Chapter 1.
Ik kijk tussen de duinen door, is er dan nooit iemand die hierheen kijkt?
Langzaam kom ik dichterbij, het ijzerdraad komt al in zicht.
Weer een groepje mensen, weer niemand die hierheen kijkt.
Ik pak mijn tas achter een verdord bosje vandaan en kruip dan onder het ijzerdraad door.
Ik loop richting mijn fiets en laat het, nu verlaten strand achter me.
Ondanks dat ik hier pas kort woon kan ik de weg al dromen.
Ik heb niet eens last van de wind waardoor ik in een kwartiertje thuis ben.
Omdat ik niemand tot last wil zijn kom ik langs de achterdeur binnen en stuif dan meteen de trap op.
Zodra ik mijn kamer binnen ben duw ik snel de deur dicht, even overweeg ik hem op slot te doen maar dat is volgens mij niet nodig.
Enthousiast pak ik mijn tas en kiep hem ondersteboven waarna mijnhele bed bezaait is met zand en schelpen.
Mijn computer is al opgestart en ik begin meteen te kijken naar de foto’s die ik net heb gemaakt.
Elke foto komt tot leven als een film, Voetstappen op de trap snel klik ik het scherm uit.
Ik draai mijn stoel vast om zodat ik in een lijn met de deur zit.
Het is even stil, en dan zwaait de deur open.
Sam komt binnen, zijn blik valt op het bed, daarna op mij.
“Gast wat heb je nu elke keer op dat strand te zoeken” “Ben je je schat kwijt ofzo” Hij grinnikt, maar kijkt dan serieus “Ik meen het, we maken ons zorgen”
“Het gaat best” Overtuigend was het niet, maar ik moest toch iets zeggen.
Om de een of andere manier draait hij toch om, de deur slaat dicht en ik zucht.
Er zijn nog geen reacties.