17
Ik kon Cara niet meer tegenhouden!
Ik stond gelijk met Kohaku En Ravyn op en Meghan begon hard te lachen en liep snel achter Cara aan.
"Ooi!" riep Cara naar de tweeling en die keken verbaast op.
"Eey." zei de ene.
"Wie ben jij? Fred of George?" vroeg Meghan bot.
"Ik ben George." zei de jongen die het dichts bij de muur zat.
"En ik ben Fred... Hoezo?" zei de andere en Cara maakte even oog contact met Meghan en Donna.
"Dat dachten we al ja." zei Cara, nog steeds naar Meghan kijkend.
"He... ben jij niet het zusje van uhmm..." begon Fred ineens.
"Lyne, ja klopt." zei Cara, die nu Fred aankeek.
"En ik heb een aantal dingen van haar gehoord waarvan ik denk dat jullie die wil graag zouden willen weten."
Ondertussen liep ik zo snel als ik kon naar Cara, Fred, George, Meghan en Donna toe, met een kwade Kohaku en een bezorgde Ravyn achter me aan.
"Zoals wat?" hoorde ik George vragen en ik versnelde mijn pas.
Maar Kohaku was sneller dan mij.
Ze ging snel naast Cara staan en buikte haar een beetje aan de kant.
"Ze heeft gehoord dat Lyne jullie ontmoet heeft en dat ze jullie aardige jongens vond." zei Kohaku op haar beurt.
"Toch Lyne." Ze keek me zelfverzekerd aan en ik knikte meteen, met een verlegen glimlach.
"He Lyne!" Zei Fred en hij en George glimlachtte met die indentieke lachen.
"Wij vind jou ook een schat hoor." zei George plaagend en Fred schoot zachtjes in de lach.
"Wacht eens even!" zei Cara, die nu gefrustreerd begon te raken.
"Dat is helemaal niet wat ik heb gehoord!"
"Aagh joh... wat maakt het uit wat jij gehoord hebt!" zei Ravyn, en ze schrok van zichzelf.
"Nou, wij moeten maar weer eens gaan." zei Fred en hij en George stonden op.
"Byebye Lyne." zei George en ze liepen langs me heen terwijl ze allebij mijn haar door de war deden met 1 hand.
Cara was boos, Meghan was boos, Donna zat er maar een beetje bij.
Kohaku was boos maar voldaan, Ravyn was nog steeds ondersteboven van har uitspraak en ik stond eerlijk gezegt op het punt om in janken uit te barsten.
Maar ik liet me niet kennen! Zeker niet met al die andere leerlingen in de bieb.
Opeens stond Cara ruw op en pakte haar boeken.
Op de voet gevolgd door Meghan en Donna liep ze kwaad de bieb uit.
"Zo , die zijn we eindelijk kwijt!" riep Kohaku uit, iets te hard dan ze wilde, want ze kreeg weer een waarschuwing.
"Is dat zusje van je altijd zo?!"
"Soms... niet altijd." zei ik, terwijl ik met mijn boekenleggen speelde.
"Ik kan haar eerlijk gezegt niet UITSTAAN!" zei Kohaku met grote gebaren.
"Hoe kan je met dat mens leven!"
"Zo erg was het niet." zei ik, nog steeds naar beneden kijkend.
Ik wilde mijn tweeling zusje niet afkraken... dat voelde niet goed. Het is en blijft toch altijd mijn zusje.
2 uur later.
Ravyn moest geeuwen en rekte zich uit.
We zaten nog steeds in de bied, en ik was een boek over het ontstaan van de legenden en mythen van het Toverrijk aan het lezen.
Ik keek uit het raam en zag dat de maan al op was.
"Kom, we gaan naar bed toe." zei Kohaku en ze hielp de dood moeie Ravyn met opstaan.
Ik stond met tegenzin ook op.
Want ondanks wat er net was voorgekomen, was de bieb toch een van mijn lievelings plekjes van heel de school.
We liepen door de gangen heen en kwamen nog maar een paar leerlingen tegen die ook op weg waren naar de leerlingen kamer.
We kwamen aan bij de leerlingenkamer van Ravenclaw en bijna niemand was nog op.
Kohaku en Ravyn liepen regelrecht naar de slaapzaal toe.
"Kom je niet?" vroeg Kohaku, die even stil dleef staan op de marmeren trap en mijn aankeek.
"Nee, ik blijf nog even lezen."
"Oke, tot zo dan."
"Tot zo.
Kohaku liep de trap verder op en verdween door de houten deur.
Ik ging bij het grote raam zitten en deed de gordijnen open.
Het licht van de maan kleurde een grote streep op de vloer en verlichtte mijn groene ogen.
Ik ging op de grote vensterbank zitten en ineens liepen er grote tranen over mijn wangen heen.
to be continued...
Er zijn nog geen reacties.