gewoon vrienden. De jongen had een van zijn handen op haar heup liggen en de andere hand om haar middel en ze stonden dicht tegen elkaar aan, maar ze hadden geen contact via hun lippen, maar dat kwam nog wel. Ze draaide vrolijk een rondje, alsof ze aan het dansen waren en toen zag ik het. Het gezicht van de jongen werd verlicht door de weerkaatsing van de lantaarns en ik herkende hem, het was Zayn, mijn Zayn en het meisje, want het was écht overduidelijk een meisje, waarmee hij danste, stond met de rug naar mij toe. Maar ik wist genoeg. Ik had genoeg gezien, gehoord of wat dan ook. Iedereen had gelijk, Zayn bleef die hartenbreker die hij altijd was, die ik probeerde niet in hem te zien, maar wat mij niet was gelukt. En tot slot, toen ik dacht dat het niet meer erger kon, hoorde ik het meisje lachen, waarna ze in het licht draaide zodat ik haar gezicht kon zien.
Het was Annabeth, een van mijn eigen vriendinnen, gewoon verraden. De tranen begonnen te prikken achter mijn ogen, ik wou weg lopen, maar mijn voeten leken wel vast genageld te zitten aan de zompige grond van het heuveltje.
En alsof het nog niet genoeg was geweest, alsof God mij nog niet genoeg had gestraft, alsof de wereld mij compleet haatte en zich tegen mij keerde, zag ik hoe Zayn Annabeth zoende. Niet een simpele zoen, nee. Zoals ik al zei, God haatte mij en alles keerde zich tegen mij, op dat moment in ieder geval. Ik hoopte nog dat Annabeth zich los zou rukken, maar dat deed ze niet, ze liet het gewoon toe en ze zoende net zo vrolijk mee.
De tranen stroomden over mijn wangen en ik begon te rennen, zo hard als mijn natte, verkleumde voeten dat toestonden. Ik hoefde het niet meer te zien, ik hoefde niets meer te zien, ik wilde het ook niet meer zien. Huilend rende ik naar huis en onderweg begon het te regenen, steeds harder en harder, maar dat deerde mij niet. Ik wilde weg. Mezelf opsluiten op mijn kamer en er nooit meer af komen. Ik had Annabeth zoveel dingen verteld en ik vertrouwde haar, net zoals Zayn, maar ze hadden mijn vertrouwen beschaamd. Huilend en drijfnat kwam ik thuis aan, trok de voordeur open, hoorde mijn broer, Niall, nog wat roepen, maar ik weet niet meer wat en ik rende naar mijn kamer. Daar ben ik op mijn bed gaan liggen, huilend. Will someone comin' to rescue me out of my sea of tears, till then, I will lie there.'
Voor de zoveelste keer, vertelde ik het verhaal tegen mijzelf of tegen iemand die ik mij had voorgesteld, iemand aandachtig op mijn bureaustoel zou zitten en om weer te beginnen met huilen, zodat diegene op die bureaustoel mij zou gaan troosten, wat niet zou gebeuren.
It's just a bad habbit.
_________________________________________________________________
Nou, de proloog, ik vind hem zelf een beetje vaag en zielig, wat ik zelf best moeilijk te schrijven vind, omdat ik vreselijk vrolijk ben van natura, dus. (: Maar hoe vinden jullie hem? Ik ben nog bezig met de trailer, maar die zal ook snel klaar zijn. x
Reageer (6)
Nu haat ik Zayn echt terwijl hij na Liam toch wel mijn favoriet van Onedirection is
1 decennium geleden