Foto bij Proloog

heey hallo hier is het proloog

enjoy

Het was vroeg in morgen in het grote huis buiten het dorp toen twee meiden wakker werden van het gezang van vogels. Het huis was een grote witte villa met een grote tuin er om heen.
De twee meiden waren een tweeling, ze heten Samantha en Emily Zwarts.

“Sam, Emi, wakker worden,” riep een vrouwenstem door het grote huis. “We gaan zo eten.”
“Ja moeder.” Roepen de twee meiden van uit hun slaapkamer en ze beginnen zichzelf aan te kleden. Tien minuten later komen twee meiden in keurige nette jurken en los liggende haren beneden.
“Een goede morgen vader, een goede morgen moeder.” Zeiden de twee zusjes in koor terwijl ze aan tafel gaan zitten. “Een goede morgen Samantha, een goede mogen Emily,” zei hun vader. “Hebben we goed geslapen?” De zusjes knikken. “Ja, vader.” Antwoorden ze in koor en ze glimlachen naar hun vader.
Hun vader, Gabriël Zwarts, was een lange man met bruin haar en blauwe ogen. Hij was in een keurig zwart pak en was breed geschouderd. Hij was van hoge afkomst en wat niet raar was, was dat hij een dooddoener is. Ook hun moeder is een dooddoener, en de twee kunnen niet wachten tot ook hun dochters kunnen worden ingeleid tot de duistere kunsten van Heer Voldemort. Zeker nu hij weer terug is na wat er is gebeurt in het vierde jaar van de meisjes.

Ergens anders, niet eens zo ver van de twee meisjes vandaan, bevindt zich een vrouw, ze heeft lang zwart haar dat tot haar onderrug valt en haar blauwgroene ogen, die de kleur van de zee hebben, staren treurig voor zich uit.
Hoe is het toch ooit zo ver gekomen? Denkt ze met verdriet in haar hart. Mijn kleine meisjes.. Ze zucht en kijkt naar Zweinstein’s Hoge school voor hekserij en Hocus pocus. Ze beseft dat ze geen andere keuze heeft en vermomt zich als een jonge vrouw met kort zwart haar en groene emeraldkleurige ogen. Haar echte naam is Cassandra Sneep, maar ze besluit zich te vermommen als een vrouw onder de naam; Cassie Pierce. Langzaam loopt ze Zweinstein binnen en algauw loopt ze naar het kantoor van het schoolhoofd, Albus Perkamentus.
Dan ziet ze hem, Severus Sneep. Een lichte zucht ontsnapt aan haar lippen en ze loopt langs hem, het kantoor van Perkamentus in. “Professor,” zegt ze beleefd en ze wacht even tot hij zich omdraait. “Hallo, mijn naam is Cassie Pierce en ik ben hier voor de plek die u vrij heeft voor Bezweringen.”
“Ah ja natuurlijk,” zegt Perkamentus en hij gaat op zijn stoel zitten en gebaart haar de stoel tegenover het bureau. Cassandra gaat rustig op de aangewezen stoel zitten, tegenover het bureau van Perkamentus en staart naar de oude man voor haar. “Ja,” zegt Perkamentus weer. “U had gesolliciteerd voor de baan, nou, ik kan u mededelen dat u bent aangenomen voor deze baan.” Cassandra vouwt haar handen in elkaar op haar schoot en knikt. “Dank u, professor.” Zegt ze. Ze glimlachte even. “Nou, nou” Perkamentus lacht even. “U ziet er enthousiast uit om te kunnen beginnen, professor Pierce.” Hij zei het professor met nadruk zodat hij aan kon geven dat zij al meteen bij het begin van het schooljaar van start zou kunnen gaan. “Natuurlijk,” een glimlachje krulde zich rond Cassandra’s lippen terwijl ze de man aankeek. “Ik kijk er erg naar uit om les te kunnen geven op uw school, professor.” Zegt ze. “Mooi, dat is zeer mooi.” Zegt Perkamentus, terwijl hij even knikt. Cassandra staat op. “Nogmaals dank, Professor,” zegt ze met een buiging en draait zich om, om naar haar nieuwe slaapkamer te gaan. “Graag gedaan.” Hoort ze Perkamentus zeggen en ze doet langzaam de deur open en verdwijnt dan de trap af.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen