#2 Im always unlucky

Ik viel op de grond en ik liet ook mijn bord met mijn croissantje vallen. Ik kroop overeind en keek achter me. Een enorme vrouw met heel veel make-up slaakte een hoog gilletje. Ze stak haar hand uit om me overeind te helpen. Dankbaar pakte ik hem aan, maar toen ik mijn hand terug wou nemen hield ze stevig vast. Ze trok me stevig tegen haar aan bij wijze van een knuffel, en ondertussen begon ze allerlei verontschuldigingen te maken in het Frans. Ik keek haar suffig aan en ik knikte een beetje. Mijn ouders kwamen snel aanlopen, samen met een medewerker van het hotel. Mijn moeder was de enige die een beetje behoorlijk Frans sprak, dus zij praatte voor mij tegen haar. De medewerker ruimde het bordje, en het croissantje op. De medewerker keek geïrriteerd naar mij toen hij klaar was met opvegen. Ik sloeg mijn ogen neer, ‘Sorry hoor.’ Papa legde een hand op mijn schouder. ‘Je kon er niks aan doen.’ Zei hij zuchtend. De vrouw draaide zich weer om en ze keek me meelevend aan. Ze waggelde op me af en ze kakelde nog wat in het Frans, en nog een dikke zoen op mijn wang. Ik keek haar raar aan. Toen ze weg liep kwam mijn moeder er aan. ‘Wat een verschrikkelijke vrouw, maar ze bedoelde het wel goed.’ Ze wende zich tot mij: ‘Haar oprechte excuses dat ze je om heeft geduwd.’ Mijn gezicht was rood van schaamte, iedereen in de ontbijtzaal keek naar me. ‘Nou Luna, ga dan maar voorzichtig weer verder met eten pakken.’ Glimlachte ze. Ik keek haar nijdig aan. ‘Niet grappig.’ Murmelde ik. Toen ik wegliep om weer een nieuw bord te halen zag ik nog net hoe mijn ouders een blik uitwisselden, een blik die ik niet helemaal kon thuisbrengen. Zuchtend draaide ik me om, ik pakte een bordje een bordje en pakte gedachteloos wat eten. Ik heb me altijd anders gevoeld, onhandig, raar, maar die blikken maakte dat het allemaal nog erger leek.
Voorzichtig om mensen heen manoeuvrerend liep ik terug naar onze tafel. Ik plofte neer op mijn stoel en begon met eten. Het was een soort ongemakkelijke stilte. Ik nam een hap van mijn croissantje. Mijn vader begon te praten. ‘Je gaat het straks vast leuk vinden in het kasteel, je houdt toch van geschiedenis?’ Pappa vroeg niet zoveel naar school. Hij werkte veel, van vroeg in de ochtend tot laat in de avond. Zeker nu hij een nieuwe baan had, we zijn net een paar maand geleden verhuisd. Ik kon niet op mijn oude school blijven, wat ik niet heel erg vond. Deze klas is veel leuker dan mijn oude klas. Hier heb ik wel wat vrienden. Ik keek hem aan en ik kauwde mijn mond leeg. ‘Ja klopt! Ik vind het vast interessant!’ Geschiedenis is mijn lievelingsvak. Ik had echt zin om naar het kasteel te gaan, alleen was de rondleiding waarschijnlijk in het Frans. Ik duwde mijn bord met mijn croissantje weg. ‘Ik heb geen trek meer.’ Verklaarde ik aan mijn vader toen hij me raar aan keek. ‘Hmm…’ Fronsend keek hij me aan. ‘Hou je het dan wel de hele dag vol?’ ‘Ik neem wel wat mee ofzo, ik ga me omkleden.’ Zei ik terwijl ik opstond. Ik pakte de sleutel uit mams tas en ik liep naar de lift. Ik drukte op het knopje. ‘Pling’ De lift sprong open, en hij was leeg, gelukkig. Ik stapte naar binnen, en werd van alle kanten aangestaard door mezelf. De liftdeuren sloten en ik voelde hoe de lift vertrok naar de 4e etage.
Ik liep door naar mijn deel van de hotelkamer, regelrecht naar de kledingkast. Ik opende de deuren. Moeilijke keus, ik heb ook zoveel bij me. Ik kijk even naar buiten, het is ongeveer 30 graden, dus het hoeft niet heel warm te zijn. Ik pakte een wit hemdje en een kort spijkerbroekje. Ik verwisselde mijn slippers voor ballerina's, dat leek me toch iets comfortabeler dan slippers om een hele dag op te lopen. Ik deed de kastdeuren weer dicht, op hetzelfde moment dat de zogenaamde 'voordeur' openging. Papa en mama kwamen binnen. 'Ben je klaar, dan vertrekken we zo.' 'Ja, ik kom zo. Nog even een tas pakken.' Ik pakte mijn bruine tas van het bed. Portemonnee, mascara, flesje drinken, schrift. Schrift? Ja, een schrift. Het klinkt waarschijnlijk heel dom, maar ik zou graag wat dingen opschrijven en tekenen die ik zie in het kasteel. Ik had deze vakantie al veel tekeningen van de zee gemaakt. Ze waren heel mooi gelukt, als zei ik het zelf. 'Mam, waar ligt mijn fototoestel?' Ik draaide een rondje om mijn as om te kijken of ik hem al zag. Halverwege stopte ik, en ik maakte een sprong naar voren. 'LAATMAAR." Ik griste mijn fototoestel van het nachtkastje en ik stopte hem in mijn tas. 'Zo.' Ik ritste de tas dicht en hing hem over mijn schouder. 'Im ready to go.'
Er zijn nog geen reacties.