03
Toen Lien haar eten op had en haar klauwen weer schoon waren stond ze op, rekte zich uit en liep naar het kleine huisje toe. Dit keer hoorde de man haar al aan komen en kwam hij vanzelf naar buiten. 'Want wilt u?' vroeg de man met een klein knikje. 'Ik wil graag mijn dank betuigen. Het eten was voortreffelijk en ik zal zorgen dat u beloond wordt. Binnen 1 week zult u hier een beloning aantreffen. Als het goed is ga ik nu nog even slapen op het veldje en dan vertrek ik weer. Goedendag.' Zo beëindigde ze haar zin en ze liet de man sprakeloos achter. Ze ging op dezelfde plek liggen, want deze was nog warm en krulde zich op. Ze legde haar vleugels dicht tegen haar aan en probeerde in slaap te vallen. Het was niet zo comfortabel als een paviljoen thuis maar het kon altijd slechter. De man kon zich eindelijk weer verroeren en toen hij nog een laatste blik op Lien wierp kon hij zien dat ze inmiddels lag te slapen.
Toen Lien wakker werd was het nog donker maar als je goed keek kon je de zon zien vechten om boven de horizon uit te komen en de wereld te verlichten. Lien was goed uitgeslapen en voelde zich goed. Ze schudde de aarde en het gras van zich af en strekte haar vleugels. Door haar spierwitte huid zag je haar, zelfs met zo weinig zonlicht, staan. Na een paar keer met haar vleugels geklapt te hebben steeg ze op. De wind was sterk en sloeg als een hamer tegen haar linker zijkant aan. Lein voelde dat ze naar rechts werd geblazen en moest worstelen om recht te blijven. De wereld was nog in slaap toen ze hoger de lucht in klom. Toen ze een halfuur gevlogen had zwakte de wind af tot een kalm briesje. Haar vleugels konden rusten en Lien sloot haar ogen om te genieten van de zon. Nieuwe energie welde in haar op en sinds een tijd voelde ze zich redelijk gelukkig.
Lein zag de verblijfsplaats van De Guignes al liggen. Hij verbleef niet ver van het koninklijk paleis, als ambassadeur van Frankrijk en zze kende hem al een tijdje. Chrétien-Louis-Joseph de Guignes was zijn hele naam en voor Lien was die moeilijk uit te spreken. Celesticals hadden de eigenschap om talen snel en zelfs nog op oude leeftijd te leren. Andere drakenrassen leerden talen in hun ei, luisterend naar de mensen die praten. Wanneer het ei eenmaal uitgekomen was kon het drakenjong nog tot een bepaalde tijd andere talen ook goed leren maar hoe ouder ze werden hoe moeilijker het werd. Natuurlijk ging het op oudere leeftijd ook nog alleen heel erg moeilijk en met veel moeite en geduld en natuurlijk de hulp van hun kapitein. Lein was er daarom van overtuigd dat wanneer ze met De Guignes naar Frankrijk zou reizen ze tegen de tijd dat ze Napoleon ging ontmoeten ze vloeiend Frans kon spreken om zo een goede en intellectuele indruk te maken op Bonaparte.
Er zijn nog geen reacties.