Hoofdstuk 3
Dagen gaan voorbij maar er is geen enkel spoor naar Wolfs. Is alles goed met hem? Waar is hij nu? Is hij in gevaar of niet? Het zijn vragen die door mijn hoofd dwalen. Ik wil hem zo graag eens zien, hem zo graag eens kunnen vastpakken. Twee weken later. Ik wil naar buiten gaan als ik een briefje zie liggen. Ik raap het op en lees het. Er staat: Als je naar het bureau gaat, laat dan de deur op een kier staan. Van wie zou het zijn? Ik besluit om te doen wat er op het briefje staat dan weet ik meteen van wie het komt. Op het bureau zeg ik niets over het briefje. Ik klop op de deur bij Ellis haar kantoor. Kom binnen eva. Ik ga binnen en ga zitten. Wat is er Eva? Heeft u al iets gehoord over Wolfs? Nee, het spijt me Eva maar hoe gaat het eigelijk met je. Gaat, ik mis hem gewoon zo. Wil hem zo graag zien, hem zo graag vastpakken. Dat begrijp i. Jullie hebben dan ook zo’n speciale band met elkaar en ik voel dat er ook meer speelt dan vriendschap alleen tussen jullie. Ik ga dan aan mijn bureau gaan zitten. Marion komt naar me toe. Ik staar naar mijn scherm. Ik ben aan het denken van wie dat briefje toch kan zijn. Eva, Eva, Eva, Eva. Ik schrik op. Huh, wat is er? We hebben een zaak. Wat voor een zaak? Een vrouw van 20 jaar is vermoordt. Ik pak mijn jas. In de auto staar ik door het raam. Na een halfuur hoor ik weer mijn naam. Ik schrik weer op. Huh, wat is er? We zijn op de PD(plaats delict)
Ow, ok. Eva wat is er met je? Je bent er totaal met je hoofd niet bij. Sorry, ik zit steeds te denken aan Wolfs. Begrijp het. We stappen uit de auto en we gaan naar de wetsdokter. En wat hebben we hier. Een vrouw van 20 jaar is vermoordt met 1 kogel door het hoofd. Dan gaan we naar Romeo. Romeo, zijn er getuigen? Ja, die vrouw daar. Ze kende het slachtoffer ook. De naam van het slachtoffer is Liliana Verbeeck. Ze is getrouwd en heeft 2 kinderen. Met wie is ze getrouwd en wat is haar adres. Ze is getrouwd met Erik Vandeputte. Het adres is Wolfstraat 18. Dank je Romeo. Ik en Marion gaan dan naar Erik. We bellen aan en een klein meisje doet open. Hoi en wie ben jij? Ik ben Clara. Clara, is je papa thuis. Clara roept haar vader. Wat kan ik voor je doen?, vraagt Erik. Eva Vandongen en dat is mijn collega Marion Dreesen, politie Maastricht. Mogen we binnen komen? Ja, kom maar. We gaan naar binnen. Meneer Vandeputte we hebben slecht nieuws voor u. Clara en Kiara gaan jullie maar boven gaan spelen, zegt Erik. De meisjes zijn weg. Wat is er? We moeten meedelen dat je vrouw is overleden. Wat is er gebeurd? Het onderzoek loopt nog maar je vrouw is vermoordt? Nee, dat kan niet. Ze was zo’n lieve vrouw. Het spijt ons. We zullen morgen terugkomen om wat vragen te stellen. Veel sterkte. We gaan weg. Ik zet Marion af aan het bureau en ik rij dan naar huis. Ik ga naar binnen en zie dat de deur volledig dicht is. Ik ga dan maar naar binnen en ga direct naar de keuken. Ik zie daar iemand staan maar zie niet goed wie het is. Ik besluit dichter te gaan en dan herken ik de persoon. Ik schrik als ik zie wie het is.
Er zijn nog geen reacties.