Donderdag 3 oktober 2011.
Ik zit hier op mijn zolderkamer in de hoop dat er iets veranderen gaat. Iedere avond val ik met moeite in slaap en word ik vroeg wakker - om tegen al mijn verwachtingen op te zien.
Ik luister naar oude muziek. Alles wat nostalgisch is en oude gevoelens oproept - van the Police tot Spinvis en ga zo maar door. Want vroeger waren de zorgen minder dan nu, want vroeger wisten we nog niet wat opgroeien was. Vroeger kon je nog uitkijken, aftellen. Aftellen naar je verjaardag en zo kwam je de maand door. Aftellen naar Sinterklaas, en zo kwam je de winter door. Aftellen. "Hoeveel nachtjes slapen is het nog, mama?"
De maatschappij is een goed geöliede machine en ik ben een tandwiel. Die realisatie doet pijn, vooral omdat ik weet dat het tandwiel snel genoeg vervangen is als het niet werkt. Pessimistisch? Misschien.
Misschien voel ik me zo omdat ik niet weet wat ik voel, misschien is het de puberteit en misschien ben ik 't wel gewoon. Alles de schuld geven behalve een oorzaak zoeken, behalve een oplossing vinden. Ik vind zoveel mensen een fa scinatie, stiekem. Hoe ze bewegen als ze weten dat er gekeken wordt en hoe ze praten als ze weten dat ze niet gehoord worden. Soms zijn mensen zo oppervlakkig als ze lijken, soms heeft het een verhaal en heb ik interesse.
Ik schets vaak scenario's, voor mezelf. Als ik weer denken wil, als ik weer zorgeloos wil zijn. Dan zie ik mezelf zitten, in 't gras of op de eerder genoemde zolderkamer. Vaak luister ik muziek, eigenlijk altijd. De zon is aanwezig en schijnt. Beelden die in me opkomen. Kleine dingetjes. Fijne dingetjes.
Ieder mens heeft zwakheden en ik heb deze ook. Die van mij is goedgelovig zijn en de cynicus uithangen. Heb 't liever niet en doe 't liever ook niet, maar het gebeurt. Dingen gebeuren en zo zal het zijn. Heb er verder niet veel inbreng in, maar dat komt later wel.
Ik luister naar oude muziek. Alles wat nostalgisch is en oude gevoelens oproept - van the Police tot Spinvis en ga zo maar door. Want vroeger waren de zorgen minder dan nu, want vroeger wisten we nog niet wat opgroeien was. Vroeger kon je nog uitkijken, aftellen. Aftellen naar je verjaardag en zo kwam je de maand door. Aftellen naar Sinterklaas, en zo kwam je de winter door. Aftellen. "Hoeveel nachtjes slapen is het nog, mama?"
De maatschappij is een goed geöliede machine en ik ben een tandwiel. Die realisatie doet pijn, vooral omdat ik weet dat het tandwiel snel genoeg vervangen is als het niet werkt. Pessimistisch? Misschien.
Misschien voel ik me zo omdat ik niet weet wat ik voel, misschien is het de puberteit en misschien ben ik 't wel gewoon. Alles de schuld geven behalve een oorzaak zoeken, behalve een oplossing vinden. Ik vind zoveel mensen een fa scinatie, stiekem. Hoe ze bewegen als ze weten dat er gekeken wordt en hoe ze praten als ze weten dat ze niet gehoord worden. Soms zijn mensen zo oppervlakkig als ze lijken, soms heeft het een verhaal en heb ik interesse.
Ik schets vaak scenario's, voor mezelf. Als ik weer denken wil, als ik weer zorgeloos wil zijn. Dan zie ik mezelf zitten, in 't gras of op de eerder genoemde zolderkamer. Vaak luister ik muziek, eigenlijk altijd. De zon is aanwezig en schijnt. Beelden die in me opkomen. Kleine dingetjes. Fijne dingetjes.
Ieder mens heeft zwakheden en ik heb deze ook. Die van mij is goedgelovig zijn en de cynicus uithangen. Heb 't liever niet en doe 't liever ook niet, maar het gebeurt. Dingen gebeuren en zo zal het zijn. Heb er verder niet veel inbreng in, maar dat komt later wel.
Er zijn nog geen reacties.