7. De dokter
De jongens lijken te verstijven.
Waardoor weet ik niet, maar ze lijken erg hun best te doen om zo normaal mogelijk te lijken.
Emily doet de deur open en ik zie een blonde, erg bleke man binnen komen.
"Ik ben Carlisle. Ik ben dokter." zegt de blonde man. Hij heeft goudachtige ogen en er is geen rimpel te bekennen op zijn gezicht.
"Ik ben Piper." zeg ik, om mezelf ook maar even voor te stellen.
"Is het goed als ik je even ga onderzoeken?" vraagt Carlisle, waarna hij me afwachtend aankijkt.
Ik kijk Emily onzeker aan.
Hoe weet ik nou of hij echt dokter is? Hoe weet ik nou dat hij geen kwaad in het zin heeft?
Emily glimlacht naar mij. Alsof ze zo aan wil geven dat het wel goed is.
Ik knik Carlisle toe.
Hij komt direct in actie. Hij haalt het verband van mijn hoofd en voelt voorzichtig even.
Als ik een beetje achter uit deins haalt hij zijn handen snel weg.
"Sorry. Het is niet mijn bedoeling om je pijn te doen." zegt hij verontschuldigend. Ergens klinkt er spijt in zijn stem, maar volgens mij doet hij erg zijn best om dat te verbergen.
Hij schijnt met een lampje in mijn ogen. Ook doet hij nog wat andere dingen met mijn hoofd. Als hij daarmee klaar is doet hij nieuw verband om mijn hoofd.
"Heb je nog ergens anders last van?" vraagt Carlisle.
"Mijn been doet erg pijn." zeg ik tegen Carlisle. Waarna Carlisle een beetje naar mijn been kijkt. Maar natuurlijk werkt het niet zo goed omdat ik mijn spijkerbroek nog aan heb, die aan verschillende kanten rood is geworden. Maar wat mij bijzonder genoeg nog niet eerder is opgevallen.
Carlisle kijkt me een beetje bedenkelijk aan. Waarna hij bedenkelijk rond kijkt.
"Is het goed als ik je broek open knip?" vraagt Carlisle terwijl zijn blik van bedenkelijk naar vragend over gaat.
Is dat goed?! Dan is mijn broek naar de maan! Maar nadat er allerlei verwensingen door mijn hoofd zijn gegaan, bedenk ik me dat mijn broek toch al naar de maan is door het bloed.
Ik probeer nog even of ik mijn broek misschien gewoon uit krijg, maar als ik mijn been een beetje beweeg doet mijn been al heel erg zeer.
"Ja is goed. Ik zou hem anders toch niet uitkrijgen." zeg ik met een gepijnigd gezicht, omdat mijn been nog steeds erg pijn doet.
Carlisle knipt voorzichtig mijn broek open en mijn been komt tevoorschijn. Carlisle zijn gezicht wordt steeds bezorgder naarmate mijn been meer te zien wordt. Daaruit kan ik opmaken dat mijn been niet helemaal in orde is, hoewel ik dat ook al wel wist door mijn nu rode spijkerbroek.
Ik ben bang om naar mijn been te kijken, dus ik kijk naar Su. Hoewel dat niet zo'n goed idee blijkt te zijn, want ze is helemaal wit weggetrokken.
Ze ziet mij kijken dus ze glimlacht even naar mij, als teken dat het wel goed is. Maar ik zie in haar ogen dat ze vindt dat mijn been er afschuwelijk uitziet.
Dan kijk ik naar Jacob voor steun. Maar zelfs Jacob met zijn gebruinde huid is wit weggetrokken. Ook hij ziet mij kijken. Maar hij neemt niet eens de moeite om me toe te lachen. Hij kijkt me alleen even bezorgd aan en kijkt dan weg.
Als Jacob heeft weggekeken kijk in naar Sam. Sam heeft bijna direct door dat ik naar hem kijk. Sam is niet weggetrokken en kijkt mij nors aan. Maar als ik in zijn ogen kijk zie ik dat het alleen een dekmantel is, want zijn ogen staan bezorgd.
Daar kan ik dus ook niet veel steun vandaan halen. Daarom kijk ik maar naar Emily. Maar zij kijkt expres niet naar mij. Ze is helemaal wit weggetrokken en ziet eruit alsof ze elk moment flauw kan vallen.
Als Sam mij bezorgd naar Emily ziet kijken, kijkt hij ook direct bezorgd naar Emily.
Sam kijkt mij even verontschuldigend aan, waarna hij Emily mee de kamer uitneemt.
Ondertussen is Carlisle bezig met mijn been.
"Ik ga je nu een prik geven, die je been grotendeels verdoofd." zegt Carlisle, waarna hij naar zijn koffertje loopt.
Ik weet dat ik daar niet naar moet kijken, dus ik kijk naar de deur. Die als ik er even naar kijk open vliegt.
Opeens staan er vier jongens in de kamer. Ze maken veel lawaai, tot ze door hebben dat ik in de kamer lig. Ze kijken mij verbaasd aan, maar al snel kijk in weg omdat ik iets aan mijn been voel trekken. Er gaat een grote pijnscheut door mijn been, zo weet ik dat de verdoving niet goed werkt.
"Gaat het wel?" vraagt Carlisle opslag heel bezorgd door mijn gezicht die verwrongen is door de hoeveelheid pijn.
"Ik denk dat de verdoving niet goed werkt." zeg ik half snikkend, terwijl de tranen over mijn wangen stromen.
Op slag is Carlisle weer druk bezig en ik voel dat ik weer een prik krijg. De tranen stromen sneller over mijn wangen.
Ik voel dat er iemand in mijn hand knijpt. Su heeft mijn hand vastgepakt en zegt troostende woorden.
Ik doe mijn ogen dicht en probeer niet te denken aan wat Carlisle aan het doen is, terwijl ik naar Su haar troostende woorden luister.
Na een tijdje tikt iemand op mijn schouder. Ik doe mijn ogen open en zie Carlisle.
"Ik ben klaar met hechten. Er zit ook al verband om je been. Blijf nog maar even rustig liggen." zegt Carlisle, waarna hij even vriendelijk glimlacht.
Ik doe mijn ogen weer dicht en ik hoor dat de mensen in het huisje weer gewoon gaan praten. Maar al snel hoor ik niks meer en ben ik weg in dromenland.
Reageer (2)
Carlisle ping er gaat een lichtje branden: Twilight Jacob: dejavu
1 decennium geledenoooh hup essie geweldig snel verder xxx su
1 decennium geleden