*26:Hurted
Ik reageerde nauwelijks toen hij zijn armen rond me sloeg en mijn hoofd tegen zijn schouder legde.
'Het spijt me zo, Natasha.' Ik antwoordde niet, trilde alleen maar als een grassprietje in de wind. Ik weet niet of het mijn recente ervaring met verraad te maken had, of gewoon met het feit dat ik tegen mezelf gezegd had dat mensen me alleen maar pijn wilde doen. Hij leek het niet op te merken, mompelde de hele tijd maar verontschuldigingen. In mijn gedachten gaf ik hem een bijtende opmerking, voor elke keer dat hij zijn excuses aanbood een andere. Na een tijd begonnen tranen over mijn wangen te stromen. Hij duwde me een eindje van zich af.
'Wat is er?' Vroeg hij. Alsof hij het niet wist. Ik boog mijn hoofd, wilde niet in zijn ogen kijken.
'Ga weg.' snikte ik, met mijn hoofd schuddend. Hij schudde zijn hoofd, krachtiger dan ik deed, ik zag zijn hals bewegen, maar meer ook niet.
'Ik ga niet weg. Natasha, ik hou van je.' Ik begroef mijn gezicht in mijn handen en huilde verder.
'Oh ja?' Beet ik hem toe. Uitzonderlijk dapper keek ik hem recht in de ogen aan. 'Je hebt me anders wel iets compleet anders wijsgemaakt.' Fluisterde ik sarcastisch naar hem. gekwetst wende ik mijn blik af.
'Het spijt me,' Zei hij opnieuw. Ik wist niet dat je terug zou komen.'
'Je had kunnen luisteren.' Ik snikte weer, vergroef alweer mijn hoofd in mijn handen. 'Alles waar jij aan denkt, is aan jezelf.' Hij liet me los en veerde recht. Hij torende boven me uit.
'Denk je dat ik hierom gevraagd heb? Je weet gewoon niet hoe vreselijk het is om hier te zijn.' Hij joeg me schrik aan. Ik kroop en stukje verder weg voor ik antwoord gaf.
'Jij weet niet hoe vreselijk het is om nergens thuis te horen!' Ik gilde het uit, spuwde de beschuldiging naar hem toe, alsof ik een cobra was die zijn prooi verblind met zijn gif. Door het felle antwoord vertrokken mijn mondhoeken en brandde mijn gezicht weer.
'ga weg.' Herhaalde ik een laatste keer. Mijn vermoeden was bevestigd: Ofwel deed ik daadwerkelijk alles fout, ofwel was het gewoon zo leuk om mij pijn te doen.
Draco draaide me de rug toe, boog zich en raapte het ding op dat hij eerder op de grond had gegooid. Daarna reikte hij het me aan.
'Hier.' Zei hij bars. Trillend nam ik de houten staf aan, waarna hij vertrok. Ik krulde mezelf weer op in een bolletje.
Dit keer wist ik wel waar ik was toen ik ontwaakte van de slaap die me zonder reden had overvallen. Ergens diep in mijn lichaam voelde ik een stekende bons toen ik terugdacht aan wat ik had gedaan. Mijn hart leek te exploderen in een wirwar van verdriet en angst. Had Draco gemeend wat hij zei? Hield hij echt van me? Of was dat wat hij wilde dat ik geloofde? Ik kreunde, de hoofdpijn was er niet minder op geworden en de wonden op mijn gezicht en armen bleven pijnlijk. Ik grijnsde even naar mezelf toen ik mijn maag hoorde knorren. Het was niet eerlijk dat mijn lichaam me dit ook nog eens aandeed. Ik probeerde niet te denken aan de tijd dat ik hier al zat. Misschien een paar dagen, misschien nog geen enkele dag. Rusteloos en verveeld verplaatste ik mijn gezicht, mijn lichaam rolde om en kwam met een iets te harde plof neer. Ik kreunde, wat gepaard ging met een luid, piepend geluid dat onmogelijk door mij gemaakt kon zijn. alweer klonken er voetstappen op de trap. Om niet volledig klein te lijken, ging ik op mijn knieën zitten, onder zwaar protest. Alweer had de bezoeker gedacht aan een lichtpunt op zijn toverstaf, maar degene die dit keer me met een bezoekje kwam vereren was de laatste die ik verwachte. professor Sneep stond halverwege de trap en keek me strak aan. Hij keek vooral mijn gezicht strak aan, en ik voelde me vernederd. Ik leek wel een wat-gebeurd-er-als-je-van-een-trap-valt-pop die iedereen kon bekijken wanneer hij zin had. Naders dan wat Draco had gedaan, wachtte hij even op de trap voor hij helemaal naar beneden liep. zwijgend liep hij door in mijn richting tot hij helemaal voor me stond en ik ineen kromp als een bang konijn.
Zijn ahnd kwam snel en ik deinsde achteruit, bang dat hij zou slaan.
In plaats daarvan hield hij zijn handpalm omhoog.
'Kom.' Zei hij, met zijn rare, monotone stem en wenkte me. Hij gebaarde dat ik zijn hand moest pakken. Gehoorzaam deed ik dat, waarna hij me recht trok en me voorzichtig opving. Het leek net alsof ik niet eens meer op mijn benen kon staan.
'We moeten snel zijn,' Legde hij uit.' Over een uur is De Heer er weer, en dan kan jij beter weg zijn.' Ik antwoordde niet, maar liet me de trap op helpen.
Het felle licht verblinde mijn ogen even, waardoor ik zeker een halve minuut verblind moest knipperen. Toen ik weer voldoende zag, schrok ik van mijn moeder die me open armen op me af vloog. ze zei niets, snikte alleen tegen mijn mantel aan. Achter haar stond Draco, ik probeerde me er niet te veel van aan te trekken toen hij zijn armen rond me sloeg.
'Het spijt me echt, Natasha.' fluisterde hij in mijn oor. Ik knikte, besloot het er maar op te wagen.
'Mij ook;' fluisterde ik dus zachtjes terug. Hij liet me los, en op een of andere manier voelde ik me er ongemakkelijk bij.
Reageer (1)