Foto bij *10: broederschap

- Ik ontdek net dat ik kan typen terwijl ik de andere kant opkijk, ontzettend handig. echt waar! (Nou, is dat geen Kudo waard?) - :-)

Natasha's POV

Bijna leek het alsof ik niet kon nadenken. Met de grootste moeite beantwoorde ik Draco's vraag.
'Onder andere.' zei ik afwezig. God, wat had ik toch. Ik kon het niet eens opbrengen mijn armen te bewegen en mijn gezicht af te schermen terwijl de nieuwe tranen opwelden uit mijn ogen. Ik wist ergens in mijn achterhoofd dat ik terug op aarde was gekomen. Dat ik een normaal, gewoon meisje was, dat gedwongen werd iets te doen, gewoon door haar afkomst. Ik wachtte op iets dat me zou bevrijden uit mijn rare, dwangmatige toestand. Zelf leek ik het niet te kunnen. Ik zat vast in een muur, afgemeten op mijn maat, met de bakstenen op een centimeter afstand van mijn huid.
'Natasha, wat is er dan?' draco leek opvallend neiuwgierig vandaag. kwaad vloog ik opeens uit, de muur was doorbroken door vijf kleine woordjes.
'Waarom vraag je dat? Je was er toch ook bij.' Gil ik kwaad en probeer weg te rennen, maar nu zit mijn gezicht gevangen. Ik kijk gedwongen naar Draco's blik die hij kreeg toen ik over eergisteren begon. Het leek even alsof hij terug in het huis stond. Ik viel nog harder op aarde terug, blijkbaar was ik nog niet helemaal met mijn voeten op de grond gezet. Net als een klein kind dat een fout maakt zette ik mijn hand tegen mijn voorhoofd. Ik sloot mijn ogen en worstelde met overwelmende gevoelens. Ergens tussen spijt en trots. Maar trots kon ik niet meer hebben, mocht ik niet meer hebben.
'Het spijt me, Draco.' Zei ik dan maar, nog steeds vielen de tranen van mijn gezicht op het dikke, groene tapijt. Hij schudde zijn hoofd.
'Ik had moeten weten dat het voor jouw nog moeilijker zou zijn.' antwoordde hij zacht. Met de punt van mijn mouw wist ik wat tranen op te vangen.
'Het is voor iedereen moeilijk.' Bracht ik stokkend uit. Het laatste wat ik nodig had, was medelijden. Even strekte hij onhandig zijn arm uit, maar balde dan zijn opengestoken hand uit in een vuist en trok zijn arm terug.
'Ik weet zeker dat je vader zich bedenkt.' probeerde hij troostend. Ik schudde mijn hoofd.
'Hij is mijn vader niet, zeg dat gewoon niet.' Ik raakte alleen maar meer van streek. Ik trok mijn knieën op en verstopte mijn gezicht ertegenaan. Ik zag nog net dat hij op zijn lip beet, alsof hij de juiste woorden probeerde te vinden om me te troosten. Was het niet duidelijk genoeg dat het niet zou lukken?
'Wil je misschien een knuffel?' Ik herinnerde me mijn rare vraag aan hem toen we bij hem thuis waren, twee dagen geleden. Ik knikte vaag mijn hoofd.
'Is het zo erg dan?' Vroeg ik even. Ik moest er vast niet uitgezien hebben. Ik had weinig geslapen, had mijn hele gezicht ondergehuild en mijn haar nog niet gekamd. Ik durfde niet eens te kijken of ik wel al mijn kleren aanhad.
'Het lijkt er wel op.' Gaf hij eerlijk toe. Vroeger was ik vast en zeker kwaad geweest om wat hij nu zei, maar eerlijk gezegd kon het mij niet schelen nu. Alsof iemand anders, iemand die veel meer kon hebben, mijn lichaam had overgenomen. Hij trok me als bij verrassing in zijn armen en hield me daar. Ik kon niet anders dan gewoon mee werken en me laten troosten door hem.
'Sorry.' zei ik opnieuw.
'Waarvoor nu weer?' Hij keek op me neer, we zaten in een halfliggende positie, die veel mensen alleen hebben als ze een koppel zijn. Mijn kaak lag tegen zijn borst.
'Ik ben nooit echt aardig tegen je geweest. En nu vraag ik je nog steeds om naar mijn pijpen te dansen. het is niet eerlijk tegenover jouw.' Bracht ik uit. Ik denk dat ik nog nooit zo eerlijk was geweest tegen iemand. Waarschijnlijk zou hij nu eindelijk beseffen dat hij niet meer naar mijn pijpen moest dansen. Dat hij misschien nog een veel hogere plaats innam in de gratie van De Heer.
'Het geeft niet echt.' Ik zag zo dat hij loog, maar zweeg. We wisten allebei dat we gewoon even de strijdbijl moesten begraven, daar waren offers voor nodig. Ookal mocht hij me niet, we hadden elkaar nodig hier, als we ooit nog naar huis wilde gaan.
'Ik meen het, Natasha. het geeft niet. Meisjes zijn gewoon zo.' zei hij, maar dan op een andere toon. Wat had hij opeens. Ik trok me uit zijn armen en veegde een opgedroogde traan weg. Mijn huid leek aan elkaar te plakken, en trok nogal door al dat gehuil.
'Hoe bedoel je?' Ik keek hem aan met een blik van: Je-haat-me-en-toch-ook-niet-of-wel?
'Ik mag dan wel arrogant zijn, een kloio, of hoe je het mag noemen, en ik ben zeker niet van dat gevoelige soort jongens. Maar je hebt je hele leven bij ons gewoond. Denk je dat ik onderhand niet weet dat je niet bent zoals je je voordoet? Daarbij, jij bent wel van het gevoelige soort.' Inderdaad, hij was niet van het gevoelige type, anders had hij het wel helemaal anders aangepakt om me zoiets te zeggen. Ik glimlachte even.
'daarbij,' ging hij verder. 'Na vijftien jaar met elkaar gespendeert te hebben, denk ik dat ik je zowat als een zus ben gaan beschouwen. Een irritante, onmogelijk verwende zus. maarja, wat doe je eraan?' Ik grijnsde even. Het was niet hetzelfde als toegeven dat hij me mocht ofzo, maar het was beter dan volledig gehaat worden. Alsof ik gekwetst was trok ik me los uit zijn armen, wat ik eigenlijk spijtig vond. het was daar lekker warm met mijn neus tussen zijn warme deo-oksels.
'Nu ga je te ver, Draco Malfidus. Ik sta niet toe dat je zo tegen me praat.' Zijn gezicht betrok even, maar daarna barstte ik in lachen uit, eerder om zijn geschokte blik dan om mijn zielige optreden.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen