The writer [SA]
Zachtjes gleed de pen over het papier, woorden vormend die iedereen kon verstaan. Het opstel voor school over adoptie kreeg langzaam vorm en met elke zin werd er een steeds duidelijkere mening geuit in lange poëtische zinnen. Ook al was Nina nog maar zestien jaar, ze was een schrijfster, iemand die mensen onder betovering kon brengen door uitgebreide beschrijvingen. Niemand wist hier iets over op deze kleine, o zo blauwe planeet. Als ze eenmaal begon te typen op de oude typemachine op haar kamer kon niets haar nog uit de trans bevrijden tot er weer een hoofdstuk af was van het boek waar ze al maanden, misschien wel een jaar, aan bezig was. Nina was een flapuit, een meisje met een duidelijke mening, die ze dan ook verdedigen zou, wat het ook zou mogen kosten. Haar leerkrachten waren in de wolken van haar opstellen, maar bij de toetsen deed ze het vaak gemiddeld of ondermaats. Haar ouders waren creatieve zielen, ze schilderden voor de kost en daardoor kwamen ze op het einde van de maand vaak geld te kort, door de hoge verfrekening of door het weinige geld dat ze voor hun schilderijen kregen. Maar, dat maakte Nina niet uit, al kon ze door een tekort aan geld nu niet mee op een schoolreis naar Italië, het was de liefde die ze van haar ouders en omgeving kreeg die telde. Mam schreeuwde aan de telefoon, het was in het Frans, Nina kon het niet verstaan, en hing boos op. Vast weer een nieuwe klant die zijn bestelling schrapte, dus ze zouden vast moeten oppassen met hun geld de rest van de maand. Daardoor was Nina’s droom ooit ontstaan, als ze schrijfster was kon ze haar ouders wat geld geven om van te leven, dan waren ze niet afhankelijk van de schilderijen.
Nina’s wekker begon te ringen en maakte duidelijk dat het zeven uur was en ze zich nodig moest gaan klaarmaken om naar school te gaan. Drie maal per week stond ze twee uur vroeger op om te kunnen schrijven, zodat haar boek snel af zou zijn. Ze haastte zich naar de badkamer en kleedde zich snel om, een nieuw record, zeven minuten. In de gang schoof ze een zwarte muts over haar lange bruine haar dat in zachte krullen naar beneden hing. Als je Nina zag lopen leek ze een fotomodel, lang, slank, maar niet te slank en een mooi en schattig gezichtje. Ondanks dat was ze niet populair op school, de meeste leerlingen leken haar onvermijdelijk te mijden, maar dat kon Nina niets schelen, ze was liever op haar eentje. Ze had enkele vriendinnen, en dat waren er genoeg. Sara, Melanie en Sky waren vriendelijk, maar niet nepvriendelijk. Ze gaven echt om haar, dat was duidelijk aan de manier waarop ze over haar spraken, altijd lovend, en af en toe een noot van kritiek, maar dat was nooit erg negatief, hoogstens over hoe ze altijd droomde over nieuwe avonturen die ze haar personage Micheal Scot kon laten beleven. Met haar boekentas op haar rug liep ze dapper naar school, klaar om weer een kwellende dag cijfers en letters tegemoet te gaan. Haar mp3, die haar een liedje van Kropp Circle toestuurde, bood haar troost. Sneeuw dwarrelde zachtjes naar beneden en deed de temperaturen gevaarlijk diep onder nul zakken. Alsof er iemand een signaal had gegeven om met een bus poedersuiker boven haar hoofd te schudden. Na tien minuten kwam ze als een sneeuwmannetje zo wit op school aan, waar iedereen vrolijk met de verse sneeuw aan het gooien was terwijl haar vriendinnen veilig onder het afdak stonden te schuilen voor de koude, natte en kleverige sneeuw. Snel stapte Nina op hen af, de witte bolletjes poeder die over de hele speelplaats vlogen omzeilend.
“Dag Nina!” zei Sky vrolijk en vloog haar beste vriendin om de hals.
“Hee Sky, dag Melanie en Sara.” Een glimlach sierde Nina’s lippen en ze nam haar vriendinnen in zich op. Melanie was een meisje met kort blond haar, wiens molligheid haar sierde. Blauwe ogen die af en toe grijs waren kenmerkten haar vriendin, Sara had lang stijl kastanjebruin haar en een lichtgetinte huid was in contrast met haar felgroene ogen waardoor ze vaak werd afgestempeld als heks. Maar, dat kon Nina niets schelen, ze was een persoon net als een ander, en dat ze ook nog lief was handig meegenomen. Sky had iets engelachtig met haar halflang blond haar en lichtblauwe ogen. Nina zou zich er niet over verbazen als ze zou wegvliegen op een dag. Het hoofdpersonage in haar boek was gebaseerd op Sky, Melanie en Sara, en daar waren de drie meisjes stiekem erg blij om. De bel ging en de leraren kwamen op hun hoede uit de leraarskamer, de meeste met een map om als schild te gebruiken in hun armen geklemd.
“Snel naar binnen meisjes!” zei mevrouw Johnson en haastte zich naar binnen. De klas volgde haar voorbeeld en al snel zat iedereen op hun plek opgewonden over de sneeuw te praten. De lerares maande de klas tot stilte en haalde de opstellen op.
“Zo, nu ik iedereen zijn opstel heb ga ik ze door elkaar schudden en enkele voorlezen, jullie moeten raden van wie die zijn, als je het zelf bent mag je meeraden, maar zeg je gewoon een andere naam om iedereen op een dwaalspoor te zetten, oké?” De klas knikte opgewonden en hield zich klaar om te luisteren.
“Adoptie is een legaal middel om je kind af te staan aan vreemden. Zonder enig spoor van je achter te laten omdat je er niet klaar voor bent om een kind op te voeden. Het is een vreselijk laffe manier om van je plichten als moeder of vader af te zien, gewoon omdat je het niet kunt bekostigen, je er niet klaar voor bent, het een ongelukje was. Zelfs al ben je tegen abortus, en sta je, je kind af voor adoptie, zie ik het als moord, niet de moord op je kind, maar op het moedergevoel, als de moord op een levend wezen. Langs de andere kant is het een mooie gelegenheid voor mensen die geen kinderen kunnen krijgen, om hun wens voor een kind toch te laten uitkomen. Maar, voor iemand adoptie kiest moeten ze eens goed nadenken, willen ze nu echt dat hun kind een leven vol vragen en leugens opbouwt? Geven ze dan echt niet om hun kinderen,” sprak de leerkracht,”Zo, van wie is dit opstel.” Ze herkende haar zinnen waar ze deze ochtend nog zo lang aan geschreven had. Enkele personen raadden willekeurige mensen, maar Sky wist dat Nina het geschreven had.
“Is het Nina?” vroeg ze. De lerares knikte,”Goed geraden Sky.”
De bel die aankondigde dat de schooldag erop zat bevrijdde Nina van die plek die ze hel noemde. Sneeuw dwarrelde nog altijd naar beneden, waardoor de stoep al van een laagje sneeuw voorzien was. Ze kon haar ogen niet geloven toen het opeens harder begon te sneeuwen en ook de weg stilaan onder de sneeuw stond. Nu wist ze dat ze voorzichtig moest zijn, als een auto nu abrupt moest stoppen als zij, of iemand anders, de straat overstak kon de klap die daarop zou volgen wel eens fataal zijn. Op haar hoede stak ze uiteindelijk de straat over, om zich heen kijkend zodat een auto haar niet zou omverrijden. Ze was nog maar halverwege de brede laan toen er een auto aan gevaarlijke snelheid aan kwam rijden. Verstijfd bleef ze staan, ze moest er niet aan denken wat ze nu zou gebeuren.
Maarten, de zoon van een vriend van haar ouders, keek toe hoe de auto op Nina afreed en steeds dichterbij kwam. In zijn gedachten schreeuwde hij dat ze van de weg moest gaan, maar dat deed ze niet, in tegendeel, ze bleef staan, verstijfd. Hij zette zijn gedachten op nul en begon te lopen, zijn snelheid opbouwend zoals bij hardlopen. Toen hij Nina voorbij kwam sloot hij zijn armen om haar middel en trok haar met hem mee, de weg af.
“Ben je niet goed bij je hoofd?” vroeg hij terwijl hij zijn hartslag en ademhaling probeerde te kalmeren,”Die auto had je kunnen doden!”
“Ik verstijfde,” zei Nina in schok over het gene wat er net gebeurt was.
“Kom ik breng je naar huis.”
Zo kwam het dat Nina en Maarten even later samen in de zetel zaten, een dik deken rond Nina’s lichaam verstopte haar fragiele lijfje en een tas warme chocomelk zorgde ervoor dat ze weer opwarmde.
“Bedankt,” zei ze zachtjes. Ze nam een kleine slok en zette de tas weer op de salontafel,”Zonder jou was ik misschien… dood.” Haar lippen trilden en haar ogen traanden, enkele duidelijke kenmerken die erop duiden dat ze in schok was. Het duurde niet lang voor de tranen over haar wangen stroomden.
“Hee, kop op, het is niet gebeurt, je moet er dan ook niet aan denken.” Maarten probeerde Nina te sussen en sloeg zijn armen om haar heen. Als iemand anders hen zo had zien zitten zou die een heel ander beeld krijgen van het tafereel. Ze zouden het zien als liefde, maar dat zou verschrikkelijk onwaar zijn. Maarten en Nina kenden elkaar niet eens, ze hadden elkaar hoogstens op school ontmoet. Maarten wist alleen Nina’s naam door het artikel in het schoolkrantje over het feit dat ze de talentenjacht had gewonnen. Nina had geen idee van hoe de jongen noemde, maar dat vond ze niet erg, hij had haar leven immers gered door de straat op te rennen.
“Ik moet maar eens gaan,” zei hij toen ze wat gekalmeerd was.
“Oh, is goed, en nogmaals, bedankt.” Ze keek hem glimlachend aan.
“Geen probleem.” Maarten verliet het huis en Nina liet zich achter haar typemachine zakken.
Terwijl ze de toetsen indrukte verschenen er steeds meer letters op het blad, gescheiden door spaties en in alinea’s gegoten. Letters vormden woorden, en woorden zinnen, en uiteindelijk al die zinnen, een boek.
Reageer (1)
Moooi!! <3
1 decennium geleden