01
Zoals gewoonlijk zit ik in een hoekje van de kamer met een boek die ik al meer dan vijf of zes keer heb gelezen. Maar wat moet ik anders? Ik heb gewoon niet meer dan dat boek. Waar ik nu zit. Zoals ik al zei, in het hoekje van de kamer in het weeshuis. Het oude weeshuis waar haast niemand woont. Het huis staat afgelegen op een groot grasveld. Ik woon hier omdat mijn ouders dood zijn gegaan aan een auto-ongeluk. Iets wat dagelijks voor komt, maar ook nog zo erg. Ik kan er weinig van herinderen, omdat ik zelf nog maar een meisje van acht jaar was. Ik ben nu vijftien, dus woon al zeven jaar in dit lelijke oude weeshuis. Ik trek mijn benen op en klap mijn boek dicht. Het is hier zo vreselijk. Elke maand komen er weer kinderen en na een paar maanden worden ze weer door iemand opgehaald. Ik hoop nogsteeds dat er ooit iemand voor mij komt, maar elke keer als de deur open gaat is het niet voor mij. Vreselijk vind ik dat. Zo vreselijk, dat ik steeds weer in huilen uitbarst. Ik knipper snel de tranen weg die mijn ogen uit wouden glijden. Ik sta op en kijk om me heen. Niemand is hier nu. Ze zijn allemaal weg, allemaal aan het spelen of iets leuks aan het doen. Tsja, de meeste kinderen die hier zitten, zitten hier omdat ze zijn weggelopen van huis. Ik wou dat ik dat had, dan kan je altijd nog terug gaan naar je eigen huis. Soms snap ik die kinderen dan ook gewoon niet. Hoe kan je dit nou willen? Als hun geld op is, gaan ze naar huis en komen weer terug, alsof je hier de grootste lol heb. Met veel mensen ga ik niet om. Alleen met een meisje genaamd; Amy. Ze is net zo oud als mij en heeft ook geen ouders meer, maar wel nog familie. Amy zit hier eigenlijk meer, omdat ze niet terug wilt naar haar oom, die haar mishandeld. Dat snap ik opzich nog wel. Zou ik ook niet willen. Ik krijg een glimlach op mijn gezicht als ik de bel hoor gaan. Snel ren ik naar de deur. Ik open hem en kijk recht in het gezicht van een jongen. Zeker weer iemand die hier komt wonen. Ik zucht. Hij begint glimlachend te praten en bekijkt me van top tot teen. Ik heb het geen eens door dat hij me bekijkt. Het is gewoon geweldig dat er iemand naar me glimlacht. 'Euhmm, ben jij Melanie Meade?' vraagt hij nogsteeds glimlachend.
Reactie's please
Reageer (1)
Oh lol, dacht dat het Zayn was die haar mishandelde
1 decennium geleden