The Ultimate Fantasy - Hoofdstuk 1
En, Syllie1992, bedankt voor je reactie, maar ik hoop dat je beseft dat dit hetzelfde verhaal is als op THH...
In het politiebureau van Boston was het rustig op de afdeling moordzaken. In het kantoor van de rechercheurs speelde de radio zacht op de achtergrond terwijl pennen over papier gleden. Af en toe klonk het geritsel van papier of een zucht, soms het kraken van vingers die dreigden te verkrampen.
Jane Rizzoli, een van de drie aanwezigen in het kantoor, legde haar leeggeschreven pen neer en rok zich uit. Ze had een grondige hekel aan de administratieve kant van haar job, maar het hoorde erbij. Even bekeek ze de persoon die een bureau verder dan haar zat.
Vince Korsak zat helemaal verdiept in het papierwerk en deed het bijna zonder enige tegenzin. Hij was Jane’s ex-partner en had bijna evenveel ervaring als Jane en Barry, Jane’s huidige partner, samen en had geleerd dat het papierwerk zijn nut had. De jaren ervaring die hij had, waren aan hem te zien. Zijn haar en baard waren grijs, en zijn model en conditie waren niet meer wat ze geweest waren. Hij was een aardige man, en Jane had altijd graag met hem gewerkt, maar door een incident tijdens een zaak die Jane bijna het leven had gekost, had ze Barry Frost als partner gekregen.
Barry zat aan het bureau dat grensde aan dat van Jane. De jonge rechercheur liet zijn kin op zijn linkerhand steunen terwijl hij verveeld zijn papierwerk in orde maakte. Jane kon het met hem net zo goed vinden als met Korsak, misschien zelfs nog net iets beter aangezien het leeftijdsverschil kleiner was. Barry Frost was een goede rechercheur, maar hij had een zwakte, hij kon namelijk niet tegen lijken. Jane kon zich geen plaats delict herinneren waar Barry zijn maaginhoud niet achtergelaten had.
Met een zucht reikte Jane naar de pennenhouder op haar bureau om er een nieuwe pen uit te halen. Ze tikte met haar pen op het bureau en boog zich dan weer over haar papierwerk. Even was het weer zoals enkele minuten geleden. Radio op de achtergrond, drie rechercheurs gericht op papierwerk, pennen die over papier gleden, zuchten die werden gelaten.
Hieraan kwam echter een einde toen Frankie Rizzoli, Jane’s jongere broer die gewoon agent was, zijn hoofd naar binnen stak.
‘Zijn jullie nog hier? Ik dacht dat jullie al naar die plaats delict waren?’
‘Welke plaats delict?’
‘Er is een lijk gevonden in het park. Ik hoorde het net van Dr. Isles toen ik haar kruiste, ze zal waarschijnlijk onderweg naar buiten geweest zijn.’
‘Oke, administratietijd is voorbij, tijd voor het echte werk.’ Jane stond recht en zag Barry hetzelfde doen.
Beide namen ze hun wapens en staken het zowat tegelijkertijd in hun holsters. Jane wilde Frankie nog bedanken, maar ze zag enkel een lege deuropening toen ze zich omdraaide.
Toen Jane en Barry aankwamen aan het park, was het aantal politiewagens dat er stond hetgeen dat hen het meest verbaasde. Ze leken een van de laatste te zijn die aankwamen, hoewel zij normaal degene waren die als eerste van een nieuwe misdaad hoorden. Ze stapten uit en liepen het park in waar ze vrijwel meteen op het gele lint stuitte.
‘Jane Rizzoli, Boston moordzaken, dit is mijn partner Barry Frost.’ Identificeerde ze zichzelf terwijl zij en Barry hun penningen toonden.
De agent hielt het lint omhoog en liet de twee rechercheurs door. Blijkbaar was de agent nog niet lang in dienst, anders zou hij hen niet opgehouden hebben voor het tonen van hun penningen, iedereen op het politiebureau van Boston kende Jane Rizzoli.
Toen ze aankwamen op de plaats delict, zagen ze dat Dr. Maura Isles al volop bezig was met het onderzoeken van het lichaam. Ze keek op toen ze de naderende voetstappen hoorde en lachte toen ze Jane zag.
‘Hey, jullie zijn zo laat?’
‘Niemand zei ons dat er een moord gepleegd was, ik heb het van Frankie moeten horen en hij hoorde het van jou.’
‘Oh, ik ben gewoon opgebeld, zoals gewoonlijk.’
‘Wat hebben we?’ onderbrak Frost de twee vrouwen.
Jane en Maura waren al vanaf de eerste dag dat Maura in Boston werkte de beste vriendinnen, en hun gesprekken hadden vaak de neiging de verkeerde kant uit te gaan waardoor ze soms wel eens vergaten dat ze zich op een plaats delict bevonden.
‘Haar naam is Angelina Harris. 24 jaar, ze is waarschijnlijk gewurgd, gezien de afdrukken op haar hals, maar ik kan je pas een definitieve doodsoorzaak geven na de autopsie. Er zijn ook enkele roodbruine vlekken gevonden, daarzo.’ Ze wees de plek aan en Jane zuchtte toen ze haar nek wat uitrok om de vlekken te kunnen zien.
‘Waarom zeg je niet gewoon dat het bloed is?’
‘Omdat het niet zeker is dat het dat is. Het kan zoveel andere dingen zijn, en je weet dat ik er niet van hou om te moeten gokken.’ Jane zuchtte nogmaals en keek op toen er achter hen een hoop remoer begon.
Een man en vrouw , voor haar beide onbekend, liepen met een zekere attitude op hen af terwijl de man iedereen argwanend aankeek.
‘Excuseer mij, maar wie zijn jullie en wat doen jullie op mijn plaats delict?’ De man schoof zijn jasje wat opzij en een penning kwam tevoorschijn.
‘Seeley Booth, FBI, dit is mijn partner’
‘Temperance Brennan.’ Drie paar ogen werden op Maura gericht. ‘Ik heb je boek gelezen, ik ben een grote fan.’
‘Bedankt, Dr. Isles. Nu keken Jane en Booth Dr. Brennan aan. ‘Ik heb wat opzoekwerk gedaan voor we hierheen kwamen, ik wilde weten met wie we werken.’
‘Wat doet de FBI hier?’ Vroeg Jane toen ze zicht tot Booth wendde.
‘Deze vrouw, is een informant van de FBI, vind je het raar dat we graag zelf onderzoeken wat er met haar gebeurd is? Je krijgt de groeten van agent Gabriel Dean, trouwens. Hij had het zelf te druk om naar hier te komen dus stuurt hij mij om jou wat in het oog te houden.’
‘Ik denk dat ik niet veel keus heb en maar beter meewerk zeker?’
‘Inderdaad, Bones, wat kan je me vertellen?’ Dr. Brennan keek op van haar, duidelijk interessant, gesprek met Maura en bekeek dan het lichaam.
‘Wel, de afdrukken op haar hals suggereren dat ze gewurgd is.’
‘De afdrukken zijn niet post-mortem, dus het is mogelijk, maar ik vond ook’
‘Bloed.’ De forensisch antropologe en de pathaloog anatoom keken Booth aan en Jane zuchtte omdat ze wist wat zou volgen.
‘Dat is niet zeker.’ Klonk er in koor.
De twee vrouwen raakten verzeild een gesprek waar zoveel medische termen aan te pas kwamen dat Booth zich naar Rizzoli omdraaide en zijn partner liet doen.
‘Kunnen we hier nog iets doen?’
‘Nee, de jogger die haar gevonden heeft is al naar het politiebureau gebracht en de jongens van de technische dienst zijn klaar. Als het lijk in de wagen zit kunnen we gaan.’
Booth wierp een blik op de twee vrouwen achter hem en zuchtte. Ze waren ze opgegaan in hun gesprek dat ze blijkbaar niet doorhadden dat er twee jonge mannen stonden te wachten tot ze het lijk mochten meenemen.
‘Dat kan nog wel even duren, vrees ik. Is er hier toevallig geen plaats waar je goed kan brunchen ofzo?’
Jane dacht even na, en net toen ze haar mond wilde openen om de Dirty Robber, het stamcafé van elke agent in Boston, wilde voorstellen, werd ze onderbroken door een beltoon. Het was niet de hare, maar die van Maura. Die laatste stond recht en wandelde een eindje van hen weg om buiten gehoorafstand te zijn voor ze opnam. Dr. Brennan gaf de twee jonge mannen de toestemming om het lijk mee te nemen en Jane gaf Booth een verontschuldigende blik.
‘Het zal voor een andere keer zijn, vrees ik.’
‘Het maakt niet uit. Rijden jullie voorop?’
‘oke.’ Jane liep voor Booth en Brennan door het park, op weg naar de uitgang.
‘Moet je niet op Dr. Isles wachten?’
‘Nee, ze is mijn partner niet, en ze heeft haar eigen vervoer.’
‘Bedoel je dat je geen partner hebt?’
‘Nee, ik heb er wel een, maar hij staat waarschijnlijk zijn maaginhoud op straat te gooien aan de ingang van het park.’
En gelijk had ze. Frost was net aan het bekomen van zijn misselijkheid toen de drie het park verlieten, hij leek opgelucht te zijn dat ze weer naar het politiebureau konden gaan.
Aangekomen in het politiebureau liepen Jane en Frost naar gewoonte meteen op de koffie af, Booth en Brennan volgde zwijgend.
‘Euhm, waar is het mortuarium? Ik denk dat daar mijn werkplek is.’ Vroeg Brennan nadat ze vriendelijk de koffie weigerde die haar aangeboden werd.
‘Beneden, als Maura aankomt kan je met haar meelopen. ‘ antwoordde Jane voor ze een slok van haar koffie nam. ‘Oh, daar is ze net. Hey, Maura!’ Maura liep met haar blik strak naar voor gericht door de gang en leek Jane niet gehoord te hebben. ‘Maura!’ Nog steeds reageerde ze niet.
Jane zette haar koffie neer en liep op haar beste vriendin af. Pas toen ze voor haar stond, leek Maura Jane op te merken.
‘Maura, wat is er? Ik heb je twee keer geroepen.’
‘Er is niets, Jane, het is oke.’ Twijfelend bekeek Jane haar even.
‘Je weet dat je me alles kan zeggen, toch?’
‘Ja, dat weet ik.’ Antwoordde Maura met een kleine glimlach op haar gezicht.
‘Goed, je zou Dr. Brennan mee moeten nemen naar het mortuarium, dan ga ik mij amuseren met die FBI-gast.’
‘Dat zou ik niet doen, Jane.’
‘Waarom niet?’
‘Hij is getrouwd, hij draagt een ring.’
‘God, Maura, ik bedoelde dat we aan de zaak gingen werken! Jij neemt alles zo letterlijk op!’
‘Oke dan, veel plezier. Dr. Brennan, gaat u met mij mee?’
De twee dokters verdwenen in de lift naar het mortuarium en Jane was benieuwd of ze haar mening over de FBI zou moeten herzien na een samenwerking met agent Seeley Booth.
[reacties??]
Reageer (3)
ik snap het niet
1 decennium geledenwow ga je nog door klink wel spannent gr
1 decennium geledenJa, dat besef ik, maar het is altijd leuk om een verhaal nog een keer te lezen, want het begin is best lang geleden, dus ja;)
1 decennium geleden