Foto bij Ana

Ik zie hoe er een traan aan haar wang bingelt. Gebroken kijkt ze me aan. Het lijkt alsof er niets meer over is van het vrolijke lachende meisje dat ik kende van vroeger. Plots opent ze haar mond;
"Zien jullie het dan niet?! Zien jullie niet wat jullie mij aan doen?! Jullie maken me kapot! Jullie maken me dood!"
Trillend van woede blijft ze me aanstaren, wachtend op een reactie, maar ik zwijg. Ik kan hier geen antwoord op geven. Het enige wat we willen is haar helpen, maar ze ziet het niet. Ze ziet alleen maar die denkbeeldige vriendin. Ana. Ik haatte haar. Al lang had ik me tegen haar afgezet.
"We willen je alleen helpen." Het had er sterk uit moeten komen, standvastig. Maar het klonk alleen maar zwak.
"Jij, juist jij, zou het moeten begrijpen! Jij kent haar ook! Je weet wat ze doet! Jij weet hoe ze helpt!"
"Snap je het dan niet?! Ze helpt je niet! Ana helpt je niet! Ze kent geen grenzen! Ze blijft door gaan. Zelfs al wordt het je dood! Dit is niet gezond! Waarom zie je het niet?!"
Het ooit zo vrolijke meisje keek weg van het niets waar ze naar gestaard had.
"Ik wil alleen maar dun worden..."
Tranen van frustratie begonnen over mijn wangen te lopen. Kon ik haar maar helpen...

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen