*27: Used to be...
'Mij spijt het niet.' De zachte fluisterstem versteende mijn hart, dat al in mijn keel vast had gezeten. alle vier onze hoofden draaiden in de richting van de deur. Nagini kronkelde vooruit, van zijn lichaam af. Haar tong snuivend naar een nieuw hapje. Onwillekeurig deinsde ik achteruit, liep tegen Sneep op.
'Wat heeft dit te betekenen, Sneep?' Zijn stem was opeens hard, doods. Ik wist instinctief waaraan dit voorafging. Sneep zweeg. Een andere stem antwoordde.
'Ik laat mijn dochter niet in een kelder zitten, Marten!' Mijn moeder gilde. Ze kwam voor me staan, onttrok me uit het zicht.
'Ga opzij. Ik maak korte metten met die dochter van jouw.' Ik begon te rillen, voelde een beschermende hand op mijn schouder die me achteruit trok. Ik wilde niet weten wie het was. Ik wilde me niet bewust zijn van mijn omgeving.
'Je weet goed genoeg..'
'Dat dit mijn dochter niet is. Denk je dat ik me niet bewust was van jouw verraad?' Ik slikte. Ik was niet zijn dochter. Was het opluchting, of nog meer angst? Ik volgde De Heer's blik. Kwaad, woedend. Een blik die vooraf ging aan moord. Hij keek niet naar mij, maar achter mij. De hand gleed van mijn schouder, liet een brandend spoor achter. Ik draaide me om, keek recht in de ogen van Sneep.
'Wat..?' Ik schudde mijn hoofd, keek weer voor me, naar mijn moeder.
'Mam?' Ze schudde haar hoofd.
'Het spijt me, Natasha, maar ik zou nooit iemand als Marten kiezen als vader van mijn kind. Sneep is je echte vader.' Mijn mond viel open van verbazing. Het laatste beetje houvast dat ik nog had brokkelde af en ik voelde mezelf bijna letterlijk in de diepe storten. Ik had nooit echt geweten wie ik was.
'Eindelijk.' Martens staf kwam omhoog. Het puntje van zijn toverstaf lichtte op. 'En jij die dacht dat je een ware Vilijn was.' Hij grinnikte kwaadaardig. 'De ironie. Avade Kedavra.' De spreuk rolde van zijn lippen en droeg door het hele huis. Mijn oren gonsde toen ik de flits zag komen. Het einde nabij.
Alles werd zwart, maar ik wist dat ik niet dood was, omdat een seconde later het licht weer aan ging. Het was alleen geblokkeerd geweest. Mijn ogen klipperden.
'Mam!' Ik gilde, trok me los van de mensen die me tegen wilde houden en boog voorover. 'Mam!' Het was niet nodig om te gillen naar haar, ze zou me toch nooit horen. Ik begon te snikken. kwaad stond ik weer op.
'Crucio!' Sneep en Draco hielden hun adem in terwijl Martens staf uit zijn handen vloog. Zijn lichaam lag op de vloer, hij gilde niet, maar hield de pijn voor zich. Ik lachte waanzinnig, het voelde goed. Niets kon de moord op mijn moeder goed maken, al hielp dit wel.
'Crucio.' gilde ik opnieuw en zette een tandje bij. Daarna verdween ik, zonder te weten waarom of hoe.
Reageer (1)
oeh draai spannend(H)
1 decennium geleden