Foto bij LV

Alice Potter

‘W
aar zijn we?’ Verbaasd kijk ik om me heen als de tunnel is uitgekomen in een huis.
‘Het Krijsende Krot,’ zegt Remus, die wat zand van zijn broek klopt.
‘Het Krijsende Krot? Maar het spookt hier toch?’ Met grote ogen kijk ik naar de meubels, die er gehavend uitzien.
Remus grijnst en haalt zijn schouders op. ‘Ben je bang?’
‘Natuurlijk niet.’
‘Goed, dan kijk ik boven en jij hier?’ Remus steekt even grijnzend zijn duim op.

‘Boven is niemand,’ zegt Remus als hij weer terug is.
‘Hier ook niet,’ antwoord ik, stiekem opgelucht dat hij er weer is.
‘Misschien moeten we weer terug gaan,’ zegt Remus voorzichtig, na een blik op zijn horloge.
Ik wijs met mijn toverstok in zijn richting, zodat zijn gezicht verlicht wordt. ‘Nee, dit is mijn schuld.’ No way dat ik Lucy achter ga laten.
Remus lijkt er tegenin te willen gaan, maar dan knikt hij kort en loopt richting de deur, die hij voor me open houdt. Ik stap naar buiten, de koude nacht in. Het waait zachtjes en ineens voel ik hoe koud mijn handen zijn. Het ziet er spookachtig uit, de grote boom die bij het huis staat beweegt zachtjes in de wind en alles wordt verlicht door de maan, die bijna vol is. Remus loopt langs me naar het hek en ik ga snel naast hem lopen. Het duurt niet lang voordat we het hek hebben bereikt en het bankje waarop ik eerder vandaag met Lucy heb gezeten in zicht is. Remus laat me zien waar ik door het hek kan en ik loop snel naar het bankje, waar een schaduw op zit. Als ik dichterbij kom zie ik dat het Lucy is.
‘Lucy?’
Geschrokken kijkt ze op, met grote ogen kijkt ze me aan. ‘Alice?’
Voorzichtig ga ik naast haar op het koude bankje zitten. ‘Wat die je hier nog? Waarom ben je niet teruggegaan naar Zweinstein?’ Mijn stem is een fluistering, te bang om de stilte te doorbreken.
Ze haalt haar schouders op, achter haar zie ik Remus gebaren dat hij bij het huis wacht. Ik richt me weer op Lucy. ‘Luister, het is echt niet erg.’
Ze kijkt me aan, haar ogen vol tranen. ‘Maar-’
‘Luister. Wat mij betreft kunnen we gewoon met elkaar om blijven gaan.’
Haar hand veegt even snel een traan van haar wang. ‘Echt waar?’
Ik glimlach. ‘Tenzij jij dat niet wilt, ik snap als dat moeilijk is.’
Ze schudt haar hoofd. ‘Heel graag,’ zegt ze, glimlachend door haar tranen.
Ik glimlach ook en haal de zak snoep uit mijn tas. ‘Je bent zeker niet meer gegaan?’
Ze barst in lachen uit en pakt de zak aan. ‘Nee.’ Even kijkt ze me twijfelend aan, maar dan geeft ze me een knuffel.
‘Weet Rose hiervan?’
Lucy schudt haar hoofd. ‘Ik durfde het haar niet te vertellen.’
‘Ik denk dat je het haar wel moet vertellen, ze maakt zich zorgen om je.’
Ze knikt. ‘Oké, zal ik doen.’ Ze glimlach even naar me.
‘Zullen we maar eens naar Zweinstein teruggaan?’


---
Wil iemand ervoor zorgen dat ik weer normaal kan slapen?(no_chears)
<3

Reageer (31)

  • Squib

    Het is geweldig, hoe krijg je het voor elkaar om zo geweldig te schrijven?

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen