11,
Ik werd wakker toen er iemand op mijn deur klopte. Ik ging rechtop zitten. ‘Binnen’ zei ik. De deur ging open en Helena kwam binnen. Ze had een dienblad vast met een boterham met ei erop. Daarnaast stond een verse jus d’orange. ‘Dat had echt niet gehoeven hoor’ zei ik. ‘Dat weet ik’ zei Helena. ‘Hoe is het met Virgo?’ vroeg ik. ‘Ze is nog steeds niet bij gekomen’ zei Helena. Dat was geen goed nieuws. ‘Kan ik straks naar haar toe?’ vroeg ik. ‘Natuurlijk’ zei Helena. ‘Maar eerst goed ontbijten’. Ze zette het dienblad op mijn schoot en liep de kamer uit. Ik at mijn boterham op en sprong onder de douche. Daarna kleedde ik me aan en liep de kamer uit. Ik had geen idee waar ik moest zijn. Toen ineens zag ik Arcomma lopen met twee magiërs achter zich aan. ‘Pardon, Arcomma’ zei ik. Arcomma stopte met lopen en keek me aan. ‘Waar zijn de ziekenzalen?’ vroeg ik. ‘Heren, gaan jullie alvast naar de grote kamer. Ik kom zo’. De magiërs liepen weg. Arcomma kwam naar me toe gelopen. ‘Lekker geslapen?’ vroeg hij terwijl hij verder liep. ‘Ja absoluut’ zei ik terwijl ik achter hem aan liep. We liepen langs een grote tuin. De ziekenzalen lagen ver weg, maar dit paleis was ook zo groot. Onderweg kwamen we allerlei eenhoorns tegen en witte tijgers. Achter een tijger liepen kleine tijgerwelpjes aan. Ze speelde met elkaar. Een kwam er naar me toe gerend. Ik knielde neer en aaide het tijgerwelpje. Ineens kwamen alle tijgerwelpjes op mij afgerend. Ik verloor mijn evenwicht en viel achterover. De tijgerwelpjes dachten dat ik een spelletje speelde en ze sprongen op me. Toen ze eindelijk van mij af waren gesprongen kon ik opstaan.
Na een tijdje zag ik een groot gebouw met verschillende torens erop staan. ‘Dat zijn de ziekenzalen’ zei Arcomma. ‘Ik ga nu snel weer terug. Als je iets nodig hebt dan weet je me te vinden’. Hij draaide om en liep weg. Ik liep richting de ziekenzalen. Toen ik binnenkwam, kwam er een vrouw naar me toe. ‘U komt zeker voor Virgo en de andere?’ vroeg ze aan mij. ‘Mij naam is Siera. Ik ben de hoofdverpleegster hier. Tegelijkertijd ben ik ook een magiër. Volg mij maar’. Ik liep achter Siera aan. We kwamen bij een grote deur. De deur ging open. Gelijk al zag ik verschillende bedden staan. Veel bedden waren leeg. Een paar waren er gevuld. Ik zag gelijk alle sterrenbeelden liggen. De beschermers zaten er naast. Ze knikte naar me toen ze me zagen. Ik liep als eerste naar Rose en Robijn. Robijn kwam gelijk naar me toe gerend en omhelsde me. ‘Hoe is het met haar?’ vroeg ik. ‘Nog steeds hetzelfde’ zei Robijn. ‘Ik weet wat ze mee maakt’ zei ik. ‘Ik hoop maar dat ze net zo goed hersteld als jij’ zei Rose. Ik keek naar Virgo. Ze zag er wit uit. Ze had inmiddels schone kleren aan. Haar haar zat vast in een staart. Haar wapen lag op het nachtkastje naast haar. Ik ging naast haar zitten op de stoel. ‘Het komt allemaal goed met je’ zei ik tegen haar. ‘Dat weet ik gewoon zeker’. Rose barste gelijk weer in huilen uit. Toen ineens zag ik dat Henrik tegenover Virgo lag. Henrik had zijn ogen open. Jason en Joost zaten naast hem. Ik stond op en liep naar ze toe. Toen Henrik mij zag, lachte hij naar me. ‘Hoe is het met je’ vroeg ik. ‘Het gaat steeds beter’ zei Henrik met een stem die bijna weer als de oude Henrik klonk. ‘Ik ben blij om dat te horen’ zei ik. ‘Hoe is het met jou?’ vroeg Joost. ‘Ik mankeer niets’ zei ik. ‘Ik ben lekker geslapen en goed gegeten’. ‘Ik ben blij om dat te horen’ zei Jason. ‘Ik ga even een kijkje nemen bij de andere’ zei ik. Ik stond op en liep als eerste naar Aries. Hij was wakker. Nelson en Niels zaten naast hem. ‘Hoe is het?’ vroeg ik aan Aries. ‘Met mij gaat alles goed’ zei Aries. ‘Ik ben alleen dit bed zat’. ‘Je mag eruit zo gang de verpleegsters dat zeggen’ zei Niels. ‘Tot dan blijf je er gewoon in liggen’. Ik lachte en liep verder naar Leo. Leo zat al in zijn bed. ‘Hoe is het met je?’ vroeg ik. ‘Heel erg goed zelfs’ zei Leo. ‘De verpleegsters zeiden dat ik hier niet langer meer hoef te blijven’. ‘Dat is goed nieuws’ zei ik. Toen ineens viel me op dat er twee jongens naar me zaten te kijken. ‘Ik zal me even voorstellen’ zei een van de twee. ‘Mijn naam is Luigi en dit is Loren. Wij zijn de beschermers van Leo’. ‘Aangenaam’ zei ik. ‘Mijn naam is Sagittarius’. ‘We hebben veel over je gehoord’ zei Loren. Ik knikte en liep naar de volgende. Gemini en Gemini sliepen. ‘Hoe is het met ze?’ vroeg ik aan Robert en Roberto. ‘Nog niet zo goed’ zei Robert. ‘Ze zijn bijna nog niet wakker geweest’. ‘Dat is geen goed nieuws’ zei ik. Ik liep verder en zeg dat Pisces ook nog steeds sliep. ‘Hoe is het met haar?’ vroeg ik aan Kim en Karin. ‘Nog niet goed. Ze is nog steeds niet wakker geworden. De verpleegsters zeggen dat ze in coma is geraakt door de klap die ze heeft gemaakt’ zei Karin. ‘Dat mee je niet’ zei ik. ‘Ik hoop dat alles nog goed komt’. Toen ineens kwamen Enora en Helena binnen gelopen. ‘Sagittarius, je moet onmiddellijk met ons meekomen’ zei Enora. Ik zag aan hun gezicht dat er iets ergs was. Ik stond op en liep gelijk achter hun aan. We liepen snel langs de tuinen naar de grote kamer. ‘Wat is er aan de hand?’ vroeg ik onderweg. ‘Dat kunnen we nog niet zeggen’ zei Helena. Toen we bij de grote kamer aankwamen ging de deur gelijk open. Ik zag Arcomma in zijn grote stoel zitten. ‘Goed dat je gekomen bent’ zei Arcomma. ‘Sagittarius, er is iets ergs aan de hand. Mijn magiërs hebben iets opgevangen. Een sterrenbeeld zit binnenkort in grote problemen. Hij zit in Rusland. Magiërs van de slangendragers hebben hem ontdekt en zijn de leiders gaan waarschuwen. De andere sterrenbeelden zijn nog te zwak om te reizen. Jij moet alleen gaan’. ‘Alleen!’ riep ik uit. ‘Denkt u nou echt dat ik dat ga overleven?’ ‘Arcomma dit is gekkenwerk!’ riepen Enora en Helena uit. ‘We hebben geen andere keus!’ riep Arcomma. ‘De andere hebben we hier hard nodig’. ‘Ik ga niet meer weg zonder mijn beschermers’ zei ik. Arcomma keek mij een tijdje aan. ‘Goed, Jason en Joost gaan met je mee, maar je moet vanmiddag nog vertrekken. Helena, Enora, haal Jason en Joost. Sagittarius, verzamel al je spullen’. Ik liep achter Enora en Helena aan, de kamer uit.
Ik rende naar mijn kamer en pakte mijn pijl en boog. Ik rende weer mijn kamer uit. Beneden stonden Jason en Joost al klaar om te vertrekken. Een helikopter stond al klaar voor ons. ‘Zo gauw jullie het sterrenbeeld hebben gevonden, moeten jullie onmiddellijk terug komen. Het is veel te gevaarlijk om met z’n drieën te zijn’ zei Enora. ‘Begrepen’ zei ik. We stapten in de helikopter en vlogen weg.
Twee magiërs rende door de gangen. De stormde de kamer binnen. ‘Hoe durven jullie mormels zomaar binnen te stormen!’ riep Ophiuchus uit. ‘Heer, we hebben een sterrenbeeld gevonden’ zei een van de magiërs. De ogen van de 5 leiders werden groot. ‘En waar dan precies?’ vroeg Ophiuchus. ‘In oost Rusland’ zei de andere magiër. ‘Vincent ga met de twee magiërs mee en vermoord dat sterrenbeeld!’ riep Ophiuchus. ‘Natuurlijk heer’ zei Vincent. ‘Maar voor dat je gaat wil ik nog iets tegen jullie zeggen’ zei Ophiuchus. ‘Ga mormels!’ riep Ophiuchus tegen de magiërs. ‘Er is mij te oren gekomen dat de sterrenbeelden veilig bij Arcomma zitten in het paleis van de ecliptianen. Ik heb een opdracht voor jullie alle vijf, Arlene, Jonas, Romy, Vincent en Fabien. Wij hebben lang genoeg zwijgzaam toegekeken. Het wordt tijd dat we meer actie ondernemen’.
‘Vind de locatie van het paleis van de ecliptianen en vermoord Arcomma!’
Reageer (3)
die tijgerwelpjes, zo schattig!!!!!!!!
1 decennium geledenaaaaaaaaah
zo spannend
o ow!
1 decennium geleden