Foto bij Hoofdstuk 1

A journey of thousand miles begins with a single step.

Mijn adem stokt wanneer ik het getik hoor van een paar hakken. Het is zover, mensen. Mijn ogen kijk naar de grond alsof ze er mee ruzie hebben. Als de deurklink open word gemaakt klinkt er een krakend geluid. Mijn lichaam komt overeind en spant zich aan als de stem van een oudere vrouw klinkt. ''Meneer Moore, ik heb lang naar uw gegevens gezocht maar ik kan helaas geen gegevens vinden over..'' Haar stem valt weg. Haar mond valt een beetje open en met grote ogen kijkt ze me aan. Ze probeert zo snel mogelijk een neutraal gezicht te trekken, wat haar aardig lukt. Maar wanneer ze weer begint te praten is het duidelijk dat ze nogal in shock is. ''U-u.'' Stottert ze. 'Mijn gegevens ? Over mijn vorige school ? Oh, maar mevrouw, die valt ook helemaal niet te vinden. Mijn vorige school is vorig jaar afgebrand.' Mijn lage maar zuivere stem klink zacht. ''A-afgebrand ?'' Ze slik, wat goed te horen is in deze stilte. Het enige wat je hoort zijn stemmen. Haar stem, mijn stem. Geen ander wezenlijk geluid is er te horen in deze ruimte. 'Ja, afgebrand.' Ze neemt plaats op de stoel tegen over mij. Tussen ons staat een bureau. Op het bureau zijn wat mappen te vinden en wat losse blaadjes, één pen en één half opgedronken koffiebeker. ''Oh, wat naar. En daarbij zijn je gegevens.. verbrand ?'' Vraagt ze fluisterend terwijl haar ogen naar de losse blaadjes schieten. Ze leest wat er op staat, daarbij pakt ze der leesbril. 'Ja.' Zeg ik kort af. Het is een vrouw van rond de vijftig, ze heeft zwart haar, maar als je goed kijkt zie je wat uitgroei. Ze heeft lang haar waar ze een paardenstaart mee heeft gemaakt. Voor een vrouw van vijftig ziet ze er nog goed uit. Je ziet het alleen goed aan der uitgevallen, rimpelige gezicht. Overal rimpels, er is geen plek waar het wat strakker getrokken is. 'Ja, best wel.' De vrouw knikt langzaam en steekt ze der hand onverwachts uit. ''Ik ben trouwens Mariah Walting.'' Ik schud haar hand kort waarbij we tegelijk kort glimlachen. 'Aangenaam, Jip Moore.' Stel ik me zelf voor en laat haar hand snel weer los. ''Dus.. Alles is verbrand.'' Zegt ze een beetje tegen zich zelf. Ik pers me lippen op elkaar terwijl ze naar de losse bladeren kijkt. ''Zo, Jip. Als je dit wilt invullen.'' Ze reikt me een invul formulier aan, ik neem hem aan en lees kort wat er op staat. Een aanmelding's formulier voor de school. Mevrouw Walting legt een pen op het formulier en kijkt continu naar hoe ik alles opschrijf. Ik vul van alles in en haal me portemonnee erbij voor bepaalde gegevens die ze willen weten. Mijn blik kijkt wat langer naar de handtekening die van me ouders moeten voorstellen. 'Mijn ouders hebben dit formulier al ingevuld ?' Vraag ik dan en kijk der met me blauwe ogen aan. ''Ja, klopt.'' Zegt ze zacht. Mariah kijkt mij een tijdje stil aan, ze blijft mij recht in mijn ogen aankijken. Het is dood stil. Haar ogen blijven neutraal, tot dat ik haar leesbril van der neus afhaal zonder me ogen van de hare af te halen. Ik leg haar leesbril voor me neer en zacht zeg ik. 'Je kan niet wegkijken hè ?' Mariah probeert der hoofd weg te draaien, als ze merkt dat ze inderdaad nergens anders meer naar kan kijken raakt ze in paniek. Maar ze kan zich niet meer bewegen. Haar ogen veranderen naar angstig, der pupil word kleiner als de mijne groter word. 'Zorg ervoor dat ik op deze school zit, en morgen begin.' Zeg ik met een zachte stem. Ik weet hoe mijn stem klinkt. Voor haar klinkt het alsof een engel iets aan haar opdraagt waar ze naar moét luisteren, of anders komt ze niet in de hemel. Ik sta op en ga naast haar staan. Haar ogen volgen de mijne, 'Prettige dag verder.' Ik draai me om en ik hoor heel kort een kreun van de pijn. Ik draai de deur achter me dicht.

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen