#4.2 |De Tributen|
Na het eten was ik gelijk in bed gekropen. Ik had nog nooit zo vol gezeten, het voelde alsof ik zo kon ontploffen. Ik had Heather welterusten gewenst en had toen uit mijn kledingkast de eerste nachtjapon dat ik zag aangetrokken. Het was een paarse met lelijke roze bloemen. Door de vermoeidheid viel ik zo in slaap.
De volgende ochtend realiseerde ik me pas wat er echt was gebeurd. Amahny kwam me wakker maken en zei dat het ontbijt bijna klaar stond. Ontbijt? Boeiend.
Ik zit in de Hongerspelen. Ik ben een Tribuut. Ik ga dood.
Heather zit in de Hongerspelen. Heather is een Tribuut. Heather gaat dood, waarschijnlijk.
Wat kan een ontbijt me dan schelen?
Ik liet de tranen de vrije loop nemen. Gisteren hield ik me in voor Heather. Ik was tenslotte de oudste – en wijste, zoals ze meestal zeggen. Een huilende vriendin kon Heather op dat moment niet gebruiken. Ik ben benieuwd waar we nu zijn. Zijn we er al bijna? Of arriveren we morgen pas? Of overmorgen?
Ik trek de lelijke nachtjapon uit en stap onder de douche. Ik bedenk me waarom ze zoveel moeite doen om de Tributen goed te onderhouden, ze gaan toch wel dood. O ja, ze doen het natuurlijk voor de show. De douche zet ik op de warmste stand. Het water brandt op de plekken waar het mijn huid raakt. Ik stel de douche in met lavendel geur, de lievelingsgeur van mijn moeder. Gelijk moet ik aan thuis denken. Arme Butterfly, zou ze vannacht wel geslapen hebben? Of zou ze bij mijn ouders in bed zijn gekropen? Wanneer ik de douche uit stap zie ik zo rood als een kreeft. De koude lucht die in mijn coupe hangt brand op mijn huid, het snijdt. Ik loop naar de grote kledingskast en pak daaruit een beige broek en een bruine trui. Mijn haar steek ik op in een knot waar ik een speldje in schuif die in een lade licht onder de kast. Ik ga op mijn bed zitten en kijk voor me uit.
Mijn dood, zo dichtbij. Zo definitief.
Ik weet niet hoelang ik op mijn bed heb gezeten. Het leek wel alsof ik in een soort trance zat. Ik zag heel mijn leven al voorbij flitsen. Alsof ik op dit moment al dood was. Mijn geboorte –al kan ik die zelf niet gezien hebben -, mijn vader en moeder die vertelde dat ik er een broertje of zusje bij kreeg, en nog een keer, en nog een keer, de geboortes van mijn drie zusjes, de eerste dag dat ik Heather zag, de eerste keer dat ik pijl en boog in mijn hand had, de eerste keer dat ik drie meter mis schoot, Heather die me zachtjes uitlachte en zei dat het wel goed kwam, de eerste keer dat ik mijn doelwit precies in het midden raakte, de dag dat ik voor het eerst uit de hekken van District 12 ben geweest, de eerste keer dat ik Tribuut ben voor de Hongerspelen, mijn dood. En dan niets, leegte, einde. Ja, ik ga dood.
Hier zitten heeft toch geen zin. Ik heb tenslotte nog een missie: Heather levend uit de Hongerspelen krijgen. Dan kan ik net zo goed toch iets eten. Ik loop de eetcoupe weer binnen en zie dat iedereen al druk aan het eten is. “Goedemorgen,” mompel ik en ik ga op de lege stoel naast Heather zitten. Ze is een broodje in de dikke, bruine, warme drank van gister aan het soppen.
En dan word het donker. Alleen de lichten uit de coupe geven nog licht. Na een tijdje word het weer licht in de coupe. Heather spring uit haar stoel en gaat voor het raam staan. Het Capitool is enorm.
Elprich komt binnen gelopen. “Kom eens,” zegt hij. “Doe alles wat ze zeggen zonder tegen te spreken.” De trein stopt en Heather kijkt me aan. Ze pakt mijn hand en we stappen samen de trein uit, het Capitool in.
Reageer (1)
nog...
1 decennium geleden2 uur en 7 minuten, dan is het nieuwjaar
en nu ga ik naar de buurtjes...
en nu moeten jullie morgen verderr(6) of overmorgen