Ze moesten ook net op mijn verjaardag binnenvallen. Het was een groot feest in het dorp, ik werd namelijk dertien. We zaten met zijn allen om het kampvuur en een paar mensen dansten. Mensen feliciteerden mij en er was een groot feestmaal voor het hele dorp. Oké het was dan misschien niet zo’n groot dorp, er waren maar drieëntwintig mensen, maar het voelde er als een familie. Het dorpshoofd kwam net op me af toen we blanke mensen het dorp in zagen komen. Ze begonnen te schieten en het dorpshoofd werd geraakt. Ik weet nog heel goed hoe het dorpshoofd op me viel. Ik hoor nog net hoe hij in mijn oor fluistert: “Rennen”. Ik hoorde mensen gillen en huilen en er werden meer schoten gelost. Ik zag meer mensen vallen en ik rende weg. Ik rende het grote bos in met de grote bomen en ik bleef rennen. Toen ik steken kreeg in mijn zij ben ik gestopt.

Ik kijk om me heen, dit hier herken ik niet! Ik ben vast de verkeerde richting in gerend. Maar het is nu nacht en ik ben moe. Ik klim in een boom die er stevig uitziet en rol me op, morgen ga ik terug naar het dorp hou ik me voor, ik weet alleen niet wat ik er zal aantreffen. Alles komt goed, alles komt goed. En met die woorden wieg ik mezelf in slaap.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen