*14: Wrong
Draco POV
'Wat dacht je van Hope?' Vragend keek ik haar aan.
'Hij geeft me ergens wel Hoop. dat alles goedkomt. En dat er tenminste iets van me kan houden.' Ik zag aan haar gezicht dat ze er spijt van had dat ze het gezegd had. Ik had er nog meer spijt van, niet dat ze het gezegd had, maar dat ik niet beter wist dan denken dat ze zich goed voelde. Een stekende pijn overviel me en ik deed mijn uiterste best om haar te begrijpen, en me sterk te houden natuurlijk. Ergens wilde ik niet dat ze het gezegd had, maar ik wilde alleen maar dat ze het helemaal niet had moeten zeggen. Haar gevoel was onterecht, ik gaf om haar, besefte ik. Ze had het me duidelijk gemaakt in die ene zin. ik hield me in om niets te zeggen. Daarna, na die grootste impuls weg was om haar te zeggen dat ik om haar gaf weg was zei ik:
'Hope klinkt leuk voor hem.' Ze giechelde.
'Het is een vrouwtje.' Zei ze dan, nog steeds bijna stikkend in haar gegiechel.
'Oh,' zei ik begrijpend. 'Ja, je hebt gelijk.' Zei kon het beter weten, ik lette niet echt op tijdens de lessen of Fabeldieren enzo. Ik had echt geen flauw idee hoe ze het zag dat het een vrouwtje was.
Daarna barstte we allebei in lachen uit. Hope schrok zo hard dat hij verdween in Natasha's mouw. Ze vonden elkaar echt leuk.
Natasha sleurde haar rat de hele tijd mee met haar. Onder het eten voerde ze haar kleine stukjes brood met jus over, en ze smokkelde fruit mee.
'Ze moet toch vitamines hebben. Zo krijgt ze die dus.' Ze sneed het fruit aan stukken en legde het op een doek te drogen voor het vuur. Ze was echt gek op het dier.
Na elkaar goedenacht gewenst te hebben, lag ik nog lang te piekeren in bed. Natasha leek letterlijk te stralen, het scheen van haar af als licht van een engel. Ik wist dat het fout was zo over haar te denken, maar voor de dochter van de Heer Van Het Duister leek ze belachelijk veel belang te hechten aan liefde, of vriendschap. Ik dacht de hele tijd aan de blik in haar ogen toen ze het zei.
Dat er tenminste iets van me kan houden. Waarom vond ik het zo spijtig dat ze er zo over dacht? Ik had het vreemde verlangen haar nu nog, om middernacht, te gaan opzoeken om haar te zeggen dat ik om haar gaf. Sterker nog, dat ik van haar hield. Op een vreemde en verkeerde manier hield ik van haar. Ik schudde wild mijn hoofd en draaide me om in bed.
Ik mocht niet zo over haar denken. Ze was nogsteeds de dochter van mijn vaders baas, om het zo te zeggen. Ik moest het geheimhouden, hij zou mijn hele familie uitroeien, haar pijn doen.
Met de smaak van walging dacht ik terug aan de martelronde in het huis. Ik dacht terug aan de pijn die ik had gevoel, om haar te beschermen, voor haar. Voor haar. Ik zag het moment anders. In mijn herinnering was ze niet meer het verwende meisje dat bij ons inwoonde. Ik had haar blik gezien, ik had haar geschreeuw gehoord.
Stop. Het overviel me als een nachtmerrie, traag en pijnlijk. Zij was zeker weten de enige "dooddoener" die gaf om iemand anders. Toen kwam het moment dat ik voor me zag hoe ze me aankeek achteraf, haar hoofd dat schudde dat ik het niet moest proberen. Wat had me weerhouden? Haar gegil was erger geweest dat de marteling die ik had ondergaan. Haar grom tussendoor was niemand ontgaan. Het kleine moment van verzet, wat haar nog meer pijn opleverde. Nu wenste ik dat ik mijn handen in mijn herinnering kon steken en haar daar weghalen, ver buiten het bereik van zijn magie. Ik kwam maar tot één besluit: Ik hield van Natasha, ik koesterde op een manier dat zij mij nooit zou koesteren. En het was het belangrijkste voor iedereen dat niemand het wist.
Terug Natasha's POV
Lang nadat ik Hope terug in haar kooi had geduwd, ze spartelde nogal tegen, lag ik in bed te woelen. Ik overliep de dag en wilde weten waar het was mis gegaan, waarom ik niet kon slapen. Draco had er na mijn stomme opmerking niets meer over gezegd, maar iets wat daarna gebeurde teisterde me en liet me niet los. pas na een lange tijd woelen en nadenken viel ik in slaap.
Het water kolkte nu en de zon was weg. Hevige regen viel neer en bedekte mijn huilende gezicht. Waar was mama vandaag?
Ik keek naar de rand van de klif, ongeveer vijf meter, net als altijd, net als bijna elke nacht. Maar dit keer voelde het anders. Ik moest dit doen, niet voor mezelf dit keer. Ik moest dit doen voor iemand anders. alsof ik in het nauw gedreven werd keek ik om. Mijn gezicht angstig, mijn blik speurend naar iemand die me tegen zou houden. Alweer niemand.
'Niemand geeft om me.' zei ik, net zoals elke nacht. De regen tikt hard tegen mijn gezicht en bijna doet het pijn, tot ik bedenkt wat me beneden te wachtten staat. Ik overbrug de afstand tussen de plek waar ik stond en de rand van de klif. Ik val weer, zonder de moeite te nemen te springen. Dit keer besef ik echt dat het te laat is. Ik sluit mijn ogen. Mijn arm krijgt een ruk en ik hang stil. Ik kijk naar boven. Draco hangt aan de rand van de klif en houd me vast.
'Ik heb je.' zegt hij triomfantelijk. even grijpt mijn hand zijn pols, daarna laat ik weer los. Als ik blijf leven, wordt zijn leven een hel, besef ik traag. Mijn vader zou nooit toestaan dat ik zo close ben met iemand. Laat staan dat ik om het zou gaan geven. Mijn hand glijd weg en ik glimlach. Ik glimlach omdat ik hem bemin. Omdat ik niet door zomaar iemand bemind wil worden, maar door hem.
'Natasha, hou je vast.' schreeuwt hij boven de regen ui. Ik schud mijn hoofd.
'Het spijt me, Draco.' Hij zou alles doen om me te beschermen, dat weet ik, maar dit niet. Dit doe ik om hem te beschermen. Mijn hand glijd weg, de regen zorgt dat hij me niet kan vasthouden, en verdoezeld ondertussen mijn tranen om hem. Dan val ik weer, alles wordt zwart.
Er zijn nog geen reacties.