Under the Mistletoe.
25 December • Christmas Eve
Afdrukken van schoenen in de sneeuw verraadde dat er iemand had gelopen. Als je de afdrukken zou volgen, zou je niet veel later een jongen met zwart haar op een bankje zien zitten. Bij dat bankje waren de afdrukken gestopt. Waarom zou iemand op zo'n koude winteravond, in alleen een shirt willen zitten? Zonder wanten aan zijn handen, een muts op z'n hoofd en een sjaal om zijn hals heen? Alleen een broek erop, met een paar Vans die afgetrapt waren, waar waarschijnlijk het water, en de sneeuw doorheen kwam? Met een rugzak op de rug? Een raadsel voor iedere voorbijganger. Voor iedereen in de huizen. Voor ieder een raadsel behalve voor die jongen, en zijn geliefde die ergens in een warm huis zat.
De jongen, die we Alex noemen, was van huis weggelopen. Hij had alles wat een normale tiener jongen ook had. Een familie die om hem gaf; een vader, moeder en een zusje. Vrienden waarmee hij leuke dingen deed. Genoeg kleren, spullen en alle hoognodige zaken. Behalve één ding. Liefde. Liefde van een onbekend, speciaal persoon. Zeventien jaar lang had Alex zitten wachten, op de liefde van zijn leven. Nooit was die gekomen.
Gek door de gedachte dat hij nooit zijn ware liefde zou vinden, liep Alex weg van huis. Weg om de liefde te vinden.
Moedeloos liep de zwartharige jongen de sneeuw door. Elke stap leek zwaarder te worden. Hij liep nu al twee weken rond, en nog steeds had hij niet gevonden wat hij zocht. Hij wist dat het kerstavond was, door de kerstbomen die vrolijk verlicht waren. Door de mensen die je door hun ramen zag, gezellig cadeautjes aan het uitpakken waren. Met pijn in zijn hart dacht Alex terug aan zijn leventje thuis. Het leventje dat hij was ontvlucht. Hij dacht aan zijn ouders en zusje, die nu wel cadeautjes aan het uitpakken waren.
Wat hij niet wist, was dat zijn ouders al twee weken in angst zaten om hun enige zoon. Dat zijn zusje huilend een tekening op school had gemaakt, van de hele familie die om de kerstboom zaten. Dat de politie naar hem opzoek was.
Je zou het egoïstisch kunnen noemen, wat Alex hen aandeed, maar als je verder zou denken zou je ook wel kunnen weten hoe het zou voelen om zonder liefde te leven. Zonder liefde van iemand die om je geeft zoals je bent. Zonder de liefde die je elke dag hoopt tegen te komen.
Moe zakte Alex op het volgende bankje neer. Uitgeput van het vele lopen. Lichtjes ondervoed doordat zijn eetvoorraad langzaam wegslijkte. Voor zijn gevoel was hij al weken aan het lopen, terwijl het in werkelijkheid maar twee weken en een paar dagen waren. Hij haalde een croissantje uit zijn rugtas, en begon er met kleine hapjes van te eten terwijl hij weer verder liep. De lichtjes in zijn ogen begonnen langzaam aan te doven. Hij had geen hoop meer, en hij wou bijna omdraaien om zijn weg naar huis terug te maken, totdat hij dat ene gezicht zag wat oplichtte onder het schijnsel van de lantaarnpalen.
Een fijn gezicht wat lachend achter een hond aan rende. Het gezicht van iemand van zijn leeftijd. Het gezicht wat in het sneeuw werd gedrukt, doordat de grote Sint Bernards hond op deze persoon sprong. Het gezicht wat uiteindelijk wegliep door het park heen, waarschijnlijk naar huis toe.
Alex voelde zich aangetrokken, tot deze persoon, en begon hem stilaan te volgen door het park heen. Net toen de hond die persoon om de hoek trok, zakte Alex door zijn knieën heen, de sneeuw in. Hij was ergens over gestruikelt, ook al kon hij niet zeggen wat. Zijn blik was gericht op het hoekje waar de hond zijn baasje naar had getrokken. Waar de hond en zijn baasje waren verdwenen.
Zuchtend stond Alex weer op, baland omdat hij zojuist deze interessante persoon uit het oog was verloren. Toch had hij nog een beetje hoop in zijn hart, en liep richting de straathoek. Zodra hij de hoek omsloeg, zag hij alleen nog maar wit. Witte weilanden, witte hekken, witte bomen en bovenal één helemaal ondergesneeuwt, wit, alleenstaand huis. Het kon niet anders dat daar de eindbestemming was van zijn reis. Alex vóelde het.
Strompelend door de sneeuw, maakte Alex zijn weg naar het huis toe. Eenmaal daar aangekomen klopte hij vermoeid aan, voordat hij op de grond ernaast zakte. Zijn hoofd legde hij in z'n armen, en trillend blies hij zijn koude adem uit. Vaag hoorde hij hoe de deur open werd gedaan. Een ingehouden adem nam hij waar, voordat hij een aangename warmte om zich heen voelde zakken. De verkleumde jongen werd overeind getrokken, en lichtjes mee getrokken, de warmte in.
Haar werd uit zijn gezicht gestreken, voordat de warme handen op zijn wangen werden gelegd. Geduldig wachtte degene die voor hem stond, tot hij zijn ogen open zou doen. Langzaam opende Alex zijn ogen, en keek recht in twee ijsblauwe ogen die hem warm aankeken.
Hij liet zijn ogen over het gezicht van de persoon voor hem glijden, en zag de rode, warme, gloeiende wangen van de jongen voor hem nog een tintje roder worden. Dit keer door het blozen.
De jongen keek Alex met een blijde grijns aan voordat hij zijn mond open trok.
'Ik heb zo lang op je gewacht..' fluisterde hij voordat hij naar boven keek.
Alex volgde zijn ogen en zag door de sneeuw heen het Marretakje boven de deur hangen.
Grijnzend keken de twee jongens elkaar aan, voordat ze hun lippen op die van de ander drukten.
Er zijn nog geen reacties.