Foto bij || Fourty Seven

Aiden POV

Duisternis voelde zo goed.
Het maakte niet uit of je ogen open of gesloten waren, je zag precies hetzelfde. Ik zwaaide met mijn hand voor mijn ogen en grinnikte. Ik zag niets.
De duisternis voelde veilig. Veel veiliger dan licht. Niemand kon je zien. Je belangrijkste zintuig was volledig uitgeschakeld. Je kon je voor iedereen verstoppen.
Ik voelde me vrij, licht en zorgeloos. Niets deed er meer toe. Ik had de duisternis, en dat was genoeg.
Toch rilde ik toen er plotseling een sterke windvlaag langskwam. En omdat ik zo licht was als een veertje, werd ik meegezogen. Ik merkte dat het langzaam lichter werd. Het zwart veranderde in donkergrijs, het donkergrijs in lichter grijs. Het was alsof ik door een mist getrokken werd, een mist die steeds lichter werd. Totdat ik helemaal uit de duisternis verdwenen zou zijn.
In paniek begon in zwembewegingen met mijn armen en benen te maken. Ik wilde terug naar de duisternis. Daar was alles goed, daar had ik geen zorgen.
Hier in de grijze mist kwamen er beelden terug. Ik wilde ze niet zien, ik wilde naar de duisternis. Waar er geen verschil tussen gesloten en open ogen was, waar niemand me kon zien, waar ik niemand was.
Stemmen vulde mijn hoofd.
Een meisjesstem. “Je bent de beste broer van de wereld.”
Wie was dat meisje? Ik kende haar, maar ik wist niet wie ze was. Haar stem maakte me ijskoud vanbinnen, en ik voelde de pijn van gemis. Zonder te weten waarom begon ik te huilen.
Haar stem werd overstemd door een andere stem, een ander meisje, en ze gilde.
“AIDEN! NEEEEEEEE!”
Wie was Aiden? Wie was het meisje? Toch sierde een glimlach mijn lippen toen ik aan het meisje dacht, ook al was haar gezicht een vage schim in mijn herinneringen.
Nog steeds zwom ik terug naar de duisternis, tot me iets opviel. Hoe dichter ik bij het licht kwam, hoe scherper het gezicht van het meisje werd.
Ik stopte met zwemmen en liet me meesleuren naar het licht. Het gezicht werd steeds scherper, totdat ik haar helemaal zag.
Met een schok kwamen alle beelden en herinneringen terug.
Sophie. Kyle. Noa. Mijn val van de klif.
Plotseling voelde het alsof ik stikte. Ik kreeg geen lucht, mijn longen waren gevuld met water.
Ik begon te hoesten. Iemand zei: “Goddank” en hielp me overeind.
Ik hoestte al het water uit mijn longen en ademde toen rustig zodat mijn longen weer gevuld werden met lucht.
Toen opende ik mijn ogen.
Jace keek blij als een kind. Zijn ogen waren rood en vochtig. Had hij gehuild?
“W-wat is er gebeurd?” Mijn keel brandde en mijn stem klonk schor.
“Je viel van een klif, en toen heb ik je uit de zee gehaald. Toen was je half dood, maar toen heb ik je weer tot leven gewekt.”
Ik keek Jace verbaast aan.
Maar Jace stond op en trok me aan mijn arm omhoog.
“Wat doe je?” vroeg ik.
“Geen tijd” zei Jace. “We gaan nu naar mijn auto. We moeten Sophie redden.”
Strompelend liep ik achter Jace aan. Ik snapte er niets van. Waarom was Jace hier?
“Waar is Sophie?” vroeg ik.
“Nog bij die zwartharige gozer.”
“Waarom heb je haar niet eerst gered!” Ik keek hem kwaad aan. Niet dat het zin had, ik liep achter hem.
“Omdat jij half dood in zee lag!” Jace draaide zich naar me om. “Had je ik moeten laten liggen?”
Ik keek beschaamd naar mijn voeten. Zonder Jace was ik waarschijnlijk dood geweest.
“Bedankt” zei ik.
Jace stompte tegen mijn schouder. “Is al goed gozer. En nu rennen met die beentjes. We moeten Sophie redden.”

Reageer (6)

  • Rubyy

    Woowww!

    Beste vriendennn!
    En kyle moet doood!! :(((6)

    SNEL VERDERR!

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen