Hoofdstuk 4

“Wolfs, ben jij dat echt?” “Ja,Eef. Ik ben het echt.” Ik loop naar hem toe en pak hem stevig vast. “Ik heb je zo gemist Wolfs.” “Ik jou ook Eef.” We gaan dan gaan zitten. We kijken elkaar een tijdje zwijgend aan. “Wolfs?” “Ja, Eef. Vraag maar.” “Hoe ben je eigelijk ontsnapt? En hoe is het met je? Wat is er toch allemaal aan de hand? Waarom ben je weggelopen bij de KPLD? En…..” “Rustig Eef. Het gaat goed met mij. De reden dat ik ben gaan lopen, is dat er iemand van de KPLD mee in het complot zit. Hoe ik ben ontsnapt komt door 1 van de bewakers. Het is hij die zei dat ik moest vluchten en hij heeft me daarmee geholpen.”

“Loop je gevaar?” “Ik ben voorzichtig. Waarom denk je dat ik die jas met kap aan heb. Zo herkennen ze me niet. Eva, je moet me helpen. Jij moet het complot zien te ontrafelen. Jij kan dat. Ik weet dat jij dat kan. Neem Marion en Ellis in vertrouwen. “Ik beloof dat ik je onschuld zal bewijzen.” “Eva, haal Fleur uit Barcelona. Hier is ze veilig.” “Doe ik.” “Ik moet gaan” Nu al?” Wolfs geeft me een vluchtige kus op mijn mond en weg was hij. Ik stond voor me te kijken en raakte met mijn vingers mijn lippen aan. Dan liep ik naar buiten maar Wolfs was weg. Ik ging terug naar binnen en toets het nummer van Marion in en bel haar.