002
Het is zaterdag middag en stap na 3 uur reizen eindelijk uit de trein. Ik ben echt blij dat ik er weer uit ben, wat een gedoe zeg. Eerst 2 keer overstappen en daarna nog dik 2 uur in de trein. Gelukkig ben ik er eindelijk. Glimlachend loop in naar de uitgang van het station, en ik besef me opeens dat ik in de stad sta waar ik zeker de komende 4 jaar te vinden zal zijn. Grappig idee eigenlijk. Ik vis het briefje met alle adressen en een kaartje van de stad uit mijn tas. Ik zie dat het eerste huis niet ver van het station is. Ik schat dat het 10 minuten lopen is en vol goede moed ga ik op stap.
Even later stap ik de straat in van het eerste huis. Volgens mijn blaadje is het nummer 349. Ik loop erheen en klop op de deur aangezien er geen bel is. Niemand doet open en ik kijk of de deur open gaat, ik draai aan de klink en ja hoor ik kan naar binnen. Ik stap naar binnen en heb de neiging om gelijk gillend weg te rennen. Wat ziet het er hier ranzig uit. De hele gang is stoffig en er ligt overal afval en volgens mij zag ik zelfs iets van een muis de gang oversteken. Ik zit te twijfelen of ik naar boven zal lopen om te kijken of er überhaupt mensen wonen in dit semi-kraakpand. Ik weet zeker dat ik hier niet wil wonen dus waarom zou ik eigenlijk de bewoners willen ontmoeten. Ik keer me om en ga opzoek naar studentenhuis nummer twee. Vol goede moed haal ik het blaadje met de adressen en kaartje weer uit de tas en ga weer op weg.
Als ik bijna bij het tweede huis ben begint het opeens te zeiken van de regen. "NATUURLIJK, HET ZAL OOK EENS NIET!" schreeuw ik boos naar de regen. Twee voorbijgangers kijken me echt aan alsof ik niet helemaal honderd ben. "JA IK BEN RETARD HOOR!" schreeuw ik terug. Ik wist dat ik iets vergeten was vanmorgen, en dat was dus mijn paraplu.. Ik loop snel door in de hoop dat mijn jasje mijn kleding drooghoud maar ik ben bang dat dat niet gaat lukken.
Als ik helemaal doorweekt aankom bij een hoog wit huis word er open gedaan door een jongen met een vriendelijk gezicht. "Hai, ik ben Robert. Kom binnen de rest zit boven." Ik volg hem mee naar binnen en sta daar dus fijn droog. "Kom maar mee naar boven, daar is de keuken. Hoe heet je eigenlijk?" "Aimee" "Hai Aimee, je bent echt doorweekt. Had je geen paraplu bij je?" vraagt Robert en hij geeft me een knipoog. "Eh nee, anders was ik niet zo doorweekt geweest" antwoord ik lachend. "Laat mij je jas aannemen" zegt hij lachend "Woh, je weet dat wit doorschijnt als het nat word?" vraagt hij "Dat is algemeen bekend toch?" "En je weet dat.." Hij kan zijn zin niet afmaken omdat ik tot de conclusie kom dat een wit -doorweekt- bloesje aanheb. "Shit.." Ik zie dat Robert moet lachen.. Kom dan gaan we naar boven, ik zal wat warme thee maken en dan kijken we of we hier iets droogs hebben liggen"
Na twee trappen komen we op de zolder aan in de keuken. Het ziet er gezellig uit, en er is prachtige graffiti op de muren gespoten. Ik voel me hier nu al thuis, al ken ik een van de bewoners nog maar 5 minuten. "Hier heb je een handdoek een een kopje thee. Dan zal ik de rest even halen." En hij stommelt de trap weer af.
Al snel is hij weer boven gevolgd door 4 jongens. "Nou hier zijn ze dan, mijn huisgenoten." We gaan met z'n allen aan de keukentafel zitten. Ik kijk naar mijn misschien toekomstige roommates. Naast Robert zit een jongen met blonde krullen en prachtige bruine ogen. Hij strijkt een krul uit zijn gezicht en geeft me een knipoog. Aan de andere kant van Robert zit een jongen met hele dromerige ogen, iets te dromerig. Volgensmij heeft een jointje daarbij geholpen. Daarnaast zit een jongen met een vrolijk shirt aan, ook hij ziet er erg aardig uit. En de laatste jongen ziet er iet wat verlegen uit, maar ook hij lijkt me erg gezellig. Het zijn dus allemaal jongens. Tenzij er een meisje niet is. "Duss, dit zijn Daniel, Fred, David en Jack. En jij wil dus ons nieuwe huisgenootje worden?" De stonede jongen kijkt me erg doordringend aan en staart naar mijn voorgevel heb ik al snel door. "Fred" zegt hij en steekt zijn hand uit. Ik schud hem en vind het een beetje een vreemde kerel.. "Eh, ja. Ik zou hier graag willen wonen. Als jullie dat leuk vinden en het huis me bevalt" zeg ik glimlachend.
Er zijn nog geen reacties.