Foto bij *5: frustratie

'Natasha, gaat het wel?' de vijf minuutjes waren om, besefte ik. Ik schudde mijn hoofd. 'Ja, het gaat wel.' riep ik terug, mijn stem brak en nieuwe tranen kwamen op.
'Ik heb niet het gevoel dat..' Hij stopte bruusk in zijn zin en zweeg. Eindelijk wist hij wat ik wilde, alleen zijn. Als hij er dan toch was, mocht hij niets zeggen. Ik wilde alleen maar stilte, zodat mijn frustratie en woede en plotselinge eenzaamheid naar me toe konden sluipen. zodat ik me even kon laten overmannen door dingen die ik nooit aan iemand anders wilde laten zien. De stilte was niet eens goed gevallen of er klonk gemompel aan de andere kant van de deur.Een meisje kwam binnen. Haar blonde haar viel meteen op, het viel tot aan haar schouders. Haar blik was hooghartig en deed me denken aan afbeeldingen van Bellatrix, Draco's tante. Toch boog ze zich over me heen met een lieve, bezorgde glimlach.
'Hee, Draco vroeg of ik even wilde komen kijken. Hij maakt zich best zorgen. Gaat het met je?' Haar stem was zacht, het klonk als gefluister. Ik knikte vaag en veegde de tranen weg met de mouw van mijn gewaad.
'Ik ben Daphne, Daphne Goedleers.' Ik herkende haar gezicht van aan tafel. Ze was een Zwadderaar.
'Ik ben Natasha. Martens.' Even snufte ik mijn neus en toen stond ik op. Mijn hoofd vloog recht tegen de onderkant van de wastafel. Instinctief trok ik mijn hoofd terug naar beneden en hield mijn handen op mijn hoofd. De plek werd onaangenaam warm en ik voelde en buil opkomen.
'Jeetje, gaat het wel?' vroeg ze ongerust. Ik knikte snel mijn hoofd, en stond weer op. dit keer goed uitkijkend voor stoute wastafels of andere dingen die me een kopje kleiner wilde maken.
'Ik zou het willen martelen, maar dat gaat niet veel helpen, denk ik.' Verzuchtte ik droevig. de drang om iets de schuld te geven van de ellende waar mijn vader me had mee opgescheept, zat heel diep en borrelde langzaam naar boven.
'Kom, ik zal je helpen met je make-up.' Nog voor ik kon antwoorden nam ze haar toverstaf en richtte die op mij. Ik trok instinctief de mijne.
'Expelliarmus!' gilde ik. geschrokken om mijn reactie, en om haar omgedraaide hand waar net nog haar toverstok in had gezeten, keek ze naar me. Wetend dat het geen goede aanblik was, liet ik mijn stok zakken. Mijn automatisch aangenomen duelleerhouding verdween niet, zodat ik er een beetje raar bij stond.
'Jeetje,' zei ze weer 'Ik wilde alleen maar helpen hoor.' Boos gemaakt raapte ze haar toverstok p en beende de toilet uit. Ik haalde mijn neus op en keek haar trots na. Iedereen zou vlug genoeg weten dat er geen toverstokken op mij gericht werden.

Met nog meer Wc-papier en koud water koelde ik mijn betraande gezicht af en keek weer in de spiegel. Ik zag er enigszins weer normaal uit. Er waren geen rode vlekken meer te zien op mijn mooi, bleke huid. Keurend liet ik mijn vinger vanaf mijn voorhoofd langs mijn wenkbrauw naar beneden glijden. Ik zag er best mooi uit, zeker mooier dan Hermelien of Daphne van net. De spiegel deed me na en ik zag dat mijn gezicht er weer uitzag alsof er nooit iets gebeurd was. make-up, had Daphne gezegd. Zoekend keek ik naar mijn gezicht. Zag ik er dan echt zo uit alsof ik Make-up droeg, of nodig had? Vlug schudde ik de gedachte weg en liep de toiletten weer uit.
'Ben je klaar?' vroeg Draco alsof hij uren had staan wachten. Verwaand haalde ik mijn neus op. Ik was hooguit een kwartiertje weggeweest.
'Kom, we gaan eten.' Zei ik alsof er niets gebeurd was. Dapper forceerde ik een glimlach terwijl we het kleine stukje naar de grote zaal overbrugden.

Bijna ontspannen ging ik zitten aan de tafel. Net tegenover Draco. Ik vind het niets dat hij altijd tegenover me zat, en niet gewoon naast me. Het leek haast alsof we een stel waren, in plaats van 'familie' zoals we ons hoorden voor te doen. In stilte aten we, beiden hielden we niet van drukte om ons heen. Ik omdat ik het gewend was om alleen met mijn moeder te eten, hij omdat hij te verwaand was om naar iemand anders te luisteren. Halverwege het eten liet ik mijn bestek in het bord vallen en legde mijn kaak op mijn vuist.
'Wat is er?' Draco had mijn kinderachtige reactie gezien en legde zijn eigen bestek neer. Angstig dat er iets ernstig met me aan de hand was bekeek hij me vlug om zeker te weten dat ik niet onder invloed was van een of andere vloek.
'je zegt niet veel.' Antwoordde ik verveeld. Niet omdat ik niet hield van drukte, dat iedereen me maar kon negeren. Het was me geleerd dat ik een prinses was, de prinses van het duister, en zo gedroeg ik me ook dus.
'je houd niet van drukte tijdens het eten.' Alsof hij me nu totaal niet begreep gaf hij antwoord.
'Niet omdat ik niet van drukte houd, dat je zomaar moet zwijgen. daarbij, het is zo druk dat ik toch niet rustig kan eten. Zeg eens wat.'
'eens wat.' Herhaalde hij klakkeloos, alsof het gewoon een bevel was dat hij opvolgde. Ik probeerde te weerstaan aan het onnozele antwoord, maar na een halve minuut verscheen er toch een glimlach op mijn gezicht. Hij glimlachte ook. Ik raapte mijn bestek op en at verder, misschien zou het schooljaar toch nog meevallen, als Draco wat meer van die leuke momenten had.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen