02
Een grote grijns verschijnt er op mijn gezicht. 'Ja, ik ben Melanie.' Hij kijkt me aan met zijn grote bruine kijkers. Ik zet glimlachend een stapje achteruit, zodat hij naar binnen kan. Ik sluit de deur achter hem. Hij kijkt rond. Ik ben eigenlijk best wel benieuwd wat zijn reactie is. Het is hier lelijk en oud. De trap kraakt erg als je naar boven of naar beneden wil lopen en de muren zijn kaal, waar op sommige plekken stukjes uit de muur zijn. Er staat een bank en twee stoelen en een tafel. Voor de rest is er eigenlijk niet veel. Alleen nog een keuken waar je wel kan koken en boven alleen maar slaapkamers. De jongen waarvan ik nogsteeds zijn naam niet weet kijkt om zich heen met een medelijdende blik in zijn ogen. Dat wil ik helemaal niet. Niemand hoeft medelijden met mij of iemand te hebben. Het is nou eenmaal hoe ik leef. Hij draait zich naar me toe. 'Ik ben Zayn, Zayn Malik.' glimlacht hij. Ik glimlach automatisch terug. Hij denk even na terwijl hij me nog een keer van top tot teen bekijkt, zoals hij daarnet ook al heeft gedaan. 'Wil je met mij mee? Een stukje gaan lopen en misschien wat eten?' Ik glimlach weer en knik. 'Heel graag.' antwoord ik met mijn zachte stem die nooit echt hard is. Mijn stem is net gefluister. Hij pakt mijn hand en trek me zachtjes mee naar buiten. Hij loopt glimlachend naast me. Na een tijdje begint hij te praten. 'Melanie, als ik eerlijk moet zijn, ik ken jou al een beetje. Ik heb via via informatie over je gekregen en ik zou je graag beter willen leren kennen. Ik vind het erg van je ouders, e-' Ik onderbrak hem. 'Alsjeblieft, ik wil niet dat iemand medelijden heeft met mij, ik leef nou eenmaal zo, niks aan te veranderen.' mompel ik zachtjes. Hij knikt. 'Ik wil graag dat jij bij mij komt wonen. Ik ken je niet maar ik wil je een beter leven bieden. Als je wilt natuurlijk.' Ik aarzel geen moment. 'Ja, dat wil ik graag.' antwoord ik terwijl ik in zijn bruine mooie ogen kijk. We lopen nog een tijdje heen en weer over het grasveldje, terwijl hij verteld over zijn leven en over de band waar hij nu in speelt. Ik luister geboeid naar wat hij allemaal verteld. Soms antwoord ik de vragen die hij over mij stelt en soms vraag ik wat aan hem. Ik ken hem nog geen eens een halve dag terwijl ik nou al heb gezegt dat ik bij hem kom wonen. Maar hij voelt zo vertrouwd aan. Op het moment dat ik de deur opende. Na een tijdje zwijgend gelopen hebben zie ik het langzaam donker worden. Hij stopt en kijkt me aan. Hij aait zachtjes met zijn hand over mijn wang. 'Wil je nog terug naar het weeshuis of met mij mee?' Weer twijfel ik geen moment. 'Ik wil mee jou mee.' fluister ik zachtjes. Ik kijk hem aan in zijn ogen en kijkt terug. Ik heb het gevoel alsof ik in zijn ogen verdrink. Ik knipper een paar keer met mijn ogen en kijk dan weg. Hij pakt mijn hand weer vast en loopt langzaam met mij verder, richting zijn huis, neem ik aan.
Reageer (1)
Wow, snel ;o
1 decennium geleden