Foto bij Chapter 10.

Dit is wel Athan :) Ik kon echt niet ophouden met het kijken naar die foto ...

Ik stak een hand uit en tikte op het glazen oppervlak van de wijzerplaat van het horloge. Ze keek er schaapachtig naar. ‘ O ja. Die was ik vergeten.’
‘Hoe kun je nou vergeten dat je een horloge om hebt?’
Ze staarde me even boos aan. ‘Misschien wil ik hem niet omhebben?’
Ik staarde haar weer aan. ‘Dwingt iemand je om dat horloge te dragen?’
‘Niet direct …’
‘Ah, dus iemand wordt gekwetst als je hem niet draagt, maar je wilt hem zelf niet dragen, dus probeer je hem te vergeten. Ben ik in de buurt?’
Dit keer was het haar beurt om mij aan te staren. ‘Uhm, ja.’
Met een glimlach vroeg ik: ‘Kun je me dan nu zeggen hoe laat het is?’
Lena wierp een blik op haar horloge. ‘Fuck! We komen over tien minuten al op school aan!’
Toen ze zag dat ik niet erg onder de indruk leek, voegde ze eraan toe: ‘Je moet je nog omkleden!’ Oh ja. Cat had die pakken in haar koffer zitten … Cat! Ik moest haar nog gaan zoeken!
‘Ik moet gaan,’ zei ik tegen Lena. Ze lachte lief en voordat ik het wist had ze haar armen om me heen geslagen en zoende ze me op mijn wang. ‘Dankjewel Athan. Ik hoop dat we elkaar snel weer zien!’
Met een verende stap draaide ze zich om en liep haar coupé weer in. Ik staarde haar na, knipperde en reikte toen met mijn bewustzijn uit naar Cat. Het was een manier waarop we vaak communiceerden. Het was niet alsof we elkaars gedachten konden lezen, maar we voelden aan waar de ander was en wat voor emoties er speelden. Ik fronste toen ik doorkreeg dat Cat’s bewustzijn niet meer in de trein te vinden was. Ze was toch niet in haar boze bui ervan afgesprongen? Nee, zelfs mijn tweelingzus was niet zo blind als ze boos was.
Niet in de trein…
Maar misschien wel op!
Ik zuchtte. Typisch Cat. Ze had waarschijnlijk geen frisse lucht kunnen vinden en was daarom maar op het dak geklommen. Dat deden normale mensen niet, zelfs tovenaars of heksen niet. Idioot.
Ik trok een van de raampjes in de gang open en keek even om me heen. Niemand te zien. Ik checkte de coupés even. Niemand lette op de gang. Ik draaide me om, drukte me tegen de muur aan en stak mijn hoofd door het raam heen. Ik greep naar boven toe, zocht houvast op het dak van de trein en toen ik het gevonden had, zette ik me af met mijn voeten. In één vloeiende beweging slingerde ik mezelf het dak op. Eenmaal daar ging ik rechtop zitten en zocht Cat. Een aantal coupés verderop lag een stil silhouet. Ik kon mezelf er niet van weerhouden om te glimlachen en kroop naar haar toe.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen