Foto bij *16: spijt

Ik ging liggen in de zetel en probeerde daar wat te slapen. Het brandende vuur hielp met de slaperigheid.
'Ook slecht geslapen?' Draco werkte mijn slaperigheid tegen. Ik knikte vaag, maar moest oppassen voor Hope, die ergens zat, en ik wist niet waar.
Hij rekte zich languit uit over het tapijt en gaapte.
'Hopelijk slaap je nu beter dan.' Ik gaapte ook.
'Ik hoop het, ik haat nachtmerrie's.'
'Niemand kan zeggen dat ze ervan houden.' Stemde hij in. Ik keek langdurig naar zijn gezicht. Het vuur waar hij zo dicht bij lag verspreide een mooi gloed over zijn gezicht, zijn felblauwe ogen staken af tegen zijn huid. Zijn wimpers leken zijn oogleden naar beneden te trekken in iets wat 'in slaap vallen' genoemd wordt. Ik wilde mijn hand naar hem uitstrekken, hem beloven dat alles wel goedkwam. Maar vooral wilde ik hem beschermen. Hij was mijn Draco. Hij wist het niet, hij besefte het niet, maar hij was van mij, van mij alleen. Ik zou hem geen tweede keer laten martelen om mij. Ik zou niemand hem nog pijn laten doen. Ik slikte en dacht aan mijn droom van vannacht, zou ik hem ooit pijn doen dan?
'Waar kijk je naar?' vroeg hij, met zijn ogen half dicht en zijn blik op mij.
'Waar kijk jij naar?' Hij grinnnikte.
'Naar jouw.' Ik schrok en werd iets wakkerder.
'Naar mij?' vroeg ik verbaasd. Het kwam eruit alsof ik de hele tijd gedacht had dat ik onzichtbaar was geweest.
'Ja.' Ik fronsde mijn wenkbrauwen, hoe kwam hij er in godsnaam bij om naar mij te kijken, terwijl ik naar hem lag te staren?
'Ik hoop dat je vannacht beter slaapt.' nu helemaal slaperig nestelde ik me beter in de sofa.
'Ik hoop dat ik vannacht niet spring.' mompelde ik tegen mezelf, zonder te weten dat Draco het kon horen.
'Springen?' Ik sloot mijn ogen om te verbergen dat ik weer wat stom had gezegd. Ik knikte even slaperig, en hoopte dat hij niet door zou vragen.
'Zoals met een parachute?' Ik gaapte weer.
'Neen, gaf ik toe. Ik kon hem net zo goed zeggen dat ik zelfmoord pleegde in mijn dromen. Hij wist toch al de helft, bedacht ik terwijl ik aan die ochtend dacht.
'Springen zoals in klifduiken recht op een rotsbodem.' Gaf ik toe. Ik wilde slapen, dan sprong ik nog liever honderd keer dan dat hij door zou vragen.
'Houd niemand je dan tegen?' Vroeg hij geshockeerd. Ik lachte half.
'Ha.' Hope zat blijkbaar tegen mijn buik en schrok van de schok die mijn lichaam maakte. ze werd wakker en sprong op mijn dij. Ik lag schuin, dus kon ze er goed op liggen.
'Ik zou je tegenhouden.' ging hij ongestoord verder, aan zijn ondertoon kon ik weten dat hij het eruit geflapt had. Ik dacht aan vannacht, hij had me tegengehouden, alleen wilde ik het dan niet meer. Ik wilde hem beschermen, maar het zou hem pijn doen.
'Ik denk dat ik niet wil dat iemand me tegenhoud. Alsof ik het moet doen. Alsof het de enige uitweg is.' Gaf ik toe. Ik keek niet naar hem, mijn ogen waren gesloten en ik zag het beeld weer uit mijn droom. Zijn blik die me smeekt vast te houden, mijn schrijnende pijn omdat ik hem pijn doe.
'Dat is niet waar.' Ik wist dat hij was opgevlogen. 'Je hoeft helemaal niets te doen!' Hij leek te gillen, niet op het meisjesachtige manier, maar op een manier die alleen kon bewijzen dat er niets anders in hem omging dan woede. Angstig vloog ik op en kroop tegen de rugleuning van de zetel. Hij was al recht gaan staan en kwam met twee kordate passen om me af gebeend. zijn handen grepen de leuning net naast mijn hoofd, en zijn gezicht was opeens heel erg dicht bij mij.
'Hoe kun je denken dat niemand om je geeft? Of dat zulke dromen je de weg tonen? Hoe kun je...' Hij maakte zijn zin niet af, leek te stikken in zijn woorden. Kwaad keek hij me aan, ik had zoiets nog nooit gezien, hij joeg me angst aan, maakte me bang. Ik drukte mezelf tegen de leuning, Hope veilig in mijn blouse gestoken. Ik probeerde mijn blik niet te laten afdwalen voor hij kalmeerde, alsof elke beweging van hem cruciaal was. Hij hield me gevangen met zijn blik. Het was een oneindig moment van spanning.
'Mitt livs Kärlek.' fluisterde ik zacht, het waren een paar van de vele woorden die ik kende in het Zweeds, en ik hoopte vurig dat hij ze zou vergeten, voor hij de kans kreeg ze vertalen. Hij dacht er even bij na, maar nam er verder geen notie aan. Zijn blik bleef even hard, en ik bleef even bang voor hem.
'Als je je laat leiden door zulke dromen, die angsten, zijn we allemaal gedoemd.' Ik schudde mijn hoofd.
'Die angsten zijn er niet zomaar.' Piepte ik bang. Nu veranderde zijn blik. Hij keek gekwetst, alsof hij ergens vurig spijt van had.

Draco POV
Kwaad gemaakt door angst keek ik haar aan. Ze had iets wat me mezelf schuldig deed voelen, maar dat kwam pas alter. Nu was ik kwaad, vooral op mezelf. Ik was degene die haar zou moeten beschermen, en nu maakte ze zichzelf kapot.
'Mitt livs Kärlek.' Fluisterde ze even, dromerig. Ik zag aan haar dat ze er spijt van had, maar net als anders waren dat net de dingen waar ik het meeste notie aan moest nemen. Dingen die ze terloops zei, dingen waar ze spijt van had dat ze ze gezegd had. Hoe kon ik haar beschermen tegen zichzelf, als zij dat niet wilde. Ik dacht even na bij de woorden en prentte ze in mijn hoofd, om ze later op te zoeken. al had ik geen enkel idee in welke taal ze bezig was.
'Als je je laat leiden door zulke dromen, die angsten, zijn we allemaal gedoemd.' Ik voelde mezelf niet rustiger worden, alleen maar razender. Ze schudde even haar hoofd.
'Die angsten zijn er niet zomaar.' Ze piepte het eruit met een stem die ze maar tegen één ander persoon zou gebruiken. Nu pas las ik de angst in haar ogen. Angst voor mij, voor mijn reactie. Het speet me nu dieper dat ik haar niet kon vertellen hoeveel ìk om haar gaf. Niet dat het veel uitmaakte voor haar. Ze zou lachen en nooit meer met me praten, maar ze zou het weten. Ze zou het weten.
'Natasha, ik..' Ik zweeg, ik kon niets zeggen wat mijn reactie goed zou maken. Ik draaide mijn rug naar haar, nadat ik mijn vingers, die tot klauwen gevormd waren, uit de bank had getrokken. Ik ging tegen de sofa zitten, mijn hoofd bij haar voeten. Het was zowat de eerste keer dat machteloosheid me overviel en ik had geen idee hoe ik er mee om moest gaan. Ik boog mijn hoofd, hoopte alleen maar dat ze me zou geloven.
'Het spijt me, vergeef me.' Mompelde ik. Het zou niet erg geweest zijn als ze het niet had gehoord, op die ene moment zou ik het haar honderd keer zeggen, op mijn knieën zitten. Ik zou alles doen, het maakte niet uit.

* Mitt livs Kärlek = liefde van mijn leven.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen