Foto bij XXVIII

Chiara Standle

Vermoeid stap ik uit bed, terwijl ik me geeuwend uitrek. Als ik op mijn wekker kijk, zie ik dat ik aardig vroeg ben, maar dat maakt me niet uit. Snel loop ik de badkamer in en begin me te wassen.
Ongeveer een kwartier later loop ik de douche uit. De rest ligt nog te slapen en uit aardigheid maak ik ze allemaal maar even wakker, aangezien het nu al acht uur is.
Als ze allemaal wakker zijn, loop ik de slaapzaal uit richting de leerlingenkamer. Die is totaal verlaten en hoewel de Grote Zaal nog lang niet open is, loop ik toch naar beneden.
Een wandeling is wat ik nodig heb en snel loop ik naar buiten. Meteen zodra ik buiten ben, vind ik het stom van mezelf dat ik geen jas meegenomen heb; het is misschien nog maar de helft van september, maar het was al aardig koud, zeker zo vroeg in de ochtend.
Als ik bij het meer aankom, laat ik me tegen een boom neerzakken en al snel zit ik in het gras, kijkend over het Grote Meer. Een zucht van vreugde verlaat mijn mond en al snel vliegen mijn gedachte naar Peter. Meteen probeer ik hem uit mijn hoofd te verbannen; ik weet dat dat erg raar klinkt, maar dit is niet het moment om aan hem te denken. Oké, hij heeft geen vriendinnetje, maar als hij me echt zou zien zitten, had hij dat allang laten merken.
Dan, alsof hij wil dat mijn gedachtegang onderbroken wordt, vliegt er een uil vlak boven het meer heen, richting de uilenvleugel. Terwijl ik hem zie vliegen, bedenk ik me dat ik nog niet van mijn ouders heb gehoord sinds de vakantie, terwijl ik zo'n drie dagen geleden jarig was. Met mijn nog half-slapende hoofd probeer ik een verklaring te vinden, maar het is tevergeefs.
Als ik op en mijn horloge kijk, schrik ik; het is al kwart voor negen en ik moet nog ontbijten en mijn tas inpakken. Zo snel ik kan, loop ik richting het kasteel.
Zodra ik de deur openduw, zie ik dat mensen me raar aankijken. Waarschijnlijk denken ze dat ik de hele nacht buiten ben geweest, of iets dergelijks. Snel loop ik door naar de Grote Zaal, waar mijn vriendinnen nog luid kletsend zitten te eten. Als ze mij zien, kijken ze elkaar samenzweerderig aan.
"Zeg, en waar ben jij geweest?" vraagt Tiffany. Ik kijk haar niet-begrijpend aan; de toon waarop ze het zegt, verraad dat ze denkt dat ik iets met Peter heb gedaan. Al snel besef ik dat ze dat allemaal denken, want ze kijken me veelbetekenend aan.
Ik zucht. "Nee, ik was niet ergens met Peter. Ik had tijd voor mezelf nodig en heb even bij het meer gezeten. Niet bijzonders. En ik bedacht me net dat ik nog niets van mijn ouders heb gehoord, terwijl ik zo'n drie dagen geleden jarig was. Hebben jullie nog iets gehoord vanochtend?" Mijn vriendinnen schudden allemaal hun hoofd.
Ik knik en ga op de bank voor de tafel zitten. Terwijl ik een broodje pak, zie ik vanuit mijn ooghoek een uil op me afvliegen. Het is dezelfde als vanochtend. Hij draagt een langwerpig pak en land voor mijn neus, nog net niet in mijn broodje. Ik haal net het pakje uit zijn poten, als mijn vriendin zegt dat de les over vijf minuten begint.
"WAT?!" piep ik uit. Ik ben nog nooit te laat gekomen bij een les en nu zou het me zomaar gebeuren? Mijn hoofd protesteert. Ik spring op, gris mijn cadeau mee en ren naar boven. Als ik snel ben, kan ik misschien nog net op tijd in de les zijn.
Als ik terug beneden ben, ren ik door naar buiten, waar de kassen staan. Vooral Kruidenkunde wil ik niet missen. De deur staat nog open als ik op zo'n honderd meter afstand ben, maar een hand van binnen uit wil hem net dicht trekken. "Wacht, mevrouw, wacht!" Professor Stronk kijkt me even verbaasd aan, maar houdt de deur nog wel even open.
Zodra ik binnen ben, verontschuldig ik me meteen dat ik zo laat ben en leg het uit. Professor Stronk knikt begrijpend en geeft me gelukkig geen straf. Snel plof ik naast Peter neer, die strak vooruit blijft kijken. Ik kijk hem even raar aan, maar sla dan toch maar mijn boek open.
"Dus.. Peter, jij had toch alles in je boek zitten?" Hij kijkt me even verward aan en knikt daarna twijfelend. "Waar komt die twijfel vandaan?" Peter haalt zijn schouders op. Dan valt het me op dat hij angstig heen en weer kijkt, alsof hij iets heel geheims doet. "Peter? Wat is er aan de hand?" Hij schudt zijn hoofd. Ik glimlach geruststellend naar hem en als reactie slaat hij zijn ogen neer; hij ziet er best schattig uit zo.
Als hij geen aanstalten maakt om te beginnen, pak ik zijn boek maar even, waar ons begin in zit. De deelvragen hadden we de laatste keer in de bieb al verdeeld. Ik schrijf mijn eerste deelvraag -Wat is Kattenkruid zelf eigenlijk?- over op mijn perkament en begin aan het uitwerken. Ik schrijf eerst een aantal punten op die ik zelf al weet, zoals dat het eetbaar is en begin dan de tekst over Kattenkruid in het boek zorgvuldig door te spitten. Al dat wat bruikbaar is, schrijf ik op als een soort lijstje. Straks, als ik alle info heb verzamelt, schrijf ik het wel op als een soort tekstje.
Zo werk ik een tijdje, terwijl ik af en toe naar Peter kijk, die inmiddels mijn voorbeeld heeft gevolgd en ook aan het werk is gegaan. Zo zitten we nog ongeveer een half uurtje te werken, tot professor Stronk zegt dat we moeten stoppen. En inderdaad, precies drie seconden nadat ze onze aandacht heeft getrokken, begint de grote klok in het kasteel te luiden. Met een zucht ruim ik mijn spullen op en kijk ik nog even naar Peter, die al snel de kas uitvlucht.
Snel loop ik naar Claire en kijk haar veelbetekenend aan. "Claire, ik moet je nu even spreken. Het gaat over persoontje X." Claire glimlacht; ook al is dat helemaal niet Peter's bijnaam, ze snapt wel meteen waar ik het over heb. "Kom, dan gaan we alvast naar het kasteel, de anderen zijn toch zo langzaam." Ik knik en loop naar de deur.
Als ik buiten sta, begin ik te vertellen. "Hij was de hele tijd super nerveus en keek alsof hij met iets heel geheims en slechts bezig was." Ik denk even aan onze gesprekken. Nou ja, gesprekken... "Oh mijn god, Claire! Hij heeft de hele les, oftewel twee uur niets gezegd. Hij antwoordde of met knikken en hoofdschudden of met schouders ophalen... Vreemd.." Claire kijkt ook nogal raar naar het kasteel, waar Peter nu net door de deur naar binnen loopt.
Op het moment dat ik mijn vriendinnen vanuit de kas naar buiten komen, snakt Claire naar adem. Ze trekt me mee en fluistert: "Het zou best kunnen.. Dat.." Verder komt ze niet, want ik wordt meegetrokken door Sophie, die bij mij over de saaie les wil klagen. Spijtig kijk ik Claire aan, maar luister dan toch maar even naar Sophie. En als ik merk dat Claire er niet op terug wil komen zodra Sophie klaar is, besluit ik me er geen zorgen over te maken en ga ik met Sophie over Dreuzelvoorwerpen praten, iets waar we allebei, op bepaalde gebieden, best geïnteresseerd in zijn. Dan lopen we door de deur naar binnen en houden we onze mond even, waarna een zucht mijn lippen verlaat; op naar de volgende les.



~~~~~
Hooi lieve lieve lieve abo's!
Sorry dat ik zo lang niet geactiveerd heb met mijn hoofdstuk, maar hier issie dan ^^
Extra lang, omdat jullie zolang zonder hebben gezeten =)
Xx. Leentje <3

Reageer (4)

  • Jagkass

    waarom doet petertje zo?
    Snel verder!

    xoxo

    1 decennium geleden
  • McGuiness

    <3

    1 decennium geleden
  • Kreynta

    jeeeeej! (yeah) hoofdstukkie! :D:D:D
    maarre... wattehell is er met petertje aan de hand??
    I want to know! :Y)
    en dit lange hoofdstukje maakt het weer helemaal goed hoor :)
    xxxx

    1 decennium geleden
  • Bm0

    jeaj hoofdstukje
    snel verder

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen