(H)
En toen zag ik Hem lopen.
Aan het begin van de brugklas had hij mij gevraagd. Maar ik had Hem afgewezen omdat ik hem niet leuk vond. Twee weken later vond ik hem wel leuk en hij mij niet... En nu zit ik hier in een tussenuur in de aula, met zowat alle meisjes uit de klas om haar heen te zeggen dat ze Hem moet vragen. 'Toe dan!' zegt een vriendin van haar. 'Nee, ik durf het niet, straks zegt hij nee!'zegt Zij. 'Hij zegt heus wel ja, wie vind hem nou niet leuk? Maar, als je het niet wilt, dan moet je het niet doen.' zegt de vriendin. Dan gaat de bel. We moeten naar gym. We pakken onze tassen en lopen naar W032. Als Hij even later de spelregels van unihockey voorleest, mag hij van de leraar iemand anders kiezen die de regels die wel mogen voorleest. Ik zie hem twijfelen tussen twee mensen. Namelijk Zij en mij. Maar hij gaat toch naar haar. Dat was het dan, dat was mijn ondergang. Hij kiest voor haar en niet voor mij. Ik ben verdrietig. Ik heb een of ander slap verhaal opgehangen over mijn vader, toen iedereen vroeg wat er met me was, toen ik zachtjes begon te huilen. Zelfs tegen mijn beste vriendinnen heb ik gelogen. Ik kan toch niet zeggen dat ik ook op hem ben? Ze steunen toch allemaal Haar.
Er zijn nog geen reacties.