003

Moon kijkt om een rots heen waar Shira zich bevindt, haar ogen groot en bang. Ze ziet er zwak en hongerig uit, in geen conditie voor een gevecht.
‘Maar ik dacht dat we de enige waren?’ mauwt Frost vanachter Moon, ze kruipt naar voren en bekijkt Shira ‘Kennelijk niet.’ Rose en Bec komen er ook bij. Shira’s blik schiet heen en weer, deze katten lijken niet bang te zijn van de witte hond. Ze blaast naar Bec, maar Frost stapt naar voren
‘Wees niet bang van hem,’ mauwt ze ‘Wie ben je eigenlijk?’ Shira gaat zitten en krult haar staart netjes over haar poten, maar haar spieren zijn gespannen, klaar om te vechten als het moet. Ze knippert enkele keren met haar ogen en mauwt dan:
‘Shira.’ Frost glimlacht naar haar
‘Mijn naam is Frost,’ mauwt ze, dan zwaait ze met haar staart langs Moon en Rose ‘Dit zijn mijn reisgenoten, Moon en Rose.’
‘We gaan naar de groene zon,’ mauwt Moon, Shira kijkt omhoog naar de Groene Zon die boven hen schijnt door de bladeren van de boom heen.
‘Hoe wil je daar komen?’ vraagt ze ‘En waarom eigenlijk?’
‘Het brengt ons naar de dimensie waar onze families gevangengehouden worden,’ legt Moon uit, Shira’s oren prikken op ‘En Bec brengt ons naar het einde van de wereld, waar we het als een portaal gebruikt kan worden.’
‘Wacht,’ mauwt Shira ‘Jullie families? Bedoel je door de honden?’ Moon en Frost verwisselen een blik
‘Ja,’ mauwt Frost dan
‘Ik ga mee,’ besluit Shira, Frost dipt haar hoofd
‘Dat is goed,’ mauwt ze ‘Maar je ziet er wel erg zwak uit.’ ze kijkt naar de rest van de groep ‘Ik denk dat we wel even kunnen rusten en jagen.’