Foto bij *8: vloeken

Ik hing in de lucht, gilde van pijn toen ik het gevoel kreeg dat honderden messen me doorkliefden, een kudde buffels over mee heen liep en ik telkens opnieuw te pletter viel. dat was nog niet alles, mijn ledematen leken van mijn romp afgescheurd te worden. Ik gilde nog harder toen er een brandende pijn bijkwam, ik wist dat ik hing te kronkelen. Dit was de ergste belevenis in mijn leven, wist ik. Erger dan dit kon het niet worden. Mijn gil veranderde in een grom toen ik me probeerde te verzetten tegen de vloek. Na een halve seconde van verzet begon ik terug te kronkelen. Het leek eeuwen te duren voordat hij sopte en ik met een klap tegen de grond vloog, de lucht kwam uit mijn longen geslagen.
'Ga nu, ik wil jullie niet meer zien.' Zijn zachte stem doordrong de ruimte en terwijl ik op mijn lip beet stond ik op. Draco keek nog steeds geschokt in mijn richting, door hem vond ik de moed om me volledig op te richten en hem mee te trekken, de kamer uit.
'Onze bezems liggen nog bij onze hutkoffers, op de binnenplaats.' Zei hij met een stokkende stem. Ik probeerde zo snel mogelijk te bekomen van de 'naschokken' van de spreuk en riep mijn bezem omhoog. Draco deed hetzelfde, het lukte hem beter zich groot te houden.
'Kom, ik weet de weg weg.' Moedeloos knikte ik naar hem. In een vlugge reactie nam hij mijn hand. Troostend. Ik keek op naar hem en besefte dat ik was beginnen huilen.
'het komt wel goed, op zweinstein komt hij niet, ok2?' zei hij zacht. Ik zag dat hij zichzelf evenveel moed inpraatte als hij dat bij mij deed. Ik knikte.
'Ja, op zweinstein zijn we veilig. Laten we gaan.'


De vlucht duurde veel te lang, het leek alsof het kasteel aan de andere kant van de wereld lag, en ik baalde ervan dat ik niet kon Verdwijnselen. Ik huilde de hele tocht lang, waarschijnlijk vooral omdat ik nogal geschrokken was. Mama had me beloofd dat mijn vader van me hield, maar papa hield van niemand. Toen we aankwamen aan het kasteel keek ik naar de sterren en wenste dat ze bij me was. Voor mij was het een oeroud ritueel dat ik altijd deed als ik me slecht voelde. Ik vroeg me vooral af waar ze was.
'Natasha, gaan we naar binnen? ik denk dat we net op tijd zijn voor het eten.' Opeens afwezig nam ik mijn koffer in de hand.
'ga jij maar. Ik wil alleen nog maar.. even alleen zijn.' mompelde ik naar hem. Tranen stromen weer over mijn wangen en ik wende mijn hoofd af.
'Tot zo.' Meelevend draaide hij zich weg en ging naar binnen. Ik zorgde dat ik niemand tegenkwam op mijn weg naar de kerkers en ging op mijn bed liggen zonder mijn koffer weer uit te pakken. En dan te bedenken dat de dag zo leuk was geworden. Op nog geen zestien uur was ik gemarteld, gekwetst, en had ik geen plaats meer om heen te gaan zonder dat ik hoefde te bewijzen dat ik wel degelijk een missie kon volbrengen. De slaap overweldigde me laat en langzaam, lang nadat mijn laatste tranen waren opgedroogd en ik zelf geen onderwerp had om over te piekeren.

Doordat het vakantie was, had ik geen enkele reden om op te staan de volgende ochtend, toch kwam ik uit mijn bed en kleedde me aan, alsof er nooit wat gebeurd was. In de leerlingen kamer waren niet veel mensen, en zelf draco leek het niet nodig te vinden uit bed te komen. Alweer piekerend nam ik plaats in de grote sofa en rekte me uit. De twee meisjes die aan tafel zaten, wiens naam ik niet kende en wiens naam ik ook niet wilde kennen, waren druk bezig in een gesprek. Het was makkelijk hun zachte gefluister buiten te houden en zelf in gedachten te verzinken, tot ik voelde dat er ogen in mijn rug brandden. Omdat er niets beter te doen was, keek ik recht vooruit en probeerde wat van hun gesprek op te vangen.
'Ze heeft echt de hele nacht liggen janken. En daarna schreeuwde ze.'
'Dat kind heeft echt problemen, Daphne vertelde me dat ze haar toverstaf trok toen ze haar wilde helpen met haar make-up.'
'Werkelijk gestoord. Denk je dat ze make-up draagt?' Ik wilde me kwaad omdraaien en zeggen dat ik geen make-up droeg.
'Ze ziet er wel zo uit, echt een modepop. Kent waarschijnlijk haar plaats niet eens.'
'Wat wil je, ze gaat om met die draco-gast, die's ook al zo arrogant.' Het meisje met de zachtste stem deed alsof ze haar neus ophaalde voor een of ander vies ding. de andere lachte. Dit keer werd ik echt kwaad. Vliegensvlug draaide ik me om.
'Flippendo.' Zei ik zacht toen het meisje me zag en haar toverstaf op me richtte. Ze vloog tegen de grond en haalde haar stoel mee onderuit. Die brak en kwam in stukken op haar terecht.
'Paralitis!' gilde de andere, ze had blond ahar en blauwe ogen, haar make-up was opvallend en fel.
'Protego.' schreeuwde ik terug, net voor de lamstraal me raakte, hij kaatste af en vernietigde een schilderij. hoewel, vernietigen was een groot woord, de personage erop en het paard vielen allebei verlamd neer. Het andere meisje, ook met blond haar en felle make-up, stond op van mijn aanval en gilde alsof haar leven ervan af hing. Ik grijnsde woest en lachte haar binnensmonds uit.
Al snel voelde ik twee paar handen mijn polsen vastgrijpen en op mijn rug drukken. Mijn staf viel op de grond. Woedend begon ik te worstelen met de persoon die me vasthield.
'Laat me los, rotzakken!' Gilde ik. Trappelend met mijn voeten raakte ik een scheenbeen en ik hoorde iemand op zijn tanden knarsen.
'Twee dagen nablijven, Juffrouw Martens.' Zei de rustige stem van Professor Sneep.
'Ik bepaal zelf wel wanneer ik nablijf, laat me los!' Gilde ik woedend terug.
'Das een week, juffrouw Martens.' zei hij dan. Knarsetandend probeerde ik wat te kalmeren, wat na een paar momenten lukte. Hij liet mijn polsen los en nu pas kreeg ik Draco in het zicht.
'Ik zie u vanavond in mijn kantoor.' zei sneep nog voor hij vertrok. de twee meisjes waren verdwenen. Ik besefte dat ik op weg was een vreselijke week te krijgen.

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen