‘Hé Amy, ik ben Alice. Ik zit bij je in de klas.’ ‘Amy schrok op van haar boek. ‘Oh sorry ik wilde je niet laten schrikken!’ zei Alice snel. ‘Maakt niet’ zei Amy mompelend. ‘Vind je het erg als ik bij je kom zitten?’vroeg Alice. ‘Ja hoor’ was haar mompelende antwoord. Waarom doet ze zo onverschillend vroeg Alice haar af. Ze bedacht dat ze maar eens moest vragen of ze in de buurt woonde. ‘Woon je hier in de buurt?’ Vroeg ze uiteindelijk maar. ‘Zoiets’ antwoordde Amy. Alweer zo’n onduidelijk antwoord. Achja, ze pakte haar boek en broodbakje uit haar tas. Ze begon aan haar brood met pindakaas en vlokken. ‘Wil je ook een stukje brood?’ Vroeg ze aan Amy. ‘Nee ik heb niet zo’n honger maar bedankt!’ Eindelijk een redelijk antwoord. ‘Oké, welk boek lees je?’ ‘Oh gewoon een geschiedenis boek’ Haar ogen richtten weer op haar boek. Alice had haar eten op en verdiepte zich dan ook maar ik haar boek Morgenrood. De bel ging en Alice haastte zich naar het Wiskunde lokaal wat best nog wel een stukje lopen was. Het is ook zo’n grote school. Ze vroeg zich af dat Amy het wel zou vinden. Ze keek om maar Amy was al verdwenen. Ze had het niet eens gemerkt. Maarja. Ze liep naar het klaslokaal. Bijna iedereen was al in de klas. Amy en Sam ook al. Alleen zag ze Jake en Lisa niet, toch wel verdacht. De les begon. Die stomme formules ook. Toen ging de deur open. Lisa en Jake kwamen lachend binnen. En vraag je niet waarom. De laatste les was voorbij en Alice ging naar huis. ‘Lisa, opfietsen toch?’ ‘Sorry Alice, ik fiets met Jake mee!’ Was Lisa haar antwoord. Ze had nu al een hekel aan die Jake. Lisa had gewoon geen tijd meer voor haar. Toen zag ze Amy en Sam. ‘Hé Amy, welke kant ga jij op? Loop je met mij mee? ‘Nee sorry’ Antwoordde Sam mompellend. Huh? Waarom bepaalde Sam dat voor haar. Achja. Somber liep ze naar huis. Ze zag dat haar zus al thuis was. Haar fiets stond tegen de zijkant van hun ‘grote’ huis. Haar vader was de directeur van de Rabobank in de straat verderop. Haar moeder was Chirurg. Ze waren alleen ‘s avonds thuis. Zelfs ’s Morgens waren ze vroeg weg. Ze mistte haar Vader en moeder toch wel. Ze was bijna altijd samen thuis met haar zus Nicole. Ze was 17 jaar. Ongeveer 1,5 jaar ouder dan Alice. Ze moest altijd opvallen. Achja, ze kon er mee leven. Ze dumpte haar boekentas in een hoekje en nam haar boek mee naar het bos. Daar kon ze heerlijk zichzelf zijn. Ze nam een smal binnendoor weggetje en liep door naar de open plek. Het was heerlijk warm buiten. De zon scheen en ze ging languit in het gras liggen. Opeens hoorde ze een geluid. Liep daar iemand? Hier was bijna nooit iemand. Misschien een verdwaalde toerist?

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen