Chapter 2
Ik heb niet eens zin om naar het strand te gaan, stap voor stap nader ik de duinen.
Het gebied ken ik nu langzamerhand wel, langzaam loop ik naar de hoge vertrouwde
duin toe, en laat me dan neervallen. De zon is al langzaam onder aan het gaan wat voor mij een
teken is om te gaan. Om een of andere reden blijf ik liggen en staar ik naar de zon.
Er loopt iemand over het strand, aan het lange door de zon goudblond gekleurde haar dat
langs haar schouders valt te zien is het een meisje. Ze loopt daar alleen...?
Ik pak mijn tas zonder mijn blik af te wenden. Ze staat stil en kijkt mijn kant op,
mijn hart slaat over zou ze me gezien hebben? Duizenden vragen bestormen mijn hoofd
maar langzamerhand verdwijnen ze weer, toen mijn hoofd weer enigszins rustig was keek
ik rond. Ze was weg. Ik vervolg mijn weg door de duinen terug naar het strand,
ik overweeg om te gaan lopen en uit te vinden wie dat meisje is.
Uiteindelijk fiets ik dan toch maar naar huis. Bij het eten dwalen mijn gedachten telkens
af naar haar.
Er zijn nog geen reacties.