Hoofdstuk 3

Als ik s’middags thuis kom van een vermoeiende schooldag, vindt ze een briefje op tafel:
Lieve Roos,
Ik ben even wat eten met een goede vriend van me oké?
Ik kom om 7uur thuis ,eet maar ergens een patatje.
Xxx mama

‘jaja een goede vriend ’ denkt Roos.
Ik hoopte eigenlijk wel dat het een gewoon een goede vriend is.
Want ik kan het er niet bij hebben als haar moeder nu al
weer een nieuwe vriend heeft ,terwijl haar vader pas 4 maanden geleden gestorven is .
Als ik s’avonds een patatje aan het halen ben op de fiets denk ik de hele weg aan haar vader .
Ik ben nog een beetje in mijn eigen wereldje
als ze opbotst tegen …. Sem!
Hij komt net de patatzaak uitlopen.
‘Heee Kan je niet uitkijken’ zegt Sem met een geïrriteerde stem, maar als hij zich omdraait en Roos ziet staan heeft hij spijt van wat hij gezegd heeft.
‘Ja ik kan wel uitkijken maar ik was ergens anders met mijn hoofd’ zeg ik.
‘sorry voor die opmerking ik wist niet dat jij het was’ zegt Sem blozend, en hij is blij dat het donker is.
‘we kunnen ook samen een colaatje drinken binnen, dan vergeef ik het je ’ zeg ik lachend.
‘Oké dat doen we!’ zegt Sem en hij loopt achter Roos aan naar binnen.

Als ik om 20:00 weer thuis kom is mijn moeder al thuis.
‘Waar was jij?’ zegt mijn moeder.
‘ik was in de snackbar met Sem een colaatje drinken , of mag dat soms niet’ zeg ik.
‘En was het gezellig met die goede vriend van je ? ’zeg ik er gelijk achteraan.
‘het was heel gezellig we zijn wat gaan eten in een chique restaurant ’ zegt haar moeder, en geeft me een kus op mijn voorhoofd .

‘Kom we gaan nog even Gtst kijken en dan naar bed jij ’zegt haar moeder.