In mijn ondergoed bekijk ik mezelf in de spiegel. Mijn zwart kante ondergoed steekt donker af tegen mijn witte lichaam. Vol angst kijk naar mijn lichaam. De vele rondingen maken mijn lichaam dik. Ik ga met mijn hand over mijn buik. Het is alsof er een kind in zit zo dik. Na het eten van vanavond ben ik al wel zeker weer een paar pond aangekomen. Ik loop naar de badkamer en blijf boven de wasbak hangen. Snel en vlug steek ik mijn vinger achterin mijn keel. Al het eten van vanavond valt naar buiten en spat uiteen op het marmeren meubel. Ik blijf even stil om te luisteren of niemand me gehoord heeft. Snel maak ik het meubel schoon en loop op mijn tenen terug naar mij slaapkamer. Daar ga ik weer voor de spiegel staan.
'Ze is zo lelijk.'
De stemmen van mijn medeleerlingen kruisen door mijn gedachten. Elke avond voor ik ga slapen hoor ik de stemmen weer. Als ik naar degene kijk die het elke keer weer zeggen word ik jaloers. Hun figuur is om door een ringetje te halen. Zij hebben allemaal vriendjes. Hebben vriendinnen en zijn gelukkig.
Snel werp ik nog een blik in de spiegel. Ik ben lelijk. Ik ben dik.

Ik voel een klap tegen mijn lichaam. Met een volle vaart knal ik tegen de kluisjes. Mijn tas verdwijnt in de gang. Met mijn gezicht vol tranen blijf ik tegen de kluisjes zitten.
'Wat is er gebeurd?'
Ik schud mijn hoofd zonder te kijken wie er voor me staat. Twee handen voel ik op mijn knieën.
'Wat is er met jou gebeurt? Je had vroeger zo'n mooi lichaam. Nu kan ik bijna je botten vast pakken.'
De zware mannenstem klinkt door in mijn oren. Ik kijk op en zie de leraar Engels voor me op de grond zitten. Zijn blauwe ogen kijken me doordringend aan. In zijn donkere haren zijn al lichte grijze plekken te vinden.
Ik schud mijn hoofd. Ik wil er niet over praten.
'Waar is je tas?'
'Ik denk verderop in de gang.'
'Mag ik wat vragen. En daarbij wil ik dat je eerlijk antwoord geeft.'

Verbaasd kijk ik op. Wat wil een leraar nu vragen? Nou niet zomaar een leraar. Mijn Engels leraar. Degene die bij mij favoriet is. Toch knik ik langzaam.
'Lijd je aan anorexia?'
Met grote ogen kijk ik hem aan. Nee, natuurlijk niet. Ik schud wild mijn hoofd. Bij anorexia denken meisjes dat ze dik zijn, terwijl ze dat niet zijn. Ik ben dik, en dat is mijn lichaam ook. Ik ben niet dun.
'Wat zegt je gedachten?'
'Ik ben dik.'
fluister ik zacht.
'Dat dacht ik al. En kijk naar je lichaam. Je bent bijna vel over been.'
Verbaasd kijk ik naar mijn lichaam. Mijn kleding valt er wat breed overheen. Ik haal de mouw van het shirt van mijn arm af.
'Kijk.'
De leraar pakt mijn arm vast met zijn pink en duim. Er is zelfs nog ruimte over. Ben ik echt zo dun?
Scherp kijkt hij me aan.
'We gaan hier een einde aan maken. En aan het gepest!'

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen