geen reacties bij het vorige hoofdstukje:(. was ie zo slecht?? dat mogen jullie me best zeggen hoor.
anyways, enjoy!

met grote ogen keek ik naar het monster voor mij, het monster dat zich al zolang mijn moeder had genoemd. mijn hele lichaam trilde, wat haar deed glimlachen.
'Mis je me niet, Caliana? En je zusjes? Mis je niet die mooie onderwaterwereld waar je in opgegroeid bent? En mis je niet vooral het lekkere voedsel dat wij hier hadden?'
in haar handen hield ze een kind, niet ouder dan een jaar of tien, onder het bloed. ze keek naar mij met bange ogen. ik voelde dat ik honger had. ik bewoog langzaam naar voren, klaar om teo te slaan...


'NEE!' ik schoot recht overeind in mijn bed, keek met wilde ogen om mij heen. ik zat op mijn kamer bij de cullens. mijn ademhaling ging snel op en neer, en mijn hart dreunde in mijn borstkas. alleen maar een droom, zei dat kleine stemmetje in mijn hoofd. alleen maar een droom.
ik was nu al ongeveer een maand bij de Cullens. meer dan een paar dagen. ik had mijn belofte aan mezelf verbroken. kon je zien hoe betrouwbaar een meermin was.
ik hoorde zacht gesnurk komen uit een van de hoeken in mijn kamer. ik keek op en zag Seth in een stoel slapen. ik voelde me blij en schuldig tegelijk. blij, omdat Seth zien na zo'n nachtmerrie me toch een beetje opvrolijkte. schuldig, omdat ik niet genoeg mijn best had gedaan om deze jongen van me af te schrikken. hij was geen vampier, dus bestond nog steeds grotendeels uit vlees en bloed. meerminnen voedsel.
ik duwde die gedachte uit mijn hoofd en ging weer liggen, wachtend op de duisternis die mij op zou slokken. toen ik merkte dat die niet wou komen, stond ik op, trekte mijn slippertjes aan en liep naar buiten, het balkon op. daar keek ik op naar de maan.
de maan deed me denken an vroeger, toen ik nog in zee woonde. dan zou ik naar de oppervlakte zwemmen, een comfortabele steen opzoeken en naar de maan gaan staan zingen. dan zou ik me altijd beter voelen. maar toen ik erachter kwam wat mijn stem met dingen kon doen, zwoor ik nooit meer te zingen. en toch, ik wou nu zo graag al mijn zorgen tegen de maan gaan uithuilen.
En de monster zijn die jouw moeder heeft gemaakt? soms haatte ik dat stemmetje echt, maar ze had wel gelijk.
een zacht geritsel liet merken dat ik niet meer alleen was, en ik zuchte.
'Rot op, Edward.'
Edward was er altijd als eerste bij als ik weer eens 'depressief ging denken', zoals hij het noemde.
'Ben je niet blij me te zien?'
ik rolde met mijn ogen, maar hij had wel gelijk. en ik had het gezelschap nodig.
'Weet je, we hebben er allemaal samen een keertje over nagedacht, en we willen allemaal dat je bij ons blijft. dan hoef je niet terug naar die grot.'
ik was even stil. ik had die vamppiers wel horen smoezen, en eigenlijk was het wel te verwachten, maar toch. permanent blijven bij deze mensen, betekende dat niet een nieuwe familie opbouwen?
'Dat heb je al gedaan,' zei Edwards zachte stem. hij had een beetje gelijk. ik gaf nu al om de cullens, en ik zou niet weten wat ik zonder seth moest.
maar het kon niet. ik was er al een paar dagen over na aan het denken, en ik wist het nu bijna zeker. binnenkort zou ik sterven.
'Het hoeft niet zo te zijn.' edwards stem was ernstig, probeerde me te overtuigen. 'Denk er nog even over na. je kan hier een heel nieuw leven opbouwen.'
ik knikte afwezig. 'Dankjewel, edward.' ik keek weer omhoog, naar de maan. binnenkort zou ik ook ergens daarboven zijn, als ik dat verdiende. maar dat was niet waarchijnlijk.
ik hoorde de struiken weer ritselen, en toen ik weer op keek, was edward weer weg. 'Bedankt voor alles,' fluisterde ik hem na.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen