*40*
Er zijn alweer een paar dagen verstreken en het enige wat door mijn hoofd blijft schieten is; laat ze nog leven en laat het kindje van Harry zijn. Als het niet van Harry is, hoef ik niet. Sander is de afgelopen dagen echt heel lief voor me geweest en heeft me zelfs onderdak aangeboden, maar het hielp niet. Ik miste hem te erg en moest mezelf elke dag in slaap huilen.
'Yara?' ik kijk op in de ogen van de aardige verpleegster. Ik had gevraagd of zij de enige was die mij kon verplegen en dat vonden ze blijkbaar goed, want sindsdien heb ik niemand anders meer gezien. 'Wat is er?' vraag ik. 'De uitslag is er. Moet ik iemand voor je bellen?' vraagt ze. Mijn ogen beginnen nieuwsgierig te glinsteren. Automatisch kruis ik mijn vingers en beginnen mijn handen zenuwachtig te zweten. 'Nee, dat hoeft niet', zeg ik vastberaden. Ze knikt en overhandigt me de envelope. 'Weet je zeker dat er niemand bij moet zijn?' vraagt ze achterdochtig. 'Nee. Kan je me nu alleen laten?' vraag ik. Ze knikt langzaam en verdwijnt dan. Met bevende handen open ik de envelope en haal de brief eruit. Ik pak de brief en laat mijn ogen langs de tekst scrollen. Ze blijven bij de naam hangen en zorgen voor tranen over mijn wangen...
Eenzaam zit ik op de stoeprand voor het huis van Sander. Het is inmiddels alweer een maand verder en toch blijf ik zoeken. Mijn vader heeft na een week de moed opgegeven en heeft medegedeelt dat ik bij Sander kon gaan wonen. Zonder overleg, zonder iets. Ik heb, sinds ik het ziekenhuis uit ben, alle kranten door gespit, maar nergens stond iets over ze in. Ik ben zelfs langs de grootste fans geweest met de vraag of ze al iets van ze gehoord hebben, maar niets. Helemaal niets. Mijn hoop begint steeds meer in te zakken, maar toch blijf ik moedig elke dag doorzoeken. Mijn buik is inmiddels als een dikker geworden en de eerste verschijnselen van de zwangerschap zijn al zichtbaar. Elke keer als ik terug denk aan het kind lopen de tranen over mijn wangen. Ik twijfel nog steeds over of ik het wel moet houden of niet. De storm is gelukkig al wel gaan liggen, dus hoef ik niet meer te vrezen om opgesloten te zitten met Sander in een huis. Mijn eigen zachte gegrink klinkt in mijn oren, zodra ik besef hoe depressief dat klinkt. Toch is Sander een goed vriendje. Niet zo goed, knap, leuk, grappig en lief als Harry, maar hij kan er mee door.
'Yara, gaat het?' klinkt de bezorgde stem van Sander achter me. 'Ja hoor', mompel ik zacht. 'Je mist hem nog steeds, hè?' vraagt hij, terwijl hij naast me komt zitten. 'Ja, en dat zal ik ook altijd doen', zeg ik. Hij knikt langzaam. Hij drukt een kus op mijn wang en slaat beschermend zijn arm om mij heen. 'Hij heeft het overleefd en op een dag komt hij je ophalen. Dat weet ik zeker', fluistert hij in mijn oor. Ik glimlach zachtjes en besef hoe moeilijk dit voor hem is. Hij wil dat ik bij hem blijf, dat heeft hij altijd gewild, maar toch weet hij dat als Harry komt, hij verleden tijd is. Hij geniet van elk moment met mij en om eerlijk te zijn, ben ik blij dat hij er nog wel voor me is.
'Ik ga wel vast het eten koken', zegt hij en hij verdwijnt weer naar binnen. Met opkomende tranen in mijn ogen kijk ik naar de spelende kinderen in de straat. Zodra ik hun gelach hoor en de vrolijke gezichtjes zie, weet ik dat ik het kindje zal houden. Ik verberg mijn gezicht in mijn handen en laat mijn tranen stromen. 'Gaat het wel?' vraagt een kinderlijke stem naast me. Ik veeg mijn tranen snel weg en kijk naar het jongste jongetje op. 'Ja', zeg ik en wrijf even door zijn haar. 'Maar je huilt', merkt hij op. 'Ik mis gewoon iemand', zeg ik. Het jongetje knippert even met zijn ogen en slaat daarna zijn armen om mij heen. 'Het komt wel goed, schatje', fluistert hij in mijn oor. Ik lach zacht en druk een kus op zijn voorhoofd, voordat hij weer gaat spelen. 'Ik hoop dat je net zo goed met ons kindje bent, als met dat kind', klinkt de vertrouwde stem achter me. Ik ga staan en draai me om. Zijn chocolade bruinen ogen hebben een heldere twinkeling, net als kerstlichtjes, zijn stralende glimlach heb ik nog nooit zo breed gezien en zijn gezicht staat zo vrolijk. Alsof ik het mooiste meisje van de wereld ben. Tranen lopen over mijn wangen, over zijn wangen, en mijn handen trillen van ongelovigheid. 'Dat beloof ik', fluister ik. Harry loopt op mij af en drukt zijn lippen op de mijne. 'Ik beloof dat ik altijd bij je blijf', fluistert hij in mijn oor, voordat hij weer zijn goddelijke lippen op de mijne drukt.
---
Er komt toch nog een klein hoofdstukje, omdat
ik het anders niet af krijg.
Vandaag of morgen?
Reageer (14)
aaaaaaa GEWELDIGg
1 decennium geledenIk smeek nog meer vandaag het laaste kleine hoofdstukjee
aaaaaaaaa
VANDAAAAG OMG, DIT IS ZO LIEF, IK ZAG DIT NIET AANKOMEN FJDSKFJLSD
1 decennium geledenVANDAAGGG!!!
1 decennium geledenvandaaaaaaaag!!!!!
1 decennium geledenVANDAAG!!!
1 decennium geledenalsjeblieft