|| Fourty Nine
Gefrustreerd keek ik naar de landkaart die op tafel lag, en daarna naar de dikke agent die eroverheen gebogen stond. Hij propte een croissantje in zijn mond en er bleven kruimels in zijn snor hangen. Hij zette met een potlood een kruisje op de kaart, het was de plek van de klif. De agent zuchtte diep en zakte toen neer op een stoel. Hij leek wel uitgeput van het kruisje op de kaart zetten.
Sinds Jace en ik terug waren op de camping was er nog niet zo veel gebeurd, tot mijn grote frustratie.
We waren naar Jules gegaan en ik had eerst tien keer moeten zeggen dat Jace met goede bedoelingen kwam, omdat Jules dacht dat Jace weer herrie kwam schoppen.
We vertelden alles wat er gebeurd was waarna de politie gebeld was. Die arriveerde twee uur later en was nu bezig een ‘plan’ te maken. Ondertussen was het al donker en was Sophie nog steeds weg.
Ik keek om me heen. De politie had de kantine van het restaurant omgetoverd tot hun ‘bureau’. Er waren in totaal drie agenten. Eentje was de dikke agent, de tweede agent was eten halen en de derde ondervroeg Sophie’s vrienden en familie. Ik was als eerste geweest en nu was Hailey aan de beurt. Ze zat op een stoel en Jules zat naast haar. Ze beantwoorde de vragen van de agent snikkend. Ik had geen tijd om medelijden met haar te hebben, daar was ik zelf veel te ongerust voor.
Ik vond dat er veel te weinig gebeurde. Er moest toch meer zijn dat ik kon doen? Ik keek nog een keer naar de dikke agent die aan zijn tweede croissantje begon. Ik nam een besluit en liep de kantine uit. Ik liep naar de uitgang van de camping en pakte een van de huurfietsen uit het rek. Ze vonden het vast niet erg als ik die even zou lenen.
Ik klom op de fiets en trapte weg, richting de klif. Het was gelukkig niet zo warm als vanmiddag en koude lucht zorgde ervoor dat ik helder kon nadenken.
Jules ging niet terug naar Nederland. Hij had geen reden om te vluchten, hij dacht dat ik dood was en hem niet meer aan kon geven bij de politie. Hij zou doen alsof ik per ongeluk van de klif gevallen was en dat tegen mijn ouders zeggen. Misschien had hij ze al gebeld? En hij zou vroeg of laat weer terug gaan naar de camping.
Maar wat zou hij met Sophie doen? Misschien ging hij haar chanteren zodat niemand wat door had. Dan zouden ze gewoon terug gaan naar de camping en doen alsof ik verongelukt was, maar waarom waren ze dan nog niet terug? Had Kyle andere plannen? Ik had zoveel vragen en zo weinig antwoorden.
Ik was bijna boven aan de klif. Ik gooide mijn fiets in de bosjes en liep het laatste stukje naar de klif. Op de top bleef ik stil staan en sloot mijn ogen. Ik probeerde te denken als Kyle.
Stel, ik had mijn eigen neef en nichtje vermoord, en ik had een nog levend meisje, wat zou ik met haar doen?
Ik kon niets bedenken. Maar ik zou ook nooit mijn eigen neef en nichtje vermoorden. Ik zuchtte een keer diep en probeerde logisch na te denken. Ik had geen idee waar Sophie kon zijn.
Plotseling werden mijn gedachten verstoord door een klik geluid. Ik opende mijn ogen en spitste mijn oren. Het was doodstil. Langzaam begon ik me om te draaien.
"Blijven staan" hoorde ik een stem zeggen en het volgende moment voelde ik iets hards tegen mijn rug. Iemand duwde een pistool in mijn rug.
"Kyle" zei ik.
Kyle grinnikte. "Het verbaasd me je te zien Aiden."
"Ach ja, het leven kan raar lopen" zei ik.
Kyle liep om me heen en kwam voor me staan.
"Armen omhoog" zei Kyle.
Ik keek hem verbaasd aan. "Maak je een grapje?"
Kyle richtte het pistool op mijn gezicht en keek me dreigend aan. Langzaam deed ik mijn handen omhoog. Met een hand hield Kyle me onder schot en met de andere fouilleerde hij me.
Kyle kneep zijn ogen tot spleetjes. “Hoe heb je die val overleefd?” vroeg hij toen hij klaar was met fouilleren.
Ik haalde mijn schouders op. “Hulp van God misschien?”
Ik zag dat er bij Kyle’s slaap een adertje begon te kloppen. Ik had hem boos gemaakt.
“Waarom ben je niet teruggegaan naar de camping?” vroeg ik op mijn beurt.
“Omdat ik eerst dit wapen moest regelen, en toen ik naar de camping wilde kwam er net een politiewagen voorbij. Ik ben niet achterlijk Aiden.”
Ik staarde naar het pistool.
“En nu ga je me doodschieten? Je kunt het dan nooit meer op een ongeluk laten lijken.”
Kyle glimlachte.
“Ik ga je niet doodschieten, maar dat betekend niet dat ik helemaal niet schiet. Misschien geeft het voldoening om je knieschijf aan flarden te schieten. Ik hoorde dat dat het pijnlijkst is.”
“Maar dan kun je alsnog de kogelwond niet verklaren als ik word gevonden.” Het was raar om over mezelf na mijn dood te spreken.
“Je hoeft ook niet gevonden te worden. Misschien ben je wel gewoon verdwenen terwijl je op zoek was naar de vriendinnetje.”
Ik wist niets meer te zeggen en staarde nadenkend voor me uit. Ik had mezelf weer lekker in de penarie gewerkt.
“Lopen” zei Kyle.
“Waarheen?” vroeg ik.
“Naar Sophie.”
Wonder boven wereldwonder kreeg ik opeens inspiratie (: Waarschijnlijk door al jullie motiverende reacties <3
Reageer (8)
omgg dit was te verwachten!! Aiden is echt een sukkel
1 decennium geledenSneel verder schatjeee!!!
Xx(K)
OMG! Wat een lul is die kyle! Zeg alsjeblieft dat iemand hem bewusteloos slaat met dat pistool!
1 decennium geledenWanneer komen eigenlijk die ouders terug!
Snel verderrr!!
SOPHIEEEEEEEEEE! VLUCHT NU HET NOG KAN!
1 decennium geledenSnel verder aub