LIX

Alice Potter

Ik onderdruk de sterke neiging mijn wekker tegen de muur te gooien nadat hij het gewaagd heeft me om zeven uur te wekken op een zondag. Mijn kamergenotes blijven stil, waar ik uit opmaak dat ze het niet gehoord hebben. Hoe moe ik ook ben van de weinige slaap, na een uur in mijn bed gelegen te hebben, ben ik nog steeds wakker. Zuchtend sla ik mijn benen over de rand van mijn bed en loop met een stapeltje kleren in mijn handen naar de badkamer, waar ik de douche aanzet.

Ik ben met mijn toverstok mijn haar aan het drogen als er hard op de deur gebonkt wordt. Geschrokken bind ik mijn vochtige haar in een staart en verlaat de badkamer, waar June en Sarah ongeduldig met hun armen over elkaar geslagen naar me kijken.
‘He he,’ zucht June, waarna ze haar zus opzij duwt en snel de badkamerdeur achter zich dichttrekt.
Sarah en ik staan allebei verbaasd naar de deur te kijken totdat Sarah zich herstelt en op de deur begint te kloppen. ‘Schiet eens op!’
Hoofdschuddend loop ik naar mijn bed, waar ik mijn slaapspullen dump. Dan zie ik dat Marinda niet in haar bed ligt, wat raar is aangezien ze zeker niet voor mij wakker is geworden, op zondag slaapt ze meestal tot minstens tien uur. En ik heb de badkamer bezet gehouden, haar kennende gaat ze niet zonder make-up de slaapzaal uit. Misschien is ze bij Sirius, wat me erg onlogisch lijkt sinds de gebeurtenissen van afgelopen nacht.
Ik besluit het uit mijn hoofd te zetten en loop naar de Grote Zaal, totdat ik voor de deuren sta en besef dat ik Remus dan waarschijnlijk onder ogen moet komen.
Nog twijfelend sta ik voor de deuren, als ik achter me ineens een stem hoor. ‘Alice?’
Ik draai me om en zie Remus staan. ‘Remus,’ zeg ik zacht.
Hij kijkt me even ongemakkelijk aan. ‘Kunnen we er misschien vanavond over praten?’
Ik wil antwoord geven, maar doe het niet als ik James achter hem zie lopen.
‘Je bent toch niet mijn zusje aan het versieren, Remus?’ James slaat zijn vriend lachend op zijn rug.
Remus schrikt zich zo te zien bijna dood, maar glimlacht dan doodnormaal naar James.
Sirius en ik staan er wat ongemakkelijk bij, maar James vindt het blijkbaar de leukste grap ooit, hij moest eens weten…
‘Hoe komen jullie eigenlijk zo vroeg op?’ vraagt Remus voordat James doorkrijgt dat we niet meelachen, dankbaar glimlach ik naar hem.
Sirius grijnst. ‘James heef-’
‘Helemaal niet! Peter heeft mijn bed in de fik gestoken,’ zegt hij alsof het hem elke dag overkomt.
‘Juist. Weet je, ik hoef het niet te weten. Ik ga naar boven,’ zeg ik, als James het uit wil leggen en Sirius ertegenin wil gaan.