Bezweet schrik ik wakker. Waar ben ik ?Flitst er door mijn hoofd. Ik kijk de kamer rond en zie dat het mijn eigen kamer is. Bijna dan er hangt een prachtig ijzerwerk met oranje glas aan het plafond midden in mijn kamer. Bewonderend loop ik erop af en tik met mijn vingers tegen het enige roze glasscherf in de vorm van een hartje.
`Ik wist wel dat je het mooi zou vinden.'giechelt een stem en ik herken de stem. Het is de stem van het meisje in mijn droom. Denk ik ,een gevoel van hoop stroomt over me ,en ik draai me om.
`Mijn naam is Lila ,ik ben leerling-kruidenmeesterres.'zegt ze trots en steekt haar hand uit. Ik kijk om en zie een stokje wierook branden. De rook cirkelt door mijn kamer en rond Lila. Ik pak haar hand vast en schudt hem.
`Vitea.'zeg ik en ze glimlacht.
`Dat wist ik al. Je dromen zijn vast heel hevig.'zegt ze en spreidt haar ogen wijd open.
`Je bent bang hetgene wat je liefhebt kwijt te raken. Dat de smid en je broer iets overkomt en dat het jouw schuld is.'zegt ze en drukt dan met haar duim tegen haar voorhoofd. Ze wankeld even ,maar staat dan weer stevig.
`Heel hevig.'fluistert ze en glimlacht flauwtjes.
`Kan jij mijn dromen begrijpen ?'vraag ik angstig en gefasineerd tegerlijkertijd. Ze knikt trots ,maar schud daarna bedroefd haar hoofd.
`Misschien kan mijn leermeester het wel.'zegt ze en ik kijk haar aan. Onze blikken kruissen elkaar en we denken allebei hetzelfde. Snel loopt ze naar de deur en haalt haar hoed van de deurklink. Het is precies de hoed met takjes en blaadjes die ze in mijn droom draagt. Daarna doet ze een groene mantel om en opent de deur. Ik pak mij donker blauwe en loop achter haar aan. het is al donker en plots zijn er allemaal lichten van wachters te zien.
`Kom mee.'fluistert ze ,trekt haar mantel nog iets dichter tegen haar aan en rent door de schaduwen van de hoge gebouwen de straat door. Ik volg haar snel op dezelfde manier hoe zij gelopen had. Even stopt ze bij een overdekt stukje en kijkt omhoog naar een bewaker die langs loopt. Wanneer hij verdwenen is rent ze snel verder. Zo snel als ik kan volg ik haar over de hobbelige wegen langs de slecht verlichte muren. Snel gaat ze de hoek om en ik ben bang haar kwijt te raken. Zo snel als ik kan ren ik de hoek om. Ik ren snel verder en zie plots een licht voor me. Vlug pakt een hand me vanachter vast en trekt me het straatje in.
`Deze kant.'fluistert ze en rent het straatje door. Het straatje eindigt op een groot open plein. Lila wijst naar de muren en ik kijk omhoog. Overal op de muren staan soldaten wacht te houden.
`je moet snel en voorzichtig handelen. Het is niet ver nog vanaf hier.'fluistert ze en tuurt omhoog. Ze wacht even en dan zet ze het op een rennen naar de eerste poort in de muur. Ze kijkt omhoog en rent dan vlug naar de tweede poort. Zo gaat het verder totdat ze aan de overkant van het plein is. Ze kijkt omhoog en gebaart me dat ik moet blijven staan.
`Hé jij daar sta stil !'hoor ik achter me en ik zie lichten vanachter me. De wachters kijken weg en ik ren zo hard als ik kan het plein over. Zonder naar de poorten aan de zijkant in de muur te rennen. Ik ren de eerste poort voorbij ,de tweede ,de derde ,de vierde.
`Daar !Alarm !'brult iemand van boven op de muur en ik ren nog harder. Mijn benen doen pijn ,maar ik moest aan de overkant komen. Achter me hoor ik het geluid van de harnassen van de soldaten en plots schiet een peil langs mijn hoofd. Hoewel ik mijn benen geen eens voel. Trek ik mezelf vooruit ik wil aan de overkant komen. Ik zet mezelf af van de grond en spring het zijstraatje in waar Lila staat te wachten. Ze zet het zelf ook op een rennen en slaat het ene straatje na het andere straatje in zonder ook maar te kijken of ik haar nog wel volg.
`We zijn bijna veilig !'schreeuwt ze en plots duikt er een soldaat voor haar op. Ze remt niet ,maar gaat juist harder rennen. Plots springt ze op. Ze raakt met haar voeten de muur en rent daar via de zijkant overheen. Wanneer ze langs de soldaat is landt ze op de grond en rent verder. Terwijl de soldaat afgeleid is ,ren ik zo hard als ik kan verder en schuif dan tussen zijn benen door. Hij probeert me nog te grijpen ,maar ik ben veelste snel. Zo snel als ik kan kom ik weer overeind en ren achter Lila aan. We komen aan bij het rivviertje en ik besef hoelange omweg we wel niet hebben gerent. De rivier scheid de stad van het bos ,maar de stad werdt groter en sommige huizen waren dus aan de andere kant van de rivier gebouwd. Hier waren geen straatlantaarns of bescherming tegen de wezens uit het bos. Normaal gesproken blijf ik altijd in de westerweg ,maar dit keer zal ik dus echt in de Oosterpolder moeten zijn. Lila stapt op de brug ,die de Oosterpolder scheid met de rest van de stad, en wenkt me.
`Kom je we zijn er bijna.'zegt ze en ik stap op de gammelen brug. Lila lacht vriendelijk en loopt rustig over de brug ,die alleen uit een paar aan elkaar vastgebonden planken bestaan. Wanneer we de vijf meters lange rivier hebben overgestoken kijkt Lila mij aan.
`We hoeven niet meer te haasten. Dit hoort niet bij Applehille.'zegt ze en wijst naar de andere kant van de rivier.
`Wat deden al die soldaten in Applehille ?'vraag ik en het licht van de laatste lantaarn verlicht haar gezicht op een angstaanwekkende manier.
`Ze hebben vast gehoord over de roddel.'zegt Lila en trekt haar hoed nog iets verder over haar ogen. Dan draait ze zich om en stapt uit het licht. Ik kijk nog even naar de laatste lantaarn die de brug verlicht en volg dan Lila.
`Welke roddel ?'vraag ik ,maar ze doet net alsof ze me niet gehoord heeft.
`Mensen uit de Oosterpolder zijn meestal niet welkom. Wij zijn vreemd en niet bang voor wezens uit het woud.´zegt Lila en ik kijk haar raar aan. Het woud ?Oh ,zo noemen de mensen uit de Oosterpolder het bos. Denk ik en Lila begint te grinniken. We lopen langs een dun zandweggetje met aan de linkerkant de Oosterpoldeer en aan de rechterkant het bos. Ik staar even angstig in de duisternis van het bos en loop dan iets sneller achter Lila aan.

Reageer (1)

  • Waterflower

    Sorry eviet, maar kun jij effe nog een hoofdstuk schrijven. Echt sorry maar voor dit verhaal( weet het erg leem) heb ik geen inspiratie, maar voor een ander wel. Ik doe het volgende hoofdstuk. En wat een leuk hoofdtsuk, maar waar komt dat meisje ineens vandaan? Dat snap ik niet helemaal, maar wel leuk.

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen