7.
Na een paar minuten klopte er iemand op mijn deur. Toen ik niet antwoordde liep hij gewoon naar binnen. "We zijn in het Capitool," zei Maurice.
"Nou, dat is mooi voor hun," antwoordde ik eigenwijs.
Maurice zuchtte en hurkte zich voor me. "Dat betekent dus dat jij op moet staan en met ons mee naar buiten moet lopen. En nee, er is geen ontkomen aan."
Ik zuchtte en rolde met mijn ogen. "Best, maar dat doe ik alleen omdat ik niet vermoord wil worden door dat klote Capitool."
Meteen sloeg Maurice zijn hand voor mijn mond. Hij keek me streng aan. "De muren hebben hier oren, Jillian. Zeg niks verkeerds. En ik heb een tip voor je. Je voorbereidingsteam gaat je zo helemaal oplappen. Doe alles wat ze zeggen en hou die opmerkingen van je binnen."
Ik knik een beetje overrompeld en loop met hem mee naar buiten. En alweer word ik verblind door die flitsen. Ik slik een paar verwensingen in en haast me naar de auto. Justin en Jamaij zitten er al in. "Hallo, een beetje afgekoeld?" lacht Jamaij.
Ik schud mijn hoofd en kijk haar dodelijk aan. Meteen vervaagt die té blije glimlach van haar en voel ik me al een stukje beter. "Oké, we gaan zo naar jullie voorbereidingsteam. Doe wat ze zeggen. Ze zullen jullie klaar maken voor de optocht."
Ik rol met mijn ogen en knik. De auto stopt voor een groot gebouw en meteen kijk ik mijn ogen uit. En ik dacht dat district 1 nog wel groot was!
We lopen met z'n allen naar een hal waar een lift staat. Ik kijk een beetje om me heen maar nergens zie ik andere tributen. Bij het woord tributen schieten meteen die kinderen van district 12 door mijn hoofd. Hoe wreed ben je dan?
Misschien kan ik ze wel beschermen, ook al kost dat m'n kop. Die kinderen hebben nog een heel leven voor zich en met z'n tweeën lukt het hun niet. Maar met mijn hulp en kennis, wie weet?
Reageer (1)
Ohh, ze is stukken aardiger dan ze op het eerste gezicht lijkt, geloof ik!
1 decennium geleden