Chapter Three. New tasks and abandonment. 3.4
Na urenlang gepraat te hebben met de jongens, kwam madame Pomfrey druk wijzend naar de klok de kamer binnenkwam. Ik keek even op, om naar de klok te kijken, en schrok toen ik zag dat het al bijna etenstijd was. De tweeling zag dit ook, maar ze praatten gewoon vrolijk verder, alsof er niets aan de hand was. Pomfrey kuchte nog even extra hard, wat de tweeling toch deed opkijken.
‘Heeft u daar geen hoestdrank voor, het klinkt als een nare hoest,’ zei George zo serieus mogelijk.
Pomfrey trok een wenkbrauw op en keek de tweeling serieus aan –om daarna weer terug naar de klok te kijken, ‘Weten jullie hoe laat het is?’
‘Het is half zes. Misschien moet u ook meteen maar even naar uw ogen kijken, wanneer u die hoest bekijkt,’ zei Fred, op hetzelfde toontje dat George had gebruikt.
‘Eruit!’ riep Pomfrey.
‘Al goed, we moeten toch nog wat huiswerk maken.’
‘Ha! Dat is de beste grap van de dag. Jullie zijn zo grappig, jongens,’ lachte ik.
Ze keken me even met een duistere blik aan en grijnsden. Als die jongens ooit huiswerk zouden gaan maken, dan was er iets flink mis met deze wereld. Pomfrey kuchte een laatste keer, tot de jongens zich ook echt omdraaiden en de ziekenzaal uitliepen. Bij de deur leek Fred nog even te aarzelen, maar draaide zich toen om. Smekend keek hij madame Pomfrey aan, die daarop knikte en weer wegliep. Langzaam kwam Fred naar mijn bed toegelopen, ging op de rand zitten en keek me doordringend aan.
‘Eve, wat is er gebeurd?’ vroeg hij, met een zachte stem.
Zijn ogen zochten de mijne en even raakte ik in de war. Hij had mooie ogen. De hazelnootbruine kleur deed me denken aan de herfst; de eerst groene bladeren, die langzaamaan van oranje in bruin veranderden en langzaam dwarrelden, hoe verder het seizoen vorderde. Ik schrok even op, wanneer hij even kuchte.
‘Niets,’ zei ik kort, ‘Er is niets gebeurd.’
‘En waarom vond Harry je dan zo in het verboden bos?’
‘Hoe?’
‘Houd je niet van de domme, Eve. Je hebt gehuild, je was onderkoeld verdomme. Wat was er gebeurd?’
Ik keek hem even schuin aan. Ik zag een blik in zijn ogen; bezorgdheid. Hij was bezorgd om me? Ik glimlachte even. Nog nooit was er iemand bezorgd om me geweest, nog nooit had er iemand ook maar om me gegeven. Nooit had ik echte vrienden gehad. Dit was wel even wennen. Toch kon ik hem niets vertellen. Ik kon hem moeilijk vertellen over Voldemort, dat ik het meisje was dat hij altijd had en gehaat. Hij moest eens weten..
‘Gewoon een ruzie, niets bijzonders,’ zei ik daarom maar.
‘Gewoon een ruzie? Van gewoon een ruzie zou je niet zomaar huilend in het bos gevonden worden, Eve,’ zuchtte hij.
‘Ik wil het er niet over hebben,’ zuchtte ik, terwijl ik naar de grond keek.
Voorzichtig pakte hij mijn kin vast en draaide mijn hoofd naar het zijne. Hij keek me glimlachend aan, ‘Geen zorgen, je hoeft het niet te vertellen. Je kunt het altijd aan me kwijt, als je je bedenkt.’
Ik glimlachte even dankbaar naar hem. Tot ik zag hoe laat het was. Verschrikt keek ik Fred aan.
‘Je mist het avondeten,’ riep ik.
‘Komt wel goed,’ grijnsde hij, ‘Ik regel wel iets. Kracht van de roodharige tweeling, weet je nog?’
Ik grinnikte even, wanneer ik me weer herinnerde hoe het de vorige keer was gegaan, toen de tweeling voor eten zou zorgen. De keer dat ik de peer moest kietelen, waarna we vervolgens chocolade-ijs gingen eten en vervolgens een voedselgevecht hielden, zou me altijd bijblijven. Die jongens waren gewoon niet te voorspellen.
‘Hey Eve?’ vroeg Fred ineens.
‘Hm?’
‘Ga je de kerstvakantie mee naar ons huis?’
‘Heel graag,’ glimlachte ik dankbaar.
Hoe erg ik het vroeger ook gevonden zou hebben, meegaan naar het huis van de Weasleys, ik kon me nu geen betere verblijfplek wensen. Daarbij was dit ook nog eens een buitenkansje voor mijn nieuwe opdracht. Dit kwam allemaal perfect uit.
Na nog even wat onzinnig gepraat te hebben met Fred, voelde ik ineens hoe mijn ogen zwaar werden. Een luide gaap verliet mijn mond en verschrikt keek ik op. Fred begon te grinniken en stond op.
‘Oké, oké. Subtiel genoeg. Je kon ook wel zeggen dat ik weg moest gaan hoor,’ grapte hij.
‘En daar zou je naar geluisterd hebben?’ vroeg ik grijnzend.
‘Waarschijnlijk niet,’ glimlachte hij.
Ik sloeg mijn dekens nog even extra om me heen en nestelde me nog wat dieper in mijn bed. Ik hield mijn ogen nog maar moeilijk open en bedacht me dat ik niet lang meer wakker zou kunnen blijven.
‘Hey Fred,’ riep ik nog achter hem aan.
‘Ja?’
‘Bedankt. Voor alles,’ glimlachte ik.
‘Altijd tot uw dienst!’
Ik zag hoe hij nog even een vage buiging maakte, op weg naar de deur. Die jongen kon ook nooit lang serieus blijven.
‘Idioot,’ riep ik hem nog na.
‘Hé, die bijnaam gebruikte je toch alleen wanneer ik weg was?’
‘Wen er maar aan, ik gok dat ik deze bijnaam nog veel vaker ga gebruiken.’
Ik hoorde hem nog grinniken, tot al het geluid vervaagde en ik mijn ogen sloot, en daarmee de rest van de wereld buitensloot. Ik had mijn slaap nog hard nodig. De komende tijd zou een drukke, en belangrijke tijd gaan worden. Ik kon alle energie wel gebruiken.
Reageer (5)
Lief lief lief lief! <3
1 decennium geledenOhja. Mijn kerst was super(nerd). En de jouwe?
1 decennium geledenElke keer dat ik dit lees denk ik: Zal het dan toch? Ja!. Oh(huil). Toch niet. Eve moet gewoon toegeven dat ze verliefd is op Fred. Al vind ik het niet zo erg. Als zij Fred niet wil, wil ik hem wel!
1 decennium geledenOhh, zo lief, eh<3
1 decennium geledenAh lieef, snel verder!
1 decennium geleden