5. Weer niks
De auto stopt. Emily en Sam stappen uit en Jacob doet voorzichtig mijn deur open en helpt me uit de auto. Als hij mij naar het huis brengt wordt de pijn te veel. Het wordt weer zwart voor mijn ogen.
"Shit!" hoor ik nog net voordat ik helemaal weg ben.
Ik doe mijn ogen open. Ik zie niks. Met een schok kom ik overeind. Ik stoot mijn hoofd en ga weer liggen.
"Au" zeg ik en wrijf over de zere plek op mijn hoofd. Tenminste dat is de bedoeling, maar ik wrijf over een soort verband. Ik denk na, maar kan me niks herinneren. Opeens besef ik dat ik mijn ogen open heb, maar dat ik nog steeds niks kan zien.
"Is er iemand?" vraag ik maar.
De deur wordt opengedaan. Er komt een vrouw aan. Opluchting stroomt door me heen, ik ben niet blind. Ik zie dat ik mijn hoofd heb gestoten tegen een plank.
"Hoe gaat het Piper?" vraagt de vrouw. Ze heeft littekens over haar gezicht lopen, maar kijkt op een manier toch vriendelijk en bezorgd.
Vragen schieten door mijn hoofd. Wie is zij? Hoe weet ze mijn naam? Waar ben ik? Waarom heb ik verband om mijn hoofd? Wat doe ik hier?
Ik kijk de vrouw verbaasd aan.
"Het gaat wel. Denk ik. Maar wie bent U?" zeg ik. Waarop de vrouw mij verbaasd aankijkt.
"Weet je niet meer wie ik ben?" vraagt ze terwijl ze nog bezorgder gaat kijken.
"Nee ik weet niet wie U bent." zeg ik terwijl ik haar verbaasd aankijk.
Moet ik haar kennen? Waar moet ik haar van kennen?
"Ik ga even iemand voor je halen." zegt de vrouw. Wie ze opgaat halen weet ik niet. Waarom zou ze iemand voor me op moeten halen. Ik snap er niks van.
De vrouw komt weer binnen, maar deze keer met een mooie gespierde gebruinde jongen naast haar. De jongen kijkt mij bezorgd aan.
"Piper. Weet je wie ik ben?" vraagt de jongen bezorgd.
Weer gaan er vragen door mijn hoofd. Moet ik die jongen kennen? Waar zou ik die jongen dan van moeten kennen?
"Nee. Ik weet niet wie U bent." zeg ik. Waarna de jongen nog bezorgder gaat kijken. Hoewel ik niet had verwacht dat dat kon.
Ik begrijp er niks van. Waarvan moet ik die mensen kennen? Waarom maken ze zich zo druk om mij? Wat is er gebeurd?
Opeens komt er nog een jongen binnen, hoewel dit meer een man is. Hij is gespierd en gebruind net zo als de andere jongen.
"Weet ze niks meer?" vraagt hij verbaasd, maar zacht aan niemand in het bijzonder. Hij werpt een bezorgde blik op mij.
"Nee. Ik weet niks meer. Misschien handig als U me verteld wat ik eigenlijk moet weten." zeg ik omdat ik helemaal gek wordt van dat niks weten. Ik krijg daardoor drie verbaasde blikken op me geworpen.
Geweldig ze dachten blijkbaar dat ik mijn tong verloren had. Dat heb ik weer.
"Mensen. Vinden jullie het goed dat ik iemand bel. Want ik heb het idee dat jullie denken dat ik helemaal gestoord ben." zeg ik. Ik wil nu actie. Ik heb een zeer hoofd en een zeer been, ook gaan de mensen hier er vanuit dat ik een hersenschudding heb gehad blijkbaar.
De drie mensen kijken mij verbaasd aan. Alsof ze denken dat ik me nooit had kunnen herinneren dat ik ook nog een mobieltje heb. Ik voel in mijn zakken en voel zoals verwacht mijn mobieltje in mijn rechter zak.
"Wie wil je bellen dan?" vraagt de vrouw met een frons op haar gezicht.
"Ik zou graag één van mijn vriendinnen bellen. Die kan me dan ophalen met haar auto." zeg ik alsof het de normaalste zaak van de wereld is, wat het eigenlijk ook is.
"Nou. Oké." zegt de vrouw een beetje terughoudend.
Ik pak mijn mobiel en zoek Su haar nummer op. Zij zal hier waarschijnlijk het snelst zijn.
"Heey Su." zeg ik als ze heeft opgenomen.
"Heey Piper. Wat is er?" vraagt Su nieuwsgierig.
"Ik zit ergens in een huis en ik heb geen idee wat ik hier doe. Ik heb verband om mijn hoofd, mijn been doet zeer. En de mensen hier lijken te denken dat ik gek ben." zeg ik waarna ik een beetje boos naar de mensen kijken die nog steeds bij mij in de kamer staan. Ze kijken een mij beetje verontschuldigend aan, maar ze kijken nog steeds bezorgd.
"Waar zit je dan?" vraagt Su nu bezorgd.
"Ik heb geen idee. Maar waarschijnlijk kan iemand hier dat wel uitleggen. Hier komt iemand." zeg ik waarna ik mijn mobiel uitsteek met een afwachtende blik. Maar niemand komt in actie.
"Het zou fijn zijn als één van jullie Su gaat uitleggen waar ze heen moet gaan om me op te halen." zeg ik een beetje geïrriteerd, omdat ze het niet snappen. De jongst uitziende jongen komt direct in actie.
Hij pakt mijn mobiel en begint een heel gesprek met Su. Hij loopt de kamer uit en praat rustig verder.
Natuurlijk hij loopt wel weg om privacy te krijgen, terwijl ik geen privacy krijg. Denk ik zuur.
Ik wacht ongeduldig totdat hij terug komt. Na een paar minuten komt hij weer terug.
"Ze is hier waarschijnlijk over een paar minuten. Als ze niet verdwaalt." zegt hij, waarna hij mijn mobieltje terug geeft.
"Dankjewel." zeg ik. Waarna ik met ongeduld wacht op Su.
Reageer (2)
( je hebt een enthousiaste volger volgens mij )
1 decennium geledenaaaahhhh bgeweldig dooorrr hup ess je kunt het wel door door door! here i come!
1 decennium geleden