83- Tristan The Romanian VampireLord
en ja, je leest het goed, Tristan is marcus' zoon..
Marcus PoV
Ik had de hele dag niets te doen, niemand om me echt gezelschap te houden, behalve Niké. Ik wou niet weten wat Abel en Gregory nu aan het doen waren. Niké kwam om de twee uur eens kijken, wou schaakspelletjes spelen, verhalen horen over Italië... erg leergierig, en vooral nieuwsgierig. Ik werd uit mijn overpeinzingen gehaald door het klapwieken van vleugels, grote vleugels. Ik keek naar buiten, de zon was juist onder, en Tristan zou thuiskomen. Ik haastte me naar de inkomhal. Hij was nog geen haar veranderd, nog steeds even wild als vroeger. ZIjn donkerbruine, bijna bordeauxkleurige haren waaiden in de wind. Niké stormde naar voren. 'Vader, vader, vader, U bent terug!' zei hij opgewonden. Tristan keek lachend neer op de jongen, wreef zacht over zijn hoofd, maar liep dan weg. Hij haalde de pin van zijn hand, dat was waarschijnlijk voor mocht hij een mens zijn tegengekomen. Hij hield er niet van dat mensen ook maar het idee kregen dat er vampiers waren die konden vliegen, die echte vleugels hadden. Het feit dat Dracula als een vleermuis afgetekend werd was mijn schuld. Ik had Bram Stroker toen nooit mogen binnenlaten in dit kasteel. Hij had Tristan zien lopen met zijn vleugels, had er zijn conclusies uitgetrokken, maar had gezwegen.Ik denk dat ik er niet bij moet zeggen dat eenmaal Tristan wist waar hij was, zijn leven niet meer zo lang duurde. Ik vroeg me af waar hij de ooglap vandaan haalde, maar misschien wou ik het wel niet weten. Ik wist dat de Roemeense vampiers diegene waren die het meeste vochten onder elkaar, ik was altijd bezorgd, maar liet het niet merken aan Aro.
'Vader, vader, we hebben bezoek!' riep Niké voor de hele zaal. nog voor Niké meer kon zeggen, liep Tristan weg, naar zijn troon. Stijl, dat had hij gelijk met Aro; gevoel voor stijl. 'Wie?' vroeg hij kortaf, het interesseerde hem duidelijk niet. 'Als je dat nog moet vragen, is je reukzin er helemaal aan.' mompelde ik terwijl ik naast hem ging zitten. hij keek niet verbaast. 'Hé, ouwe?' zei hij glimlachend. 'Is er iets mis, broekventje?' vroeg ik lachend. Het was goed om Tristan te zien. Ook al zou hij nooit veranderen, ik mistte hem. 'Wat bracht jou hierheen?' vroeg hij, meteen to the point zoals altijd. 'Mijn voeten.' zei ik kalm. Niké lachte luid, maar Tristan wachtte geduldig. Misschien had zijn leeftijd toch iets van wijsheid opgebracht. 'Zeg niet dat die nietsnut je..' ik onderbrak hem. 'Noem Aro geen nietsnut, hij houd ons verborgen voor de mensen.' zei ik. 'DIe naam is hier niet welkom,' zei tristan met moeite op een normale toon. Ik zag dat hij op punt stond om naar voren te springen, het liefste om me het zwijgen op te leggen, alleen al omdat ik Aro genoemd had. Hij had nog steeds een heel opvliegend karakter, iets wat hij nooit zou afleren. ik schudde zacht mijn hoofd. 'Wat?' vroeg tristan op een onschuldige manier, waardoor ik mijn ogen samenkneep tot spleetjes. 'Je komt op een goed moment, opa.' zei hij lachend, de term 'opa' liet me twijfelen of dit wel een goed moment was om in Tristans buurt te zijn. Ik zou mijn ideeën dus moeten uitwerken voor dat goeie moment aangebroken was, anders zouden er hier dingen gebeuren die niet leuk waren, en voor een aantal mensen helemaal niet gezond... als je begrijpt wat ik bedoel. Niké kwam naar voren, hij had al de hele tijd de vleugels van Tristan zitten aangapen; hij wou ook vliegen, al was dat niet mogelijk voor hem. Tristan merkte zijn gestaar op trok zijn vleugels in. Voor je begint te denken, dit met de vleugels is een uitzondering op de regel dat een vampier niet kan veranderen. er is een reden waarom Tristan vleugels heeft; ik heb er ook, maar om Aro te steunen, gebruik ik ze nooit. 'Wanneer komen Niké's vleugels uit?' vroeg Niké op een ongeduldig toontje. Tristan zuchtte. 'Niké, ik heb het je al uitgelegd, je moet familie zijn van mij; bloedfamiie, zoals Marcus.' zei hij met een knikje naar mij. 'Dus Niké zal niet vliegen?' vroeg hij op een zielig toontje. 'Tristan of ik nemen je wel eens mee of zo.' zei ik, in de hoop dat hij niet weer boos zou worden. ik was redelijk gehecht aan dit kasteel, en een brand onder mijn dak, tussen heel brandbare vampiers leek me nu ook niet meteen iets om onze reünie mee te vieren.
Reageer (7)
Snel verder
1 decennium geledenahwwwww arme nike
1 decennium geledensnel verder