Hoofdstuk 19: De verboden boeken
Rodolphus POV
Ik voelde dat alle ogen op mij gericht waren, dus stond snel op en verliet de kamer. Lucius kwam me achterna ‘Gaat het, makker?’ ‘Tuurlijk, waarom zou het niet gaan? Die Bellatrix zegt me niks, ik wil niets met een halvegare, weet je wel…’ ‘Man, je hoeft je echt niet te schamen, of doen alsof het je niets kan schelen… Ik ken je wel…’ ‘Ik weet gewoon niet wat ik fout gedaan heb…’ Ik voelde de tranen over mijn wangen lopen, als mensen me zo zouden zien, zouden ze denken dat ik een mietje ben of zo. ‘Rolph, ik denk dat het niet aan jou ligt. Het komt wel goed, ze draait wel bij.’
Bellatrix POV
Tijdens het studeren merkte ik, hoewel ze goed haar best deed om het te verbergen, dat Nele vaker dan gewoonlijk mijn kant op keek en dat ze ook nogal afwezig was. Ze is de beste in Verweer Tegen De Zwarte Kunsten en is dan meestal ook een onverbeterlijke betweter, maar vandaag toonde ze weinig initiatief en interesseerde het haar precies niet zo. ‘Bella, ik voel me niet zo goed, en ik heb trouwens niet zo’n zin in dit huiswerk…’ ‘Versta ik je nou goed? Heeft Nele Prins geen zin in huiswerk?!’ ‘Hé, kom op, ik ben niet zoooo’n streber he’ ‘Nee, hoor, alleen maar een klein beetje’ ‘Echt niet!’ ‘Wat jij wil’ ‘Anyway, zullen we een stukje gaan vliegen?’ ‘Oké, laten we gaan dan, dan kan ik nog wat oefenen voor een plaats in het zwerkbalteam te halen, volgend jaar’ Toen we naar de bezemhokken wandelden, moest ik het haar gewoon even vragen; ‘Zit je nog steeds met wat er daarnet gebeurd is?’ ‘Ja tuurlijk, kan je het me kwalijk nemen? Rodolphus is een goede vriend’ ‘Nee, ik begrijp je wel. Maar het ligt gewoon nogal gevoelig, dat hele onderwerp.’ ‘Oké, weet gewoon, dat als er iets is, je daar met mij over kan praten hé, ik zal er altijd voor je zijn. Daar zijn vrienden voor’ ‘Bedankt, ik ben er ook altijd voor jou.’ ‘Dat weet ik’ We kozen een bezem en vlogen door de gangen naar de grote eiken voordeur. ‘Shit, die is natuurlijk op slot! Daar geraken we nooit door!’ ‘Nele, kijk, daarboven, daar is een open raampje.’ ‘Passen we daar wel door? Het is wel heel smal…’ ‘Dan zoeken we dat toch even uit’ Ik nam mijn stok en zwaaide er mee richting het raampje. Een soort van schaduw die perfect mijn vorm en grootte had vloog door het raampje naar buiten ‘Zie je wel? Volg mij maar.’ Toen we buiten waren, vlogen we eerst wat rondjes rond het Zwerkbalveld, deden een aantal wedstrijdjes slalommen tussen de hoepels en uiteindelijk vlogen w nog wat over de boomtoppen van het verboden bos. Even later werd Nele plots nogal onrustig toen we dicht bij een stel terzielers vlogen ‘Bella, er is iets vlakbij ons! Ik voel het, maar ik zie niets!’ ‘Rustig maar, het zijn gewoon ter…’ Plots kwam de dichtstbijzijnde terzieler met grote snelheid op ons afgevlogen ‘Aaaah, hij valt ons aan!’ Langs de andere kant kwamen ook nog een paar terzielers en ze bleven in een cirkel rond ons heen vliegen; we konden geen kant meer uit. De terzielers maakten plaats voor een prachtige, grote terzieler met daarop… ‘Welwel, juffrouw Prins en juffrouw Zwarts, een nachtelijk vliegtochtje?’ ‘Professor Perkamentus!’ ‘Leg eens uit wat jullie hier doen.’ ‘Professor, ik voelde mij niet goed en heb Bella overgehaald om mee te gaan.’ ‘Dat is niet waar, professor, het was mijn idee, ik neem de schuld op mij.’ ‘Nee, Bella, ik heb jou overgehaald! Bella heeft hier echt niets mee te maken, meneer!’ Perkamentus glimlachte en zei ‘Het is al goed meisjes, ik vind het bewonderenswaardig dat jullie het zo opnemen voor elkaar, jullie verstaan de waarde van vriendschap. Voor deze ene keer zal ik het door de vingers zien. Ga maar snel naar de slaapzaal.’ ‘Oké, bedankt professor, goedenacht.’
We vlogen terug naar binnen, zetten onze bezemstelen weg, maar net toen we de gang naar de kerkers in wilden gaan, zagen we een schim op ons afkomen, we keerden snel om en liepen de trap op naar boven. Na door nog wat gangen gelopen te hebben kwamen we in een kamer met vanalle kasten met boeken, een spiegel, leergerei en nog veel meer. ‘Kijk Nele! Een boek over gruzielementen. Oh, hier nog één, en hier… zou dit een soort geheime opslagplaats zijn of zo?’ ‘Maar waarom zou Perkamentus deze boeken in een plaats als deze “opslaan”?’ ‘Misschien heeft hij deze boeken uit de bib gehaald, maar heeft hij nog geen goede plek gevonden om ze te bewaren?’ ‘Dat is natuurlijk altijd mogelijk.’ Ik maakte een replica van het boek en zette het originele terug in de kast. Dit herhaalde ik bij nog een aantal andere boeken. ‘Bella, wat ben je aan het doen?’ ‘Wat? Hier wil ik meer over weten, jij niet?’ ‘Maar, jij haat Verweer Tegen De Zwarte Kunsten! We komen hier sowieso door in de problemen hé.’ ‘Ja, ik haat VERWEER Tegen De Zwarte Kunsten. De Zwarte Kunsten zelf haat ik niet…’ Ik legde de boeken op een stapeltje en richtte mijn stok; ‘Wingardium Leviosa’ De boeken stegen meteen op. ‘Kom je zo, of moet ik je ook laten vliegen? Dan kan ik je meenemen als ballon’ grapte ik tegen Nele. ‘Ja het is al goed, ik kom **zucht** ik moet echt een nieuwe vriendin! Als we in de problemen geraken, het was jouw idee!’ ‘Kom kom Nele, het is net zo bewonderenswaardig hoe we het voor elkaar opnemen’ deed ik Perkamentus na ‘Trouwens, ben je al ooit door mij in de problemen gekomen?’ ‘Euh, ja! Miljoenen keren nog maar hoor!’ ‘Ja, ik weet het… Ik wou die zin gewoon minstens één keer in mijn leven gezegd hebben. Maar goed, laten we gaan, vòòr we in de problemen geraken.’ Terwijl we naar de leerlingenkamer liepen, zweefden de boeken netjes voor ons. ‘Laten we nu maar gaan slapen, Bella’ ‘Maar wat dan met de boeken?’ ‘Die kan je morgen toch nog bekijken? Neem ze wel mee naar boven. Die wil je hier niet laten rondslingeren, wie weet wie leest ze…’ ‘Oké, dan gaan we slapen, jij je zin!’
Er zijn nog geen reacties.